Gebruiker:GerardM/kladblok3

Inleiding bewerken

Het idee van een Germaans volk werd voor het eerst geopperd door Strabo, hij beschreef de Germanen als een barbaars volk die net als de Kelten in Noord-Europa leven. De term Germanen werd door Posidonus geintroduceerd, en daarna door Julius Caesar overgenomen in zijn “De bello Gallico”

De eenheid van de Germanen bestond eruit dat de diverse stammen hun taal en geloof met elkaar deelden. Ze hadden het besef van een gemeenschappelijke identiteit; dit bleek onder andere door de naam die ze voor niet Germanen hadden; Walha dit is terug te vinden in namen als Wales, Wallis, Wallonië en Walachije .

Het idee van een verenigd Germaans volk stamt uit de 19e eeuw. Daarvoor was er al een gezamelijke oppositie tegen het wereldlijk leiderschap van de paus van Rome. Dit kwam tot een hoogtepunt in de reformatie toen Luther en Calvijn een weg insloegen die van Rome weg leidde.

Oorsprong bewerken

De oorsprong van de Germanen, lijkt volgens archeologen en taalkundigen gelegen te liggen in Noordwest-Duitsland en Zuid Scandinavie. Een groep mensen met een gemeenschappelijke cultuur, leeft daar gedurende de late Europese bronstijd (1000 – 500 vChr). Het langdurig voorkomen van de Germanen in deze regionen blijkt ook doordat er geen plaatsnamen zijn die een oudere oorsprong hebben. De Germanen kunnen onderscheiden worden van de Kelten die meer zuidelijk langs de Donau en in de Alpen voorkwamen. De Germaanse cultuur werd gekenmerkt door kleine zelfstandige nederzettingen die vooral agrarisch van aard waren.

Taalkundigen hebben een proto germaanse taal ontwikkeld waarvan aangenomen wordt dat dit in die tijd gesproken werd.

De Romeinen bewerken

De details van de ontwikkelingen binnen de Germaanse stammen blijven obscuur tot de tweede eeuw voor Christus, Romeinse overleveringen vermelden Germaanse invasies in Gallië, Italië en Spanje wat leidde tot gevechten met het Romeinse leger. De dreiging van Germaanse invasies was een van de redenen die Julius Caesar aangaf voor het innemen van Gallië.

In de eerste eeuw, delen de Romeinen de Germaanse stammen in naar hun oorsprong:

Toen Rome haar grenzen meer en meer naar de Rijn en Donau verlegde, gingen de Keltische samenlevingen op in het Romeinse rijk en werden de gebieden ten noorden en oosten samen als Germania aangeduid. De verhoudingen tussen Germania en het Romeinse rijk wisselden van een staat van oorlog tot perioden waarin wederzijds handel gedreven werd.

Volksverhuizingen bewerken

Gedurende de 5e eeuw, trokken diverse Germaanse volken weg van hun traditionele gronden het uiteenvallende Romeinse rijk binnen. Ze kwamen daarbij in conflict met andere volkeren. Een nederlaag betekende dat een volk uiteenviel of opgenomen werd door het overwinnende volk. Zo gingen de Juten op in de Daner en de Götar op in de Svear. Naar Engeland trokken de Saksen, de Angelen en de Friezen. De Vandalen trokken eerst het Iberisch schiereiland in en daarna naar Afrika

Na de definitieve val van het Romeinse imperium werden de eens zo misprezen Germaanse volkeren de nieuwe meesters van Europa. De Visigothen heersten over een groot deel van Spanje, de Franken werden de meesters van Frankrijk, bijna heel het huidige deel van België, Nederland en het Rijnland, de Ostrogoten (Oost-Goten) vestigden op hun beurt hun macht in Italië en in een uitgestrekt gebied ten noorden en ten oosten daarvan.

Germaanse stammen bewerken