De Pyreneeën (Spaans: Pirineos; Frans: Pyrénées; Catalaans: Pirineus; Occitaans: Pirenèus; Aragonees: Perinés; Baskisch: Pirinioak) zijn een bergketen in Europa, gelegen ten noorden van het Iberisch Schiereiland, tussen Spanje en Frankrijk. Ze strekken zich uit over een lengte van 450 kilometer van de Cap de Creus aan de Middellandse Zee in het oosten tot de Baai van Higuer in de Golf van Biskaje in het westen. In het midden bereiken de Pyreneeën een breedte van 150 kilometer. Het woord Pyreneeën is gewoonlijk van toepassing op alle hoge bergen in het Frans-Spaanse grensgebied.

Satellietfoto van de Pyreneeën
Pico del Aneto, met 3404 meter de hoogste berg van de Pyreneeën
De Ordesavallei, gelegen aan de Spaanse kant van de centrale Pyreneeën
Cirque de Gavarnie, ontstaan door een gletsjer
Gletsjers ten noorden van de Aneto
Het Aumarmeer, een gletsjermeer in de Franse Pyreneeën
De Vignemale, de hoogste berg in de Franse Pyreneeën
Massief van de Monte Perdido, met 3.355 m de op twee na hoogste berg in de Pyreneeën
De Pineta, gezien vanuit de Pinetavallei
De Midi d'Ossau
Skipistes in Candanchú

Aan de noordkant, in Frankrijk, lopen de Pyreneeën over in de regio's Aquitanië, Midi-Pyrénées en Languedoc-Roussillon. Aan de zuidkant lopen ze over in de Spaanse regio's Navarra, Aragón en Catalonië. Het kleine staatje Andorra ligt ook in de Pyreneeën, tussen Frankrijk en Spanje in.

De Pyreneeën bevatten bergtoppen van meer dan 3000 meter hoog, zoals de Aneto (3404 m), de Pico Posets (3375 m), de Monte Perdido (3355 m) en de Vignemale (3298 m). Verder zijn er kleine gletsjers, uit gletsjers ontstane meren en cirques en een groot aantal valleien en kloven.

Etymologie bewerken

Er zijn verschillende verklaringen van de naam Pyreneeën:

  • De Pyreneeën danken hun naam aan Pirene, de [[mythologie]|mythologische]] dochter van Atlas. Volgens de Grieken was Pirene een meisje uit de Pyreneeën dat Herakles op één van zijn reizen meegenomen zou hebben.
  • Een andere veronderstelling is dat de naam van oorsprong een Iberisch of Baskisch toponiem is. De naam Pyreneeën zou dan afstammen van Ilene os, hetgeen "bergen van de maan" betekent.

Geologie bewerken

De Pyreneeën hebben karakteristieke geologische kenmerken. De Pyreneeën zijn asymmetrisch, zowel in de noord-zuid- als in de oost-westrichting. De hellingen zijn veel steiler aan de Franse kant dan aan de Spaanse kant. Ook loopt de hoogte van de bergen geleidelijk op van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee.

Hoewel de Pyreneeën ontstaan zijn tijdens het Tertiair, tegelijk met de grote plooiing van de Alpen en de Himalaya, verschilt de structuur van de Pyreneeën toch in belangrijke mate van de Alpen. In de laatste is het ontstaan van Deze alinea nog eens grondig vertalen. Formados durante la Era Terciaria, con ocasión del gran plegamiento alpino-himalayo, desde el punto de vista estructural los Pirineos se diferencian netamente de los Alpes ya que mientras en estos desempeñan un papel decisivo los mantos de corrimiento, los Pirineos pueden calificarse en conjunto como una cordillera de plegamiento autóctono.

Formed during Tertiary Era, with occasion of the great alpine-himalayo folding, from the structural point of view the Pyrenees net is different from the Alps since while in these the landslide mantles play a role decisive, the Pyrenees can be described altogether like a mountain range of native folding.

Bergtoppen bewerken

De meest toonaangevende bergtoppen in de Pyreneeën zijn:

Westelijke Pyreneeën bewerken

Centrale Pyreneeën bewerken

Pirineo centro-occidental bewerken

Ordesa y Monte Perdido bewerken

Pineta-Valles de Bielsa bewerken

Gistaín/Chistau bewerken

Benasque bewerken

Luchon bewerken

Pirineo oriental bewerken

Glaciares bewerken

Debido a que la glaciación de la Era Cuaternaria afectó a los Pirineos de modo más decisivo que a las otras cordilleras españolas, existen huellas de modelado glaciar desde el Canigó hasta el pico de Adi. La mayoría de los actuales ibones son de origen glaciar. Hoy día los Pirineos solo poseen glaciares de circo o con pequeñas lenguas por encima de los 3.000 metros: Balaitus, Vignemale, Monte Perdido y Maladeta.

Rios bewerken

Esta cordillera es la cuna de importantes ríos: Adur, Garona, Nivelle, Tec, Têt, Aglí y Ande en la vertiente francesa, Bidasoa, Aragón, Gállego, Cinca, Ésera, Segre, Ter, Llobregat, Muga y Fluvia en la vertiente española.

Pirineistas bewerken

Algunos científicos y montañeros que han destacado en el estudio de estas montañas son:

Ocio bewerken

Cuenta esta cordillera con grandes espacios acondicionados para el ocio, al ofrecer grandes posibilidades por su belleza y clima.

Las instalaciones para la práctica del esquí son las que precisan de un espacio más extenso y han modificado profundamente el uso del suelo en la alta montaña.

En la parte española, los Pirineos cuentan con las siguientes estaciones: Candanchú [1], Astún [2], Formigal [3], Panticosa-Los Lagos [4], Cerler [5], BoíTaül Resort [6], Baqueira Beret [7], Port-Ainé [8], Port del Comte [9], Espot Esquí Parc [10], Tavascan [11], La Molina [12], Masella [13], Vall de Núria [14], Vallter 2000 [15], Rasos de Peguera [16].

En Andorra: Ordino Arcalis [17], Pal Arinsal [18], Pas de la Casa-Grau Roig [19], Soldeu el Tarter [20], La Rabassa [21].

En Francia: La Pierre-st Martín, Artouste [22], Gourette [23], Luz Ardiden [24], Cauterets [25], Hautacam [26], Bareges [27], Gavarnie-Gèdre, La Mongie [28], Piau Engaly [29], Saint Lary [30], Val Louron [31], Peyragudes [32], Luchon Superbagneres, Porte Puimorens, Ax-Les-Thermes, Font Romeu, Les Angles, Puyvalador, Formigueres, Puigmal 2600, Cambré d´Aze, Guzet, Les Mont d´Olmes, Ascou-Pailheres, Mijanes-Donezan.

Flora y Fauna bewerken

Flora bewerken

El icono por excelencia de la flora pirenaica ha sido desde siempre el Edelweiss o flor de nieve, actualmente sólo se encuentra en ciertas zonas de difícil acceso, como en la bajada entre Cañón de Añisclo y Pineta, o en las zonas altas del valle de Ordesa. Para más información visita la Web oficial de la flora y vegetación del Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido.

Si nos perdemos y no tenemos comida no es conveniente echar mano de la primera especie vegetal que veamos porque por ejemplo el acónito y las semillas del tejo son venenosas. El pino negro, y las hayas en las zonas húmedas también son muy comunes.

Fauna bewerken

El Pirineo supone un lugar único para la contemplación de diversas especies animales, por lo escarpado del terreno, que ha impedido hasta ahora la masificación humana, factor que siempre es un peligro para la biodiversidad. En estos últimos tiempos llama la atención la cantidad de marmotas, especie reintroducida en el Pirineo tras su extinción con ejemplares de los Alpes, que ante la ausencia de depredadores (sólo águilas) están viendo incrementada su población. Otra especie que se acostumbra a ver cuando se realiza algún tramo del GR-11 es el sarrio, conocido así en Aragón. En castellano se denomina rebeco o sarrio. También nos encontraremos con vacas, ovejas, caballos y cabras, que pastan a sus anchas por los prados pirenaicos. Por el aire, si prestamos atención, veremos entre los buitres algún quebrantahuesos. Si tenemos mucha suerte nos deleitaremos con el urogallo, la garduña, el alimoche, la rana pirenaica y el tritón pirenaico. Mucho más complicado es presenciar algún ejemplar de oso, a pesar de las reintroducciones que está llevando a cabo el Gobierno Francés con plantígrados eslovenos. Por desgracia el excursionista ya no podrá contemplar al bucardo (nombre aragonés con el que se denomina a la Capra pyrenaica pyrenaica) cuyo último ejemplar murió en extrañas circunstancias a finales del siglo XX.

Véase también bewerken

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pyrenees op Wikimedia Commons.

Categorie:Pyreneeën Categorie:Gebergte in Andorra Categorie:Aquitanië Categorie:Midi-Pyreneeën Categorie:Languedoc-Roussillon

 
Map of Arvand/Shatt al-Arab River.
is een rivier in Zuidwest-Azië van ongeveer 200 kilometer lengte, die de samenloop vormt van de Eufraat en de Tigris bij de stad al-Qurnah in de provincie Basra in Zuid-Irak. De rivier mondt uit in de Perzische Golf.

De rivier variëert in breedte van ongeveer 232 meter bij Basra tot 800 meter bij de monding in de Perzische golf. De Iraanse rivier de Karun mondt uit in de Sjatt al-Arab en voert grote hoeveelheden slib aan. Daardoor moet de rivier constant uitgebaggerd worden om bevaarbaar te blijven. <Overleg:Men denkt dat de Sjatt al-Arab vrij jong is, en dat de Tigris en de Eufraat vroeger via een kanaal verder westelijk uitmondden in de Perzische Golf.>

Conflicterende territoriale aanspraken en disputen over vaarrechten tussen Iran en Irak waren enkele van de belangrijkste aanleidingen tot de Irak-Iranoorlog die duurde van 1980 tot 1988, toen de situatie van voor 1980 werd hersteld. De Irakese steden Basra en Umm Qasr en de Iranese steden Abadan en Korramshahr zijn belangrijke havens aan deze rivier.

Controle over de waterweg en zijn functie als grensafbakening was een bron van conflicten tussen de voorgangers van de staten Irak en Iran sinds 1639, toen de Safawiden en het Ottomaanse Rijk een vredesovereenkomst tekenden, waarin de Sjatt al-Arab aan de hand van stamgebruiken en bondgenootschappen verdeeld werd. Voor de verdeling werd echter geen gedegen landmeting uitgevoerd. De stammen aan beide zijden van de rivier zijn echter Moerasarabieren, en het Ottomaanse Rijk beweerde dit volk te vertegenwoordigen. Spanningen tussen de rivaliserende mogendheden manifesteerden zich in een breed scala aan religieuze, culturele en politieke conflicten en leidden tot een uitbraak van vijandigheden in de 19e eeuw. Uiteindelijk, na lange onderhandelingen en de tussenkomst van Britse en Russische afgevaardigden, resulteerde dit in het Tweede Verdrag van Erzurum tussen de beide partijen in 1847.

Zelfs na dit verdrag duurden de conflicten voort. In 1851 merkte de Britse minister van buitenlandse zaken Lord Palmerston op dat "de grens tussen Turkije en Perzië nooit definitief vastgesteld kan worden behalve door een bemiddelingsbeslissing van de kant van Groot-Brittannië en Rusland". Er werd in 1913 in Constantinopel een verdrag getekend door het Turkse Comité voor Eenheid en Vooruitgang en Perzië, maar de Eerste Wereldoorlog deed alle plannen teniet.

De Britse adviseurs in Irak waren in staat de waterweg binationaal te houden door middel van het talwegprincipe, waarbij het midden van de waterweg de grenslijn vormt. Dit principe werkte in Europa, bijvoorbeeld in het geval van de Donau. Maar alle pogingen van de Verenigde Naties om te bemiddelen werden weerstaan. Onder leiding van de Ba'ath-partij eiste Irak de gehele Sjatt al-Arab tot aan de Iraanse kust op als Iraaks territorium. Maar in 1975 tekende Irak het Verdrag van Algiers waarin het de lijn in het midden van de rivier als officiële grens erkende. In 1980

However, in 1980, Saddam abrogated the treaty he signed, and Iraq invaded Iran. The main thrust of the military movement on the ground was across the Arvandrud. The waterway was the stage for most of the military battles between the two armies. The Arvandrud waterway was Iraq's only outlet to the Persian Gulf, and thus, its shipping lanes were greatly affected by continuous Iranian attacks. When the al-Faw peninsula was captured by the Iranians in 1987, Iraq's shipping activities virtually came to a halt and had to be diverted to other Arab ports, such as Kuwait and even Aqaba, Jordan. Later, and as the Persian Gulf War was looming, Saddam again recognized the Algiers Accord in order to appease Iranians before he could undertake an invasion of Kuwait.

In the latest invasion of Iraq 2003, the Arvandrud was a key military target for Allied Forces. Since it is the only outlet to the Persian Gulf, its capture was important in delivering humanitarian aid to the rest of the country, and also to stop the flow of illegal smuggling operations. The British Royal Marines staged an amphibious assault to capture the key oil installations and shipping docks located on the al-Faw peninsula at the onset of the conflict. Following the fall of the Saddam Hussein regime, the British Forces conducted military patrols along the Arvandrud waterway, and have begun to train Iraqi forces to take over the responsibility of guarding their waterways.

Also, during the recent conflict in Iraq, British servicemen were held for two days in June 2004 after apparently straying into the Iranian side of the Arvandrud. After being initially threatened with prosecution, they were released after high level conversations between British Foreign Secretary, Jack Straw, and Iranian Minister of Foreign Affairs, Kamal Kharrazi. The initial hardline approach was put down to power struggles within the Iranian government. The British marines' weapons and boats were confiscated.

After the War in Iraq in 2003, the UK was given responsibility, subsequently mandated by United Nations Security Council Resolution 1723, to patrol the waterway and the area of the Persian Gulf surrounding the mouth. They are tasked to make sure that ships in the area are not being used to transport munitions into Iraq. In March 2007, Iranian forces seized some Royal Navy personnel out in Gulf, causing a considerable diplomatic incident.

See also bewerken

References bewerken

External links bewerken