Pro Patria et Libertate (vertaald: Voor Volk en Vaderland/ Voor Vaderland en Vrijheid) was een Utrechts exercitiegenootschap.

Oefening van het exercitiegenootschap Pro Patria et Libertate in het Sterrenbos (anoniem, 1784).
Patriotten op de Neude in 1786, eedaflegging op regeringsreglement/7 aangebleven leden van de vroedschap leggen eed af op stedelijk reglement, datering gebeurtenis 12 oktober 1786, Bouwwerk is tempel?
Vuurgevecht aan de Vaartsche Rijn bij Vreeswijk op 9 mei 1787, 's avonds om tien uur. Rechts de Utrechtse patriotten, links de troepen van de stadhouder. Verguld glas (verre églomisé), Jonas Zeuner, Rijksmuseum Amsterdam.

Rond het jaar 1781 ontstond na het uitbreken van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog een grote economische malaise en groeide een antipathie tegen stadhouder Willem V en zijn regenten. Tegenstanders van de stadhouder en ontevreden burgers gingen zich verenigen. In Utrecht werd de schutterij heropgericht.

?Deze kwam (als vanouds weer?) onder de vroedschap te vallen, die minder meegaand was maar uiteindelijk toch instemde in de heroprichting .? ?schuttery ging traditioneel via de wijken?

6 februari 1783 oprichting Pro, waarmee de vroedschap zijn directe invloed verliest. die zomer door Pro al te Sterrenbos activiteiten. naast burgerbewapening politieke agenda. invloed gaat ook buiten de stad

84 en 85 organiseren ze te Utrecht voor alle vrijkorpsen uit de Republiek te Utrecht bijeenkomsten. Verschillende lidmaatschappen voor Pro, 84 grote aanwas en directe inspraak wijzigt, vrouwen ook in behoorlijke aantallen lid

87 gaat de boel op de vlucht, slag bij Vreeswijk, macht van de prins+aristocraten wordt hersteld

Jacob van Manen // Quint Ondaatje // Sterrenbos

N C F van Sas, oa p 247-253 met Concordia

Zie ook

[[Categorie:Geschiedenis van Utrecht]]

Open dag bewerken

Hamtoren De Hooge Ham Broederschapshuisjes Manenburg(?)

Boekcheck bewerken

  • Dekker en Kromme Rijn eens checken op Maarschalkerweerd, en Galgenweerd met evt. galgverhaal
  • Oostbroek door Broers
  • C. van Rooijen, ‘Utrecht in de periode 700-1200’, Jaarboek Oud-Utrecht 2010, 5-46; Stathe

Trecht/krijgslieden etc bewerken

Buitelaar Th A A M Van Amstel

Kroningsoproer bewerken

Foto's bewerken

Binnenzijde werfkelder, trasraam, ezelsrug, detail vlechting, pieleman, piket, beschadigde boom met aanheling cfr. Mattheck, gesloten steen, boog-/gewelfconstructies, Stooker, bezems, Pierken, smeetoren, weerdpoort, stadsvrijheid, Drooghsloot's ganzenmarkt, utrechtse schip+kunstwerk, verzakte boerderijfundering, steegjes Stathe, Geertes pothuis, koekoek, hanekam, Pauwstraat op vlucht gebouwde gevel (of anders Van Leemputs pand), Geertebolwerk 23>paraboolboog.

Sociale/bestuurlijke Utrechtse brei bewerken

  • Hoge adel met koningen/keizers en de hele riedel
  • (Machtige) geestelijken: Bisschop met ministerialen, kanunniken en de hele riedel
  • Burgerschap, gilden, patriciers, vooraanstaande facties (lichtenbergers etc) burgemeester, schout, schepenen, Raad, stadhouder, maarschalk, buurschap. Trits aan mensen zonder burgerschap in de stad.
  • Geo: Binnen de stad met immuniteiten vs. directe omgeving met stadsvrijheid en buitengerechten
  • Recht: Buitengerecht, buurgerecht, immuniteit, ridderscap etcetc

RdB bestuur 1304-1528 116 rechtspraak 120 facties 1280-1470 121

stadsvrij bewerken

  • wonend in de stadsvrijheid betekende als goed is niet dat men het burgerschap had of kreeg(?) Te tolsteeg wel sinds 1374[1]
  • Burgers van de stad die binnen de stadsvrijheid kwamen, hadden als goed is bij conflict recht op de rechtspraak van binnen de stad(?)
  • Buiten de stad en stadsvrijheid was men als het goed is overgeleverd aan de maarschalk, en daarmee kwam men bij een conflict als goed is bekaaider ervanaf(?)
  • binnen een buitengerecht was er als goed is altijd, of in ieder geval soms, een aparte schout(?)>>eea schuift qua rechtspraak ed in de loop der eeuwen
  • had de bisschop nog rechten in de stadsvrijheid? (moet bijna wel in de beginperiode) te tolsteeg blijkbaar wel[2], zie ook RdB p.76/77.
  • Let op Vliet, p 21 ev
  • gezien de kloosters in de stadsvrijheid, was er daarmee iets aparts aan de hand qua belastingen, rechtspraak etc?
  • voor 1122 met het trekken van de afbakening qua gracht etc, moeten er al sociale contacten/verwantschappen zijn geweest tussen gemeenschappen die daarbinnen, en daarbuiten kwamen te wonen>>>> blijkbaar na 1122 met der stat bescermenesse =(stadsvrijheid)/" uitburen", zie ook RdB p.76/77
  • mensen wonend in de stadsvrijheid konden als goed is nog steeds niet zomaar de stad in. hoe zat dat ook vice versa? diversen in stadsvrij waren/werden burgers, zie tolstegers
  • liber albus (witte boek): in 1340 officieel door de gilden goedgekeurd en er mag niets in worden gewijzigd. Daarna komt Rode boek, die ook grotendeels witte boek bevat. (muller per dl1, mogelijk ook per [3]. Liber albus loopt in dl1 tot blz. 64,

III nr19 "stat vryheyt"?, IV 8 "stat vryheyde" mbt wijn, XXII eed etc van de nieuwe burger, mbt 3voorsteden: VI 1. LVII, LXII interessant misschien , XCII met stadsvrede 2 en 12) XXIX dakbedekking

  • in hoeverre was de ontstane inspraak/rechtspraak van anderen buiten de adelijkheid, hogere geestelijkheid (noodgedwongen) geregisseerd.
  • term buitengerecht als goed is pas per Immink 1942 geintroduceerd

kathedraalschool bewerken

fragementarisch

Latijnse school in de noordelijke Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw

nog steeds vreemd met 2 kerken op 1 hoopje. Als de school aan 1 van die 2 verbonden was, welke was dat dan? waarom leutert de universiteit/KB ed dat de basis bij Willibrord ligt terwijl er in het tussenliggende millenium enorme veranderingen waren geweest?

  • artikel zegt: "belangrijk intellectueel centrum van het Duitse Rijk; in de 10e en 11e eeuw werd het beschouwd als de belangrijkste wetenschappelijke en onderwijskundige gemeenschap"? Eijnatten, Lieburg zegt meer een lokale school geworden
  • Bremmer zegt: 12e eeuw - begin 13e eeuw totaal geen info school
  • Geletterdheid uitsluitend door christenen in de Noordelijke Nederlanden? Looijenga geeft mbt Westeremden B (p 185) een datering rond 750 of zelfs later. Versleept object? Zie ook opmerkelijke tekst op runenstaafje
  • L. Dirks e.a., 'Dom en onderwijs: onderwijs aan de Utrechtse kathedraal c. 700-c. 1350', Utrechtse historische cahiers, 4 (1983) afl. 3, 1-64

de ontginningen bewerken

  • ministerialen ontbreken /hogere geestelijken, die fungeerden als een soort projectontwikkelaars (kapitaalkrachtige lieden, locatores). Zij kregen vaak de tijns en lagere rechtspraak in leen bij de ontginningen. Qua Utrecht kon de bisschop alleen ongehinderd woest land uitgeven indien er geen oude rechten van domeinheren golden.
  • Twwe belangrijke tijnzen: hoftijns, en de ontginningstijns die vooral bij de grote ontginningen gold. Vrijwel altijd gold 1 van de twee in een plaats.
  • Domeinheer soms initatief/supervisie bij ontginningen
  • wereldlijk gezag bisschop zat rond 1275 op zijn dieptepunt
  • plaatsnamen die er verband mee hebben
  • naast het aantrekken van lieden die de ontginning wilde uitvoeren, was er tussen bisschop en graaf een strijd gaande van versnelde ontginning door vrijwel symbolische bedragen te vragen?
  • waar ligt dan die H-U laagvlakte? begrenzing is zeer onduidelijk

literatuur bewerken

  • MONNIKEN IN HET MOERAS De vroegste geschiedenis van de abdij van Sint-Laurens in het Oostbroek bij Utrecht (en Vrouwenklooster in De Bilt) //Charlotte J.C. Broer >>>noot: duidt ze de tekst mbt Mathilde decimis et justiciis in pertuam possessionem predicto cenobio contradimus elemosinam domini imperatoris et nostram als met het recht van cijnsheffing, tienden en overheidsgezag , als gift van de keizerlijke landheer en van ons?
  • Oostbroek : abdij, buitenplaats, natuurgebied : het landschap als geschiedenisboek in de prvincie Utrecht

Auteurs: Verbeeck, Stijn

  • Het Kromme Rijngebied in de middeleeuwen: een institutioneel-geografische studie// C. Dekker
  • De stadsvrijheid van Utrecht // P.W.A. Immink
  • OSU 35, bk1, p25-26, eigenaardige vermeende graverij (Utrecht-vleuten) dat jaar vermeld, oorkonde martel met schenking >>...omnem rem fisci ditionibus, quicquid in ipso Traiecto castro tam infra muros quam et a foris, cum omnibus adiacentibus uel appenditiis, cum illo pascuę graueningo uel quicquid ibidem fiscus ad presens esse uidetur... ([11], [12], [13])

Frese bewerken

 
stadskasteel Fresenburch aan de Oudegracht.

Frese was in de 13e en het begin van de 14e eeuw een invloedrijke patriciërsfamilie in de Nederlanden, vooral in de stad Utrecht invloedrijk was.[1]

Tot hun bezit daar behoorde onder meer stadskasteel Fresenburch (gebouwd 2e kwart 13e eeuw)

factie Fresingers (ca. 1280-1305), gilden, (bloed)banden met ministerialen/adel/ Zoudenbalchs en Vrenken, opstand rond 1274 met heimelijk verbond Floris V

Na eerder pogingen komen in 1304 de Utr. gilden in machtige(re) duurzame positie tot 1528 >Gildenbrief

Leden bewerken

  • Hendrik Friso, lid van de Raad in 1231, had mogelijk een zoon Gerard, of die zoon behoorde bij de andere tak


    • Gerard Frese (ca. 1225 - ca. 1294), eerste schepen tussen 1277-1294, leenman vd Domproost, drie kinderen die met adel trouwden
      • Lambert Frese (ca. 1250- ca. 1316), breidde familiebezit uit, een van de rijkste mannen in de Noordelijke Nederlanden, geldschieter van de bisschop en graaf v Holland met soms enorme bedragen aan laatste, als burger tot ridder geslagen in 1292, eerste schepen vd stad tot 1298, raakte in 1304 verwikkeld in een bloedige machtstrijd tegen de Lichtenbergers en vermoordde medeschepenen, verloor zijn macht en ontvluchtte stad in 1305, en werd in 1310 verbannen/vogelvrij verklaard door bisschop Gwijde van Avesnes. Huwde met Elisabeth van Puiflijk, 2 dochters bekend, geen zoons bekend.
        • Elisabeth, huwde met Allard van Buren
        • Aleid, huwde met Arnout van der Veen
      • Jutte Frese (?-1320), huwde met de baljuw van Rijnland/ridder Gerard van Raaphorst
      • Willem Cockaert, vermoedelijk onecht kind

Noten bewerken

  1. Frese wordt ook wel geschreven als De Vrieze, De Vriese, De Vrese of De Vries. In het Latijn tevens Friso of Freso.

Bronnen bewerken

  • R.E. de Bruin e.a. (red.) 'Een paradijs vol weelde'. Geschiedenis van de stad Utrecht, Matrijs, Utrecht, 2000, ISBN 9053451757
  • J.W.J. Burgers, Lambert Frese, in: Utrechtse biografieën 3, Boom/Broese Kemink/SPOU, Utrecht/Amsterdam, 1996, blz. 50-56, ISBN 9053521828
  • J.W.J. Burgers, Tussen burgerij en adel. De financiële, politieke en maatschappelijke carrière van de Utrechtse patriciër Lambert de Vries (ca. 1250-1316?), in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, Volume 106 (1991), blz. 1-32. (knhg-archief

Gildenbrief (Utrecht) versie 1304 bewerken

stad Utrecht, structurele doorbraak gilden in 1304. 1528 afbraak per Karel V

http://books.google.nl/books?id=IisrcNUy5MEC&pg=PA33

Veeprobleem bewerken

Utr krant bewerken

De Utrechtsche Courant is een krantennaam die voor verschillende kranten werd gebruikt.

KB bewerken

  • KB: 1675 tot 1708
  • KB: Utrechtse courant 10-11-1747 tot 01-04-1795
  • KB: Utrechtsche courant 03-04-1797 28-01-1811
  • KB: Gazette d'Utrecht = Utrechtsche courant 852482604 04-02-1811 29-11-1811
  • KB: Utrechtsche courant 851125778 01-12-1813 28-12-1814
  • KB: De Nederlander : nieuwe Utrechtsche courant : (staatkundig- nie 832468649 21-08-1848 30-06-1855
  • KB: Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad : algemeen advertent 833066838 01-01-1866 31-12-1866
  • KB: Utrechtsche courant : nieuws- en advertentieblad 832689467 ja 14-12-1942 04-05-1945
  • KB zegt 1813-1840 Verspreidingsgebied Regionaal/lokaal Plaats van uitgave Utrecht

zez bewerken

Rond 1675 werd er een krant gedrukt met deze naam. Gaandeweg verandert uitgever, vanaf 1833 L.E. Bosch & Co. 1797 start van krant, uitgeverij De Leeuw en Comp. 1831-1848 verschijning driemaal per week In 1840 hernoemd naar Utrechtsche Provinciale en Stads-courant

rdb bewerken

  • Journal d'Utrecht, later Gazette d'Utrecht jarenlang Franstalige kranten
  • Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, deftig, werd door Bosch en Zn. vanaf 1863 aan O'gracht uitgegeven, en werd later Utrechtsch Dagblad (UD) genoemd. Tweemaal daags uitgegeven en tot jaren 1920 de grootste krant hier
  • UD tijdens WO2 pleitte, Nieuw Utrechtsch Dagblad (NUD) verscheen vanaf 1946 in relatie met Parool


RN bewerken

Rood Noot is een monumentale laat 19e-eeuwse boerderij in de Nederlandse stad Utrecht. Sinds het begin van de 21e eeuw heeft het een kunstzinnige invulling.

GM uit ca. 1880, paardenfokkerij, Oude Vleutenseweg 33, stadsweide/ Leidsche Rijn?

http://roodnoot.nl

Utrechtse NUTS-brei bewerken

  • GG 1862 = Gemeentelijk Gasbedrijf
  • GETU (takken: GTU en GEB) 1905 = Gemeentelijke Electriciteits- en Tram Bedrijf Utrecht (takken: Gemeentelijk Trambedrijf Utrecht en Gemeentelijk Electrisch Bedrijf)
    • 1916 PUEM opgericht door provincie Utrecht
    • 1922 PUEM en GETU richtten samen PEGUS op
    • 1929 GETU fuseert met gasbedrijf
  • GETRU 1930 = Gas-, Electriciteits-, Tram- en Radiobedrijf Utrecht (nieuwe tak: GRD Gemeentelijke Radio Distributie)
  • GEBRU 1938 = Gas-, Electriciteits-, Bus- en Radiobedrijf Utrecht (bussen ipv trams)
  • ook namen als GEVU (Gemeentelijk Energie- en Vervoerbedrijf Utrecht), GEB (Gemeentelijk Energiebedrijf) en GVU (Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht).

1905 electra met tramremise te Sterrebos, NUTS liberaal (gas/water) maar ook opzet vanuit overheid

Stadstekenschool bewerken

{{wiu2} De Stadstekenschool was een schoolinstelling in de Nederlandse stad Utrecht.

De school werd tussen 1817 en 1821 opgericht naar aanleiding van de totstandkoming van de tekenonderwijswet. In 1866 kwam een Burgerdag- en avondschool voor de Stadstekenschool in de plaats.

Bekende medewerkers en leerlingen bewerken

[[Categorie:Onderwijs in Utrecht (stad)] [[Categorie:Geschiedenis van Utrecht]

Verdedigingswerken in Utrecht (stad) bewerken

Romeinse tijd bewerken

  Zie Traiectum (Utrecht) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De oudste verdedigingswerken binnen de Utrechtse gemeentegrenzen dateren uit de Romeinse tijd. Omstreeks het jaar 50 werd daarin door de Romeinen als onderdeel van de limes onder meer het fort Traiectum gebouwd in de huidige binnenstad op en rond het Domplein. Dit Romeinse fort (castellum) was in eerste instantie uitgevoerd in hout met een aarden wal. Gaandeweg is het meermaals ver- en herbouwd waarbij het rond het jaar 200 in steen werd uitgevoerd. Het bood plaats aan 500 man infantierie. Binnen hemelsbreed enkele kilometers afstand bevond zich tevens onder meer in de wijk Vleuten-De Meern een castellum dat waarschijnlijk Fletio heette. Daarnaast stonden diverse wachttorens tussen de forten. Rond 270 vertrokken de Romeinen uit de verdedigingswerken.

(Vermoedelijk) conflict:

Middeleeuwen bewerken

Van de 7e eeuw tot in het eerste kwart van de 8e eeuw werd het oude Romeinse fort in de binnenstad diverse malen inzet van strijd tussen Friezen en Franken. De Angelsaksische missionaris Willibrord kreeg het fort als zetel toegewezen en na de definitieve verovering in 719 van dit fort door de Franken, werd het castellum door de Utrechtse bisschop versterkt en vergroot tot een burcht. Binnen de burchtmuren verrezen onder meer diverse kerken en ook een toren waarin de bisschop in tijd van nood zijn toevlucht kon nemen. Direct buiten de muren van de burcht Trecht is tevens een omgrachting aangebracht.

In het jaar 1122 verkreeg Utrecht stadsrechten. Vrij kort daarna is om 132 hectare(rdb p.78) groot grondgebied een verdedigingsgracht (de Stadsbuitengracht) aangelegd om de stad. Direct aan de binnenzijde ervan verrees een stadswal. Een deel ervan werd echter al vroeg in steen uitgevoerd waarbij ook de eerste torens zijn gebouwd aan de gracht zoals de Smeetoren. De centraal binnen de stadsmuren gelegen burcht Trecht verloor ondertussen met de komst van deze nieuw verdedigingswerken haar defensieve werking. De toegang tot de stad over land geschiedde via vier stadspoorten waaronder de Tolsteegpoorten. Gaandeweg is de stadsverdediging verder uitgebreid met onder meer de bouw van enkele tientallen waltorens die vaak illustere dierennamen kregen zoals De Vos (1537). De stadswal kreeg daarnaast een uitvoering in steen en ook voorstadjes direct buiten de stadsmuur zoals de Bemuurde Weerd werden ommuurd en soms omgracht. De toegangen tot de stad over water werden tevens in de middeleeuwen of de periode er direct na voorzien van verdedigbare werken. Onder meer de Zandbrug bij de toegang vanaf de rivier de Vecht tot de Oudegracht kreeg een ijzeren neerlaatbaar hekwerk. Wat verder buiten de stad verrees ook de Pellecussenpoort langs de Vecht.

Conflicten etc:

  • 7e eeuw tot 719, voormalige Romeinse fort is meermaals inzet van strijd tussen Friezen en Franken
  • ca. 860 - ca. 926, Vikingen, bisschop niet in Utrecht
  • 1007, volgens een kroniek zouden kooplieden die bij de burcht Trecht woonden bij een aanval van Vikingen op Utrecht de handelswijk Stathe in brand hebben gestoken en zich in de burcht hebben teruggetrokken
  • 1122 al vroeg qua NL stadsrechten, aanleg stadswal met als tegenprestatie gunstige belastingrechten
  • circa 1159, maandenlang conflict, ministerialenopstand met burgers en graaf van Kleef versus de Utrechtse bisschop Godfried en graaf Floris III van Holland[14]
  • In 1483 belegerde aartshertog Maximiliaan succesvol de stad Utrecht en viel de voorstad Bemuurde Weerd tijdens de belegering aan.
  • In 1492 nam Frederik van Egmont de voorstad Bemuurde Weerd met een leger in


16e eeuw bewerken

  • ca 1530 bouw Kasteel Vredenburg
  • ca 1550 Willem van Noort moderniseert verdedigingswerken met bouw bastions/bolwerken
  • ca 1580 extra aanleg meer bastions/bolwerken Adriaen Anthonisz

EV bewerken

  • 17e eeuw, diverse ambitieuze plannen uitbreidingen stad met verdedigingswerken, niet tot nauwelijks doorgang (Moreelsen, Meyster)
  • 1672 Rampjaar
  • ca. 1795-1813 bezetting Fransen
  • ca 1816 start bouw moderne linie, oa Fort aan de Klop
  • 1830 start afbraak oude werken
  • ca. 1865 tweede moderne linie, oa Fort Ruigenhoek, Brug met de twaalf gaten
  • WO2 zandbrug bunker?

Otterspoor (rechtsgebied) bewerken

otterspoordam/-sluis

Otterspoor was vanuit de middeleeuwen een ?gerecht/gebied/rechtsgebied? bij het Nederlandse dorp Breukelen. Het lag ten zuiden van de dorpskern op de westelijke oever van de rivier de Utrechtse Vecht.

Otterspoor wordt voor het eerst in 1139 vermeld als de Utrechtse bisschop Andries van Cuijk onder meer de tiende voor het merendeel aan het kapittel van Sint-Pieter toewijst. De westelijke grens van het gerecht werd (gaandeweg) gevormd door de Otterspoorbroeksedijk met daarachter het gebied Otterspoorbroek. [[Categorie:Stichtse Vecht]]

Indonesian Investment Conference bewerken

1967 Zwitserland. Soekarno getrouwen en top uit Westerse bedrijfsleven zoals Rockefeller. Vooraf een massamoord.

Kermis bewerken

 
Het Vredenburg getekend door J. de Beijer rond 1760. In de tekening is een kermis gaande met rechts een theatertent.
 
Foto van J.A. Moesman uit 1908 met een kermisattractie op het Vredenburg.

Kermissen in de Nederlandse stad Utrecht zijn een verschijnsel dat teruggaat tot de middeleeuwen.

Middeleeuwen - 1580 bewerken

In de middeleeuwen ontstonden net als elders kermissen in Utrecht. Een mis in een kerk (kerkmis) waarin de inwijding van een kerkgebouw werd herdacht vormde het startpunt. Na afloop van de mis kon men elders in de stad dansen, feesten en zingen. Eraan verbonden konden jaarmarkten zijn. Aangezien Utrecht vele kerken en kloosters en diverse jaarmarkten telde, kwamen zulke feestdagen meermaals per jaar voor. Gebeurtenissen rond deze kermissen konden verder bestaan uit het versieren van het kerkgebouw met groen en brooduitdeling aan de armen. Tijdens de kermis kwamen in het marktgebied vertoningen voor door mensen of dieren met onder meer muziek en acrobatiek.

In de maand januari kende men vanaf circa 1420 een jaarmarkt waaraan een ongeveer 2 weken durende kermis werd verbonden. Een bijzonder gebruik dat daarin ontstond was ponsen en angen.

Na de Reformatie bewerken

Na de Reformatie (circa 1580) werd vanuit de gereformeerde kerk aangedrongen op een verbod op onder meer de kermis. Tot een inwilliging van een verbod door de overheid kwam het echter niet. De jaarlijke tweewekelijkse kermis was onderwijl verplaatst naar de zomermaanden en werd in juli gehouden op het Vredenburg. De kermis was of werd verbonden aan een jaarmarkt op die locatie en gold als het grootste plaatselijke volksvermaak. Andere locaties waar kermissen werden gehouden waren (onder meer) op het Domplein en in de Biltstraat (pinkstermaandagkermis).

De discussie over het al dan niet houden van kermissen zou gaandeweg nog diverse malen in religieuze, bestuurlijke en academische kringen terugkeren. Zo kwam Petrus Burmannus Senior in 1711 in een rede met een pleidooi voor de kermis. Orthodox-protestanten protesteerden daarentegen vanaf de jaren 1850 steeds meer tegen de kermis omdat het "verderfelijk" werkte. Tot een verbod kwam het uiteindelijk in 1915.

Vanaf 1988 is er weer een kermis op de Maliebaan.