Gebruiker:Benedict Wydooghe/Evoluties in het welzijns- en veiligheidsdenken deel5a

HOOFDSTUK V: RENAISSANCE & HUMANISME, BAROK & VERLICHTING

Jean Fouquet schildert in het geboortejaar van Leonardo Da Vinci en een jaar voor de val van Constantinopel zijn Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen. Agnès Sorel (ca. 1422–1450) de maîtresse van Karel VII van Frankrijk is zijn model. Sorel is de eerste erkende maîtresse van de koning. Uit hun verhouding komen vier kinderen ter wereld. Na de geboorte van het jongste kind overlijdt zij in Jumièges, vermoedelijk vergiftigd door de latere koning Lodewijk XI.
1450-1789

.

Hoofdstuk V bestaat uit twee delen. Dit is het eerste deel: Renaissance, humanisme & barok. Klik hier voor het tweede deel.

.

DEEL I. RENAISSANCE, HUMANISME & BAROK: 1453-1650

Het nieuws over de val van Constantinopel in 1453 choqueert Europa en sluit de regio af van de wereld. De aanvoer van peper, om maar één voorbeeld te noemen, – de koning der specerijen - stokt en veroorzaakt een zoektocht die als de ontdekkingsreizen de geschiedenis ingaan. Twee succesvolle maritieme expedities op het einde van de eeuw maken van het geïsoleerde Europa plots het wereldcentrum waarbij handel, communicatie, transport en militaire slagkracht centraal staan. In 1492 maakt de bemanning van Columbus in het Caraïbisch gebied kennis met enkele gruwelijk schroeiende pepertjes, waarvan ze de smaak vergelijken met de oude Aziatische zwarte peper die al vier decennia niet meer in de handel is en enkele jaren later vaart Vasco Da Gama naar zuidelijk Afrika en zeilt hij door naar Indië. Met deze twee reizen klimt Europa op tot de spil tussen oost en west. Om het kanonvuur te weerstaan, verlagen en verdikken steden hun middeleeuwse muren en torens, maar natuurlijk lang niet overal even snel. Lage, dikke muren maken het doelwit en het instortingsgevaar kleiner. Kwetsbare delen zoals kantelen, rechte muren en de poorten krijgen aandacht. De kantelen verdwijnen, voor de muren komt een aarden wal en voor de ingangspoort komt een bolwerk (boulevard genoemd). Ze houden de aanvaller op afstand en ze vermijden het flankvuur. Voor steden die zich niet aanpassen betekent dit grove geschut de ondergang, met als meest gekende voorbeeld Constantinopel in 1453. De Osmaanse sultan Mehmet II laat een Hongaarse smid een indrukwekkend kanon maken met een schietafstand van anderhalve kilometer (?). Het kanon krijgt de bijnaam Mahometta en schiet zichzelf zoals gebruikelijk stuk. Mehmet houdt zijn beleg vol met alternatieven. Na 54 dagen valt de hoofdstad van het duizendjarig rijk. Na het beleg horen de Ottomanen de Griekse inwoners spreken over 'eis ten polis' wat ‘onze stad’ betekend. De Turkse verbastering laat niet lang op zich wachten: 'Is-tan-bul'. Veel Byzantijnse wetenschappers zijn naar het Westen gevlucht. Daar blazen ze met hun kennis en hun boeken de oude Romeinen en de oude Grieken nieuw leven in: de Renaissance is begonnen.

.

Wat is er mooier dan de met planten getooide wereld te aanschouwen, als was het een rijk geborduurd gewaad, bezet met oosterse parels en bestrooid met de grootste verscheidenheid aan zeldzame en kostbare juwelen?

John Gerard, Herbal, 1597

.

Het gezond verstand is het best verdeelde goed ter wereld, al was het maar omdat iedereen er zo veel denkt te hebben dat zelfs zij die anders het moeilijkst tevreden kunnen worden gesteld, er doorgaans niet meer van willen hebben dan ze al bezitten. En het is niet waarschijnlijk dat iedereen zich daarin vergist; veeleer blijkt daaruit dat het vermogen om goed te oordelen en waar van onwaar te onderscheiden van nature gelijk is in alle mensen; en derhalve dat alle meningsverschil niet voorkomt uit het feit dat sommigen redelijker zouden zijn dan anderen, maar enkel dat onze gedachten niet gelijk verlopen en dat wij niet aan dezelfde dingen aandacht besteden.

.

Omdat ik ongeletterd ben, zeggen ze dat ik me niet kan uitdrukken. Die mensen begrijpen niet dat mijn ideeën berusten op ervaring, niet op andermans taal.

.

There's method in my madness

.

Klik hier voor de Powerpoint die bij de cursus hoort. (De ppt loopt verder dan de behandelde periode, ze loopt tot het einde van de 19de eeuw.)

.

Tijdlijn bewerken

 >>> 1450  ->> 1453  ->> 1492  ->> 1500  ->> 1517  ->> 1555  ->> 1566  ->> 1600  ->> 1648 >>>

.

Korte inhoud bewerken

Dit deel bespreekt grosso modo de tweede helft van de vijftiende tot de eerste helft zeventiende eeuw (1450-1650). De Renaissance blikt vol bewondering terug op de antieke denkers die leefden van het midden van de vijfde eeuw tot aan het eind van de vierde eeuw voor Christus: Socrates, Plato, Aristoteles en Archimedes. Tijdens de Renaissance verzamelt de Italiaanse aristocratie, patriciërs en geestelijken exotische dieren bij hun landhuizen en in hun stedelijke villa's. De tuin van Villa Borghese in Rome is het voorbeeld bij uitstek. De bewondering van de renaissancemens over de oudheid is dermate groot dat ze die - in tegenstelling tot de middeleeuwer - gaan nabootsen. Hun onderzoek creëren in Europa een mens- en wereldbeeld dat systematiek toont, stilaan ontdaan van magische en religieuze interpretaties. De denkers van deze tijd worden humanisten genoemd waarvan Desiderius Erasmus, Thomas More en Juan Luis Vives je misschien bekend in de oren klinken.

.

 
♣ De periodisering van de Middeleeuwen tot omstreeks 1453 zou kunnen suggereren dat de overgang naar de Renaissance een soort abrupte historische breuk vormt. Niets is minder waar. De Renaissance en het Humanisme vormen een overgangstijd. Eeuwenlang is de Renaissance omschreven als een overwinning op de 'duistere' Middeleeuwen. Genuanceerder zeggen historici tegenwoordig dat deze periode de moderniteit en het rationalisme aankondigt. Immers, veel Middeleeuws erfgoed wordt gecontinueerd. Het magische denken (de heksenprocessen in Vlaanderen kennen hun hoogtepunt in de periode 1590-1610) en alchemistisch denken (sommige humanisten zijn hiervan doordrongen) verdwijnen niet met een pennentrek. Geesten rijpen traag en dat is te zien in de tuinarchitectuur. De les over de Middeleeuwen eindigde met de Middeleeuws tuin. Daarom beginnen we nu met een tuin uit de Renaissance. Er bestaat natuurlijk geen tuin meer uit die dagen, maar het gaat - net zoals in de Middeleeuwse tuin - om het symbool ervan. Waar de Middeleeuwse Hortus Conclusus een tuin van de kuisheid is en de tuin der minne een tuin van de onkuisheid is, kondigt de eenhoorn een verhoogde preutsheid aan. Deze Nieuwe tijd doen de schaamte en het zoeken naar privacy hun intrede en worden wellust en naaktheid steeds meer als 'fout' bestempeld. De verpreutsing wordt versterkt door de geslachtsziekte Syfilis (meegebracht uit de nieuwe wereld) en de komst van het Protestantisme in 1517. Dat leidt tot een nieuw tuintype, de tuin der lusten, een moraliserende prent van Jheronimus Bosch die een tijdlang in Brussel vertoefde en nu in het Museo del Prado in Madrid te zien is. Jheronimus Bosch schildert zijn Tuin der lusten mogelijks in opdracht van Hendrik III van Nassau (1483-1538) voor zijn schilderijengalerij op de Kunstberg in Brussel. De datering is niet precies. Als vindingrijk artiest is Bosch een radicaal vernieuwer in de beeldtraditie, zo radicaal dat zelfs tijdgenoten geen raad weten met de interpretatie van dit werk. In deze nieuwe compositie krijgen mensen individuele gelaatstrekken. Toch blijft zijn tuin der lusten verwijzen naar de Middeleeuwse, goddelijke orde: het landschap lijkt schuldig en confronteert de kijker met de slechtheid van de mens, de vervreemdende monsters, vliegende vissen en de uitvergrote kunstmatige flora en fauna. De twee buitenpanelen tonen de overgangsfase van de platte Middeleeuwse wereld naar de aarde die rond is: een sferische constructie die het midden houdt tussen de aardglobe (waarvan de eerste versies in 1492 in Neurenberg verschijnen) en middeleeuwse mappae mundi (platte cirkelkaarten). Kende Bosch de globes uit Neurenberg? Of heeft het schilderij de globemakers in Neurenberg beïnvloedt? 's-Hertogenbosch had in die dagen intense handelscontacten Neurenberg. Eenmaal geopend laat het schilderij zich lezen van links naar recht als een wereldgeschiedenis. Links het aards paradijs met Adam en Eva (het verleden), het middenpaneel toont de zondige, wellustige mens (het heden) en het rechtse paneel toont de toekomst. Als de mens zijn gedrag niet verandert, eindigt de hele mensheid in de hel. De kunsthistoricus Charles de Tolnay noemt dit volmaakte 'laatgotische' kunst waar anderen er Renaissance in zien. Een gelijkaardige dualiteit is bij de Vlaamse Primitieven te vinden. Johan Huizinga geeft hen het etiket 'laatmiddeleeuws' als hij schrijft 'Zoo is het naturalisme der Van Eyck's, dat men in de kunstgeschiedenis pleegt op te vatten als een element, dat de Renaissance aankondigt, veeleer te beschouwen als de volledige ontplooiing van den laat-middeleeuwschen geest.' Andere historici oordelen anders en zien de Vlaamse Primitieven als de grondleggers van de Noordelijke Renaissance en stellen dat ze de Italiaanse renaissance beïnvloeden. Ziehier alweer de tegenstelling tussen het circulair en lineair denken. Bosch stierf in 1516 en heeft dus nooit het protestantisme gekend en zijn drieluik schildert hij wellicht tussen 1480 en 1490. Van enige invloeden van de nieuwe wereld is in het werk ook geen sprake. In een volgend tuintype, typerend voor de zestiende eeuw, zullen de invloeden van 1492 en 1517 wel duidelijk aanwezig zijn: de meerpadige doolhof kondigt zich aan.

We starten omstreeks 1453. Dan gebeuren er zeven zaken die de wereld een andere wending geven.

.

1. Er is de Val van Constantinopel die voor een braindrain naar het Westen zorgt: dankzij de Turkse verovering raken hele bibliotheken met boeken van de antieken in het Westen dat zo zijn klassiekers opnieuw leert kennen. [Niet alle historici zijn hiervan overtuigd: deze eenvoudige verklaring van het ontstaan van de renaissance gaat voorbij aan de plundering en de verwoesting van Constantinopel omstreeks 1200 door de kruisvaarders en gaat eveneens voorbij aan het feit dat de antieke teksten ook in het middeleeuwse Europa bekend zijn. De catalogi van abdijbibliotheken bewijzen dit ten overvloede. Om een willekeurig voorbeeld te nemen, in de bibliotheek van Mont-Saint-Michel steekt Cato, Plato, Aristoteles, Cicero, Vergilius, Horatius... Bernardus van Chartres waardeerde die klassieken met zijn klassieke uitspraak 'Wij zijn dwergen, staande op de schouders van reuzen. Gedragen door de ouden zien we verder dan hen'.[2]

.

2. Er is de uitvinding van de boekdrukkunst en de komst van de bril. Niettemin maken de kloosters een laatste bloeitijd mee, er komen er nieuwe bij andere hervormen zich. Het copieren blijft een prominente activiteit.

.

♥ LUISTERFRAGMENT B. WYDOOGHE LEEST VOOR UIT JACQUES ATTALI

.

3. Er is de druk van de allereerste bijbel die zal leiden tot de reformatie in 1517, tot de contrareformatie in 1550, de tachtigjarige oorlog en de uitroeiing van de heksen.

.

4. Er is de fenomenale slagkracht van het buskruit: dat is in staat om muren (van Constantinopel) te vernietigen en zal de ondergang van de riddertijd betekenen.

.

5. Er is de geboorte van Columbus (°1451-+1506). De Turkse veroveringsdrift (en met als hoogtepunt de val van Constantinopel) zorgt er in de vijftiende eeuw voor dat de Europeanen andere routes gaan zoeken om naar Indië en China te reizen. Na 1453 intensiveren de ontdekkingsreizen, niet over land, maar via de zee. Hendrik de Zeevaarder (1394–1460) is anders dan zijn bijnaam anders doet vermoeden, geen echte reiziger maar financier en initiatiefnemer van de reizen die het Portugese wereldrijk uit zullen bouwen. Het begrip ontdekkingsreizen is niet gemonopoliseerd voor Europa. Ook andere culturen verkenden de wereld buiten hun grenzen: de Arabieren ontdekten grote Afrikaanse gebieden en in de veertiende eeuw vaart de Chinese vloot tot bij Madagaskar.

.

6. Lorenzo Ghiberti (°1378-+1455) portretteert zichzelf op de deuren van de Dom in Florence in 1452. Waar de middeleeuwse kunst anonieme kunst was (omdat de kunst god toekomt), is de renaissancemens niet langer gegeneerd en cijfert hij zichzelf niet langer weg. Kunstenaars ondertekenen hun werk of gaan zichzelf afbeelden. Jan Van Eyck laat zichzelf opduiken in het Portret van een man met rode tulband in 1433. Een jaar later duikt hij op in het midden van het Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw waar een ronde spiegel de schilder toont. In 1436 doet hij het opnieuw in de Madonna met kanunnik Joris van der Paele: hijzelf wordt gespiegeld in het harnas. Albrecht Durer zal omstreeks 1500 zijn zelfportret schilderen en Benvenuto Cellini schrijft in 1558 een van de eerste autobiografieën.

.

7. Het leven van Jheronimus Bosch (1450-1516) omvat en illustreert de tijdsgeest van de eerste helft van deze periode perfect. Zijn tuin der lusten toont dat de overgang van de Middeleeuwen naar de Renaissance geen breuk maar een continuering is. Bosch kent het middeleeuwse symbolisme en is tegelijk op de hoogte van het discours dat aan de reformatie vooraf gaat en de christelijk humanistische leer die nu opgeld maakt. De humanist Dominicus Lampsonius ziet in de duistere kunst van Bosch een zwartgallige geest, want enkel mooie en goede mensen maken mooie kunst. Voor Lampsonius lijk Bosch zelf in de hel te zijn geweest. We komen er op terug.

.

Dit is het begin van de Renaissance en die loopt tot het einde van de tachtig jarige oorlog tot 1648. De periode 1550-1648 laat zich omschrijven als 'Oranje tegen Spanje.'[3] Daarna start de Verlichting (zie deel 6). Als de tachtigjarige oorlog in 1648 tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden ten einde loopt, luidt dit geen vredesperiode in, maar een reeks oorlogen met de machtigste vorst van Europa: Lodewijk XIV.

.

♠ Ergens tussen 1450 en 1500 wordt Elckerlijc geschreven. BEELDFRAGMENT KIJKEN NAAR ELCKERLIJC

.

Kijken naar zelfportretten

.

.

Tweede helft vijftiende eeuw bewerken

 
Het Beleg van Belgrado (1456) duurde van 4 juli tot 22 juli waarbij sultan Mehmed II Hongarije wil onderwerpen. Johannes Hunyadi leidde de tegenaanval succesvol.

.

BEELDFRAGMENT RENAISSANCE IN FLORENCE (14.10 Min.)

.

Jaren vijftig bewerken

.

BEELDFRAGMENT HET VERHAAL VAN EEN TAAL

.

Geschiedenis boekdrukkunst in Polygoonjournaal, 1973. 1. Er is een verband tussen de ontwikkelingen in de militaire strategie en de ondergang van het Oost-Romeinse Rijk. 2. En, er is een verband tussen de uitvinding van de boekdrukkunst en de val van Constantinopel. Kan je dit verband uitleggen?
 
♣ De Osmaanse sultan Mehmet II, een kosmopoliet met culturele belangstelling, beschikt in 1453 over wat zijn tegenstrevers in Constantinopel missen: geld. Het stelt hem in staat om een Hongaars kanon te komen. In deze illustratie ruikt hij aan een roos, ze wijzen op zijn intellectuele en spirituele verfijning en zijn liefhebberij van het bekijken van tuinen en naar zijn vorstelijke macht in Azië, Griekenland en Trebizonde. De boogschutterring om zijn duim is een verwijzing naar zijn militaire en jagersprestatie.[4]
1450
  • (Ca.). Boekdrukkunst uitgevonden.
  • Kanonnen en het buskruit krijgen voldoende slagkracht om stadsmuren te ruïneren. De Dulle Griet is oude technologie.

.

1451

.

1452

.

1453


.

.

  • 1455
    • Gutenberg voltooit zijn Vulgata: de eerste niet geschreven bijbel. Gutenberg bleek niet in staat om zijn lening voor de drukpers terug te betalen en stond zijn revolutionaire machine af aan zijn geldschieter.
    • Gerard David geboren (+1523).

.

.

.

LUISTERFRAGMENT GILLES BINCHOIS.

.

.

.

.

Kijken

.

.

Jaren zestig bewerken

 
Filips de Goede (1396-1467) was een halve eeuw hertog van Bourgondië en landsheer van Vlaanderen.
 
In de tweede helft van dit decennium werkt Hans Memling aan dit Laatste oordeel. Hij werkt in opdracht van Angelo Tani die de Italiaanse bankiersfamilie De' Medici in Brugge representeert. Samen met zijn vrouw Caterina Tangeli prijkt hij op de buitenzijde van de zijwanden. Het schilderij - bedoeld voor de Italiaanse kerk in Fiesole wordt bij de verscheping in 1473 gekaapt door de Hanze-kapitein Paul Beneke. Die brengt het naar zijn geboortestad: Gdańsk, waar het tot op heden is. Het schilderij toont de dag des oordeels. Aartsengel Michaël weegt aan Christus' voeten de zielen. Een duivel poogt het oordeel in zijn voordeel te wenden. Is de zondaar in de balans aan Michaëls rechterhand Tommaso Portinari? Links leidt Petrus de uitverkorenen de hemel in, rechts gaan de verdoemden de hel in. In die dagen is Hans Memling nieuw in Brugge. Hij is sinds 1465 poorter. Hij werkt vooral voor buitenlandse bankiers en kooplui. In 1466 bezit hij reeds een stenen huis. Al snel behoort hij tot de tien procent rijkste Bruggelingen en tot de 875 inwoners, die een pond belasting inbrengen voor de oorlogskosten die Maximiliaan van Oostenrijk gehuwd met Maria van Bourgondië in 1477) maakt tegen Frankrijk. De economische crisis zal Memling financieel ten gronde richten. Hij wordt in 1494 begraven zonder dat hij zich een graf in de kerk kan permiteren. Wat Memling is voor Brugge, is Dirk Bouts voor Leuven en Hugo van der Goes voor Gent. Zijn werk onderscheidt zich door de luttele verflagen waardoor hij een basistekening laat doorschemeren. Als het portret mode wordt, experimenteert hij als eerste met landschapsportretten. De Mona Lisa (ca. 1503-1519) van Da Vinci is in die zin schatplichtig aan Memling.[5] Merkwaardig: Memlings werk verwijst nauwelijks naar de woelige Bourgondische periode die samenvalt met zijn leven.


.

1460

.


  • Ontdekking Kaapverdië, een steunpunt voor de Portugese zeevaart.

.

.

.

  • Tijdens een beleg explodeert een kanon van koning Jacobus II van Schotland. De koning en een deel van zijn gevolg overlijdt.

.

1461

.

1462

.

.

.

1463

.

1464

.

  • Van het plan om een kruistocht tegen de Ottomanen te houden komt niets in huis. De Paus overlijdt.

.

.

1465

.

  • Hans Memling wordt poorter van Brugge. In 1466 bezit hij reeds een stenen huis, hij is dan ongeveer dertig jaar oud. Later zal hij er een tweede verwerven.

.

1466

.

.

1467

.

  • Filips de Goede overlijdt en verzoent zich met zijn zoon Karel de Stoute in het Prinsenhof in Brugge. De Gentenaar Hugo van der Goes haalt zijn meesterschap en luistert de uitvaart van Filips de Goede op. Karel is een emotioneel onvoorspelbare en gewelddadige graaf - sommigen schrijven hem een stoornis toe. De toevoeging 'de Stoute' is een romantische benadering/toevoeging uit de negentiende eeuw en betekent 'dapper' of 'onbezonnen' of 'stoutmoedig'.

.

  • Adolf Rusch drukt in Straatsburg De sermonum proprietate sive Opus de universo van Rabanus Maurus. Het is het eerste gedrukte boek over dieren. Veel aandacht gaat naar het 'nuttige' dier: paarden, koeien en geiten.

.

1468

.

.

1469

.

.

.

.

.

Kijken

Tijdens de Renaissance wordt het portret populair. Het zijn de foto's van de eeuw weliswaar niet gemaakt door een portretfotograaf, maar door een ingehuurde schilder voor wie het betalen kan. Voor de selfie of het eerste zelfportret is het wachten op Albrecht Dürer. Die voltooit het eerste zelfportret in de geschiedenis in 1493. Voor de allereerste autobiografie is het nog ruim een halve eeuw wachten: die is van de hand van Benvenuto Cellini waaraan hij in 1558 in Florence begint. Het boek is een van de markantste renaissance-geschriften. Cellini geeft een bijzonder kleurrijk beeld van zichzelf en zijn onvoorwaardelijk geloof in zijn eigen kunnen. 'Na de dood van Piero della Francesca en Lorenzo de' Medici, verplaatst de Europese kunst zich van Florence naar Rome, van de werkplaats naar de individuele kunstenaar, van het mysterie naar het theater, van ceremonie naar voorstelling, van de vorst naar de burger. Om goed "uit te beelden" moet men zich laten zien en leren kennen. Het beeld is niet langer allegorisch maar geseculariseerd' schrijft Jacques Attali in zijn 1492 (p. 248).

.

.

Jaren zeventig bewerken

 
Martin Schongauer (ca. 1435-1450-1491), een Duits graficus en kunstschilder schildert in 1473 zijn "Madonna in de Rozenhaag." De Duitse en Europese prentmaker van de generatie vóór Albrecht Dürer lijkt veel invloed te hebben op de esthetica van de Mechelse hofjes.
 
Druk-replica in het stedelijk museum 't Gasthuys Aalst. In 1473 keert Dirk Martens terug naar zijn geboortestad Aalst en start er een drukatelier. Hij publiceert drie werken waaronder het boek Over de twee geliefden van Enea Piccolomini en Speculum conversionis peccatorum (Een spiegel van de bekering van de zondaars). Het zijn de eerste gedrukte boeken in Vlaanderen. Duitsland, Italië en China gingen de drukkunst in Vlaanderen vooraf.

.

1470

.

.

  • De eerste drukpers in Parijs drukt de Griekse klassiekers in het Latijn.

.

1471

.

.

.

1472

.

  • Amsterdam verbiedt sneeuwbal-gooien: 'Neymant en moet met sneecluyten werpen nocht maecht noch wijf noch manspersoon.'

.

1473

.

  • De heetste zomer in de geschiedenis. De lente begint in maart. 1540 breekt het volgend record.

.

  • William Caxton die in Keulen het drukken leerde, drukt zijn eerste boek in Vlaanderen (in het Engels) en gaat naar Londen en publiceert er een boek over de Trojaanse oorlog.

.

.

  • Dirk Martens keert terug naar zijn geboortestad Aalst om er te drukken. Later werkt hij ook in Leuven en Antwerpen. Hij drukt 56 jaar tot 1529. 270 uitgaven zijn bekend waaronder werk van Erasmus en de eerste druk van Thomas Mores Utopia en Latijnse, Griekse en Hebreeuwse teksten.

.

.

1474

.

1475

.

  • Dirk Bouts, de Vlaamse schilder overlijdt op 65-jarige leeftijd.

.

.


.

1476

.

  • Vlad III, beter gekend als graaf Dracula gaat strijdend ten onder.

.

1477

.

.

  • Zijn dochter Maria volgt hem op.

.

.

  • ♣ De Delftse Bijbel, het eerste gedrukte Nederlandstalige boek verschijnt. De uitgevers zijn Jacob Jacobszoon van der Meer en Mauricius Yemantszoon van Middelborch. De tekst beperkt zich tot het Oude Testament zonder Psalmen. Van de 250 stuks bestaan er nog een zestigtal. In 1478-79 verschijnt de Keulse bijbel: de integrale Bijbeltekst. Engelse, Franse en Duitse vertalingen volgen later. Om deze 'wildgroei' van niet officiële bijbels tegen te gaan, baseert Erasmus zich bij zijn vertaling op Hebreeuwse en Griekse bronnen. Ook die versie krijgt geen autorisatie van de kerk. Luther zal zich op de tekst van Erasmus baseren voor zijn Duitse versie. De Lutherbijbel verschijnt in 1522-23. De hernieuwde interesse naar de 'ware aard' van God - bijbels laten nu interpretaties toe en de interpretatie is zelfs noodzakelijk aldus het protestantisme - wakkert ook de interesse voor de natuur opnieuw aan bij figuren zoals Conrad Gessner (1516-1566), Pierre Belon (1517-1564), Thomas Moffet (1553-1604), Ulisse Aldrovandi (1522-1605). De studie van het boeck der natuere is zo een wetenschappelijke en religieuze activiteit. In de Noord-Europese landen waar het protestantisme een staatsgeloof wordt, voltrekt er zich een wetenschappelijke revolutie.[6]

.

De Bourgondiërs met Bart Van Loo - Aflevering 8

.

1478

.

  • Antwerpen sluit een handelsverdrag met de Hanze en neemt de rol van Brugge, dat aan het verzanden is, geleidelijk aan over.

.

  • Geboorte van Thomas More (+1535) en Baldassare Castiglione (+1529).

.

.

1479

.

.

.

Kijken

.

.

Jaren tachtig bewerken

 
Omstreeks 1483 schildert Sandro Botticelli zijn Geboorte van Venus. Het is te zien in de Uffizi-galerij in Florence.

.

1480

.

  • Overstromingen aan de Vlaamse kust verzwelgen Breskens

.

  • Antwerpen is de grootste stad in de Nederlanden en telt 33.000 inwoners.

.

1481

.

.

  • De kroniekschrijver Jean Molinet ziet die winter ‘vogels dood uit de hemel vallen, bomen sterven rechtstaand en ruiters vriezen dood op hun paard.’[7]

.

  • Tijdens de winterfeesten organiseren de Bourgondiërs tornooien op de markt van Brugge.

.

  • William Caxton publiceert Reynard the Fox in het Engels, hij vertaalde het uit het Nederlands.

.

1482

.

  • Adolf van Ravenstein verleidt Maria van Bourgondië tot een jachtpartij. Na een val van haar paard in Wijnendale overlijdt ze in het Prinsenhof (Brugge) in Brugge. Ze was 25. Archeologisch onderzoek uit 1979 toont aan dat ze reeds elf tanden ontbrak. De tijdgenoot weet niet waaraan Maria sterft. Datzelfde onderzoek wijst uit dat haar polsen zijn gebroken en drie ribben. Een longinfectie ondertekende haar vonnis. De rol die zij niet kon spelen, werkt dubbelop in haar stamboom. Bart van Loo omschrijft ze als de ‘schakel’ tussen twee tijdperken. Haar grootvader: Filips de Goede, haar kleinzoon: een wereld-heerser: Keizer Karel.[8]

.

  • Joos van Ghistele, een reiziger uit Gent beschrijft de Egyptische banaan als lekker en zoet, het pellen vergelijkt hij met dat van een sinaasappel en de smaak vergelijkt hij met meloen.

.

1483

.

.

.

.

1484

.

.

.

.

1485

.

.

  • De Engelse zweetziekte teistert Europa en verdwijnt in 1552 zoals ze kwam: geheimzinnig.

.

1486

.

1487

.

.

1488

.

.

.

1489

.

.

.

Kijken

.

.

Jaren negentig bewerken

 
De mens van Vitruvius, omstreeks 1490.
 
Vestingen ontwikkelen zich als verdediging op de kanonnen. Voor de komst van de kanonnen, is een verdedigingsmuur zo hoog mogelijk. En doorgaans is die smal. De enige functie is: hier klim je niet over, hier kom je niet binnen. Krijgers die de muur benaderen om die te slechten, bevinden zich in een uitermate gevaarlijke positie, op een ondertunneling na. Teer, pek, uitwerpselen, alles krijgen ze over zich heen. Het buskruit en kanonnen veranderen alles: doden en schieten van op afstand. Om zich te verdedigen tegen de beschietingen verdikken steden hun muren en om de eigen kanonnen in te zetten in alle richtingen verlagen de muren en krijgen ze een uitgesproken vorm: een stervormig fort. De uitsteeksels zorgen dat de defensie in alle richtingen mogelijk is en dat de cruciale muren goed verdedigd zijn. Dit schema van (een niet-bestaande) vesting toont de onderdelen en voorwerken: (1) Flank (2) Gordijn (3) Keel (4) Face (van bastion) (5) Vuurlijn (7) Glacis (8) Bedekte weg (9) Contrescarp (10) Gracht (11) Cunette (12) Escarp (13) Berm (14) Buitentalud van vestingwal (15) Plongee (16) Banket (17) Walgang (18) Binnentalud (19) Glacis (bovenaanzicht) (20) Tenaille (als buitenwerk) (21) Halve maan (22) Hoornwerk (23) Vestinggracht (24) Bastion (met gebogen flanken en orreillons) (25) Ravelijn (26) Bastion (Oud Nederlands vestingstelsel) (27) Dubbele Tenaille (als voorwerk) (28) Wapenplaats (29) Bedekte weg (30) Contre garde (31) Gordijn (32) Tenaille (als verdediging van de courtine) (33) Papenmuts (34) Kroonwerk (35) Bekleding van de wal (36) Citadel (37) Faussebraye (onderwal) (38) Terreplein. Een vroege fortenontwerper was Leon Battista Alberti.

.

BEELDFRAGMENT 1492 & COLUMBUS

.

B. WYDOOGHE & R. PERNOUT OVER DE TERUGKEER VAN DE SLAVERNIJ


.

1490 bewerken

.

1491 bewerken

.

.

.

 
Columbus vertrekt naar de Nieuwe Wereld op 3 augustus 1492. Waar hij zal uitkomen weet niemand. Zijn vloot bestaat uit drie schepen met een hoop boeven. Om de gevolgen van de gebeurtenis te begrijpen, gebruiken historici de term Columbiaanse uitwisseling. Deze term om de uitwisseling van gewassen, ziekten en culturen tussen de Oude Wereld en de Nieuwe Wereld na 1492 te omschrijven, is voor het eerst gebruikt door de historicus Alfred W. Crosby in The Columbian Exchange uit 1972. Voorwaarden om tot ontdekkingsreizen over te gaan: 1. de Turkse bezetting van de specerijenroute doet een nood ontstaan; 2. de uitvinding van het kompas; 3. boten moeten navigeren en zich verdedigen; 4. dit kan dankzij de sterrenkunde die een wetenschap en het kompas en het buskruit; 5. de cartografie baseert zich op de wiskunde; 6. boten dienen de oceaanvaart aan te kunnen: ontwikkeling van de kogge naar het karveel; 7. de middeleeuwse kustvaart verandert in oceaanvaart; 8. er dienen voldoende mensen zich achter het project te scharen. De gevolgen van de ontdekkingsreizen: 1. de import van landbouwgewassen - maïs, aardappel... - komt de voedselproductie ten goede; 2. zo hoeven sommigen niet langer van de landbouw te leven en kunnen ze zich aan pre-industriële activiteiten wagen; 3. ziektes worden internationaal gedeeld; 4. de slavernij wordt opnieuw ingevoerd (driehoekshandel). 'Europeanen die de lading van alle schepen die de oceaan overstaken bijhielden en registreerden stonden versteld van een buitengewone asymmetrie' schrijft de Amerikaanse historica Jill Lepore in haar geschiedenis van de V.S. 'Mensen werden vanuit Europa en Afrika verscheept naar Amerika; rijkdommen werden vanuit Amerika verscheept naar Europa en dieren en planten vonden hun weg van Europa naar Amerika. Maar vanuit Amerika kwamen slechts weinig mensen of dieren of planten naar Europa of Afrika, althans niet met succes. "Het lijkt alsof er een of andere onzichtbare barrière bestaat die een overtocht in oostelijke richting verhindert maar in westelijke richting toestaat", schreef later een botanicus. Het eenrichtingsverkeer van mensen sprak voor zich: mensen hadden de macht over schepen en vervoerden veel meer mensen naar het westen dan naar het oosten, soldaten en missionarissen, kolonisten en slaven. Maar het eenrichtingsverkeer van dieren en planten bleef eeuwenlang een mysterie.'[9] Darwin zou een verklaring bieden. Om voorbeelden te geven, gingen van de oude wereld naar de nieuwe: de ezel, de geit, de kameel, de kip, de kwartel, het paard, het schaap, het rund en het varken. Van de nieuwe wereld naar de oude kwamen de alpaca, de cavia, de kalkoen en de lama. Gewassen die de overtocht maakten naar de nieuwe wereld waren: de banaan, de erwt, gerst, haver, koffie, kool, linze, peer, perzik, rijst, rogge, sla, tarwe, tuinboon, ui en suikerriet. Uit Amerika kwamen de aardappel, de aardbei, ananas, avocado, de gewone boon, de cacaoboom, cassave, mais, papaja, pinda, pompoen, rubber, tomaat en zoete aardappel. De tuinen die Afro-Amerikaanse slaven in de V.S. in de zestiende eeuw aanleggen, verborgen achter het herenhuis op de plantage, zijn belangrijk voor de tuingeschiedenis. Naast het verzorgen van de gewassen van slaveneigenaren, vinden veel Afro-Amerikanen tijd om hun eigen tuinpercelen te cultiveren. Deze tuinen zorgden voor extra voedsel voor hun gemeenschap en leveren soms winst op.[10] Hier is de etymologische oorsprong van het woord barbecue te situeren. In lange greppels branden ze hout om tot smeulende kolen. Grote stukken vlees, geprepareerd met kruiden, boter, zout, mosterd of azijn steken op staken of liggen op groene takken die ze barbacoa noemen. Columbus leert het woord kennen als hij het Caraïbisch gebied binnenvoer.[11]

1492 bewerken

.

  • Columbus vertrekt vanuit de haven van Palos de la Frontera voor een moeilijke reis van twee maanden. Zijn bemanning: 87 mannen op drie schepen: de Nina, de Pinta en de Santamaria, de meeste matrozen zijn criminelen, misdadigers of boeven.

.

  • Ontdekking van San Salvador door Columbus (hij geeft het eiland zelf deze naam). Columbus meldt iets vreemd. Indianen rollen droge kruiden in papier, steken dat in brand en inhaleren.

.

.

.

  • Val van het laatste Arabische gezag in Granada.

.

  • Ca. Geboorte van Juan Luis Vives in Valencia als oudste van vijf kinderen. Zijn ouders zijn intellectuele joden die zich tot christenen bekeerden. Zijn moeder sterft in het eerste decennium van de zestiende eeuw en zijn vader wordt op de brandstapel geplaatst in 1524. De inquisitie laat haar in 1528 opgraven om haar postuum op de brandstapel te plaatsen. In 1512 zal Vives naar Brugge trekken.

.

.

1493 bewerken

.

  • Op 4 maart is Columbus terug in Lissabon. Hij wacht een maand voor hij zijn verslag presenteert aan zijn opdrachtgevers uit Spanje, koning Ferdinand en koningin Isabella. Op zijn tweede expeditie (tot 1496) ontdekt Columbus Puerto Rico en Jamaica. De vloot is niet te vergelijken met die van 1492, noch in bemanning (een handvol ex-criminelen), noch in het aantal schepen (drie). Columbus voert nu het bevel over een vloot van zeventien schepen en een twaalfhonderd manschappen. Plots wil iedereen de overtocht maken. Twee Vlaamse missionarissen vergezellen hem: Jean de la Deule en Jean Cousin. Behalve mensen steken in het ruim van de boten ook planten en dieren (telkens twee aan twee, een mannetje en een vrouwtje) die de overtocht maken: paarden, varkens, kippen geiten, schapen en runderen. Vermits ze er geen natuurlijke vijanden vinden en beschikken over overvloedig voedsel, planten de beesten zich voort in een nooit gezien tempo. Planten die de overtocht maken zijn: stekken van graansoorten, meloenen, uien, radijzen, suikerriet, kikkererwten. Zijn reis duurt tot 1496.

.

.

1494 bewerken

.

.

  • Hans Memling overlijdt in Brugge en kan zich geen graf in een kerk permitteren. Het symboliseert de ondergang van Brugge als wereldstad.

.

1495 bewerken

.

  • Columbus bracht de Syfilis mee uit de nieuwe wereld. Nu wordt de ziekte voor het eerst vastgesteld in Europa. Zweren bedekken het lichaam van hoofd tot knieën. 'Huid valt gewoon van het gezicht.' De zieke overlijdt binnen enkele maanden. De ziekte introduceert de preutsheid die de late Renaissance en de godsdienstoorlogen zal kenmerken.

.

.

1496 bewerken

.

  • Voor het eerst vertrekt uit Spanje een bruid met 20.000 mensen (kamerheren en -vrouwen, hofdames, lijfknechten, thesauriers en grootmeesteressen) met een vloot van 130 schepen van Laredo naar Antwerpen. Tijdens de tocht van twee maanden lijdt niemand honger: aan boord zijn 400 wijnvaten, 85.000 pond vlees, 50.000 haringen, 1.000 kippen en 6.000 eieren. Een paar schepen zinken tijdens een storm. In Antwerpen wacht een grandioze plechtigheid. Op 19 oktober is Johanna in Lier, de dag erna arriveert Filips.

.

.

.

 
De vier Heksen, Albrecht Dürer, 1497.

1497 bewerken

.

  • John Cabot is terug in Bristol en zijn sponsors vinden hem een held. Koning Hendrik stemt toe voor een nieuwe reis om de Atlantische Oceaan over te varen met vijf schepen. Zijn terugreis is hem fataal. Van Cabot wordt nooit meer iets gehoord.

.

.

1498 bewerken

.

.

.

1499 bewerken

.

.

.

.

.

  • Erasmus bezoekt Engeland en leert er Thomas More kennen.

.

.

1500 bewerken

.

.

  • Hieronymus Brunschwygh publiceert zijn Liber de arte distillandi de compositis en maakt zo de geheime kennis van het destilleren en het maken van kruidenmengsels bekend. Veel kloosters en apothekers kennen in de Middeleeuwen de destillatietechniek. Met het boek verspreidt de kennis zich en industrialiseert de productie. De Bénédictine (1510) en de Chartreuse (1605) bestaan nog. Lucas Bols start in 1575 nabij Amsterdam met een jeneverstokerij met brandewijn op graanbasis. Graan en jenever vervangen de inlandse druif en wijn, nu de Kleine IJstijd zijn intrede doet.

.

Kijken

.

.

Zestiende eeuw onder Karel V: 1500-1555 bewerken

 
Keizer Karel V is in Vlaanderen bekend als keizer Karel. Het Spaanse Rijk was het grootste Europese rijk sinds Karel de Grote en groter dan het Romeinse Rijk. Karel V trekt ten oorlog tegen al wie niet zuiver Katholiek is: de protestanten in Duitsland en in de Lage Landen, hij slaat met succes de aanvallen van het Ottomaanse Rijk af en hij neemt het op tegen de moslims in Noord-Afrika, de Indianen in Amerika en de Morisco's in Spanje. Zijn grootste teleurstelling was dat hij de christelijke eenheid in Europa niet kon redden van de Reformatie. Let op de uitvergrote kin van Karel, zijn grootvader, Maximiliaan van Oostenrijk had hier ook last van en is een gevolg van de 'inteelt' onder keizers en koningen en de adel. Naar het schijnt was Karels kin in die mate groot dat hij er een spraakgebrek aan overhield. De universiteit van Vlaanderen stelde de vraag: kan je verliefd worden op je broer? Een eeuw later zou de kin nog altijd opduiken in de familie van de Habsburgers: kijk eens naar het portret van Karel II van Spanje.
 
Albrecht Dürer (1471-1528) luidt aan het begin van de zestiende eeuw het tijdperk van de natuurhistorische ontdekkingen in met een iconografie van de haas (het alledaagse), de Indische neushoorn (het exotische) en het vliegend hert (het onbestaande). Zijn werk kent veel copies en krijgt een plaats in elke publicatie die zichzelf aux serieus neemt. Wetenschap en kunst ondernemen een gezamenlijke missie vanaf nu.


Vanaf de zestiende eeuw bouwt Europa aan een koloniaal rijk. Priesters, conquistadores, woudlopers en avonturiers zwermen uit, decimeren volkeren en voeren de slavernij er (opnieuw) in. Die heerschappij en belastingen legt hen geen windeieren.

— E.X. Whogh.

.

Beginjaren bewerken

.

Bij het begin van de eeuw, omstreeks 1500 moderniseert de artillerie (sinds de vooruitgang in 1450 toen die voor het eerst muren doorbreekt). Door de loop van het kanon in één stuk brons te gieten, verlicht het kanon, koelt de loop sneller af en kan die een forse kruitlading aan. Het herladen en de vuurcadans versnellen. Gietijzeren kogels tot twintig kilogram vervangen stenen projectielen: ze zijn drie keer zwaarder en hebben  effect bij de inslag, de stenen projectielen vielen ploef neer. De buskruitproductie verloopt nu in korrels en is gedoseerd. Kanonnen worden mobiel en wegen nog twee tot drie ton waardoor ze richtbaar worden en dat met een snelheid die driemaal hoger is dan bij de bombardes. Op vierhonderd meter dringt een koningskogel dertig centimeter diep in massief metselwerk. Het bresschieten wordt een aanvalstactiek. De verdediging reageert hierop. De stad is niet langer te verdedigen, haar grensgebieden echter wel. De oorlogen tussen keizer Karel en Frankrijk zorgen langs de 350 kilometer lange grens van de Lage Landen en Frankrijk voor een veertigtal bastions. Op zwakke plekken komen vestingssteden: Mariembourg ontstaat in 1546 en Philippeville in 1555 door de abdicerende Karel V genoemd naar zijn aantredende zoon, Filips II. Onder de stad strekt zich tien kilometer onderaardse gangen uit. Ze dateren uit de zeventiende eeuw en verbinden de buitenposten met de centrale vesting. Philippeville en Mariembourg zijn de allereerste steden met radiaalstraten.

.

1501

.

.

.

1502

.

  • Vierde en laatste reis van Columbus naar Honduras en Centraal Amerika.

.

.

 
Madonna met kind, in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge, is het enige beeldhouwwerk van Michelangelo dat tijdens zijn leven Italië verliet. Het beeld verliet België in 1794 toen de Franse bezetter het roofde en het naar Parijs bracht. Na Napoleons nederlaag keerde in 1816 terug naar Brugge. Tijdens hun terugtocht roofden de Duitsers het in 1944. Het is gevonden in een Oostenrijkse zoutmijn. Dat avontuur is verfilmd in The monuments men.
1503

.

.

.

.


  • Bouw van het Antwerpse Vleeshuis. Het zal drie eeuwen dienen als verkoophal en gildehuis voor vlees. In 1800 trekken kunstenaars er in en komen er opera's. In 1913 komt er een kunstmuseum, later over muziek: Klank van de stad.

.

1504

.

.

  • Erasmus schrijft een lofrede voor Karel.

.

.

1505

.

  • Amsterdam verplicht zijn inwoners om na negen uur ’s avonds op straat een lantaarntje te dragen.

.

  • Luther treedt biddend en studerend toe tot het Augustijnenklooster van Erfurt. De leer van Augustinus van Hippo benadrukt de hulpeloosheid van de mens. De aflatenhandel - een systeem dat geldschenken omzet in strafvermindering na een zonde - staat haaks op de gedachte dat de mens zijn verlossing kan beïnvloeden.

.

1506

.

  • Filips de Schone's overlijden verwart zijn vrouw. Johanna van Castilië (later de waanzinnige genoemd) plaatst zijn kist in haar slaapkamer om ze 's ochtends te openen hopend dat hij tot leven komt.

.

  • In Rome sloopt paus Julius II de Oude Sint-Pietersbasiliek en begint naar Bramantes ontwerp aan de Sint-Pietersbasiliek. Aflaten helpen het project financieren. De drukpers maakte van de papieren aflaten een erg gesmaakt, grootschalig en anoniem massaproduct. De winsten zijn tot omstreeks 1506 bestemd voor de bouw van plaatselijke kerken, ziekenhuizen, bruggen... Na deze datum claimt de paus de opgehaalde centen via een deal met de Fuggers, een familie van bankiers uit Augsburg.

.

.

1507

.

.

  • Brussel kroont Karel tot Bourgondische hertog.

.

.

.

1508

.

.

  • Stichting van een eerste kolonie op het Amerikaanse vasteland, op de landengte van Panama is de basis voor de veroveringen op de Azteken in 1519 en de Inca's in 1532.

.

.

1509

.

.

.

.

.

.

Kijken

.

De Tabula Peutingeriana, van Portugal in het westen tot India in het oosten.

.

.

♣ Tienerjaren: de Maniëristische tuin bewerken

 
♣ De tuin van het Maniërisme - op doek gezet door een anonieme meester voor 1520 in een schilderij dat de titel kreeg 'De Aanbidding door de koningen' - verzet zich tegen de renaissance die eraan vooraf gaat. Het Antwerps Maniërisme start omstreeks 1500. Daar schildert iemand personages met onnatuurlijke lichaamshoudingen en hun kledij in een plooival die ontsnapt aan de zwaartekracht. Het is een esthetiek vol gratie en elegantie. Het heeft veel weg van 'maniertjes', een schilder die wil tonen wat hij kan, vandaar. Zo komt deze 'maniera' in de buurt van het begrip sprezzatura, een schijnbaar spontaan gespeelde, maar goed ingestudeerde act. Uitwendig moeiteloos en nonchalant, inwendig goed voorbereid en ingestudeerd dat is sprezzatura. De Italiaanse schrijver Baldassare Castiglione (1478-1529) introduceert het begrip in zijn handleiding voor het hofleven. Na de Antwerpse periode ontwikkelt de stijl zich in het tweede en derde kwart van de zestiende eeuw. De gekunsteldheid, felle of koele kleuren krijgen de voorkeur op de strenge Renaissanceregels die streven naar ideale verhoudingen of realistisme. Het is vakmanschap verborgen achter losse penselen, iets waar velen zich aan mispakken. Erg beroemde maniëristische kunstenaars zijn Giuseppe Arcimboldo (°1527-+1593) en de schilder en schrijver Karel van Mander uit Meulebeke (°1548). Op de vlucht voor de godsdiensttwisten sterft hij in Amsterdam in 1606. In de Sint-Maartenskerk in Kortrijk is zijn onthoofding van Catharina van Alexandrië te bekijken.[13] Maniëristen imiteren op het eerste zicht het klassieke schoonheidsmodel. In werkelijkheid ondermijnen ze de regels ervan door het fantastische, het irrationele en het surreële te beklemtonen. De maniëristische architectuur heeft aandacht voor trappen en doorlopende zuilen over meerdere verdiepingen die van een voorgevel een geheel maken. In de tuinarchitectuur ontstaat de grotto, reusachtige nepgrotten met groteske beeldengroepen die verwijzen naar de oudheid zoals in het Park der monsters, beter gekend als de Tuinen van Bomarzo (zie verder, het labyrint van Bomarzo). Giuseppe Arcimboldo (ca. 1527-1593) groeit als post-renaissance-kunstschilder uit tot een schilder van het maniërisme. Zijn speelse compositie-portretten van groenten, fruit, bloemen en vissen zijn wereldberoemd. Hij werkt aanvankelijk als schilder aan de kathedraal van Milaan tot Keizer Maximiliaan II (Wenen 1527—Regensburg 1576) hem in 1562 aan het hof in Praag ontbiedt. Als maniërist zoekt hij met vormen naar emo en drama. Deze link leidt naar zijn werk. Rudolf II van Habsburg die in 1576 zijn vader opvolgt, roept Praag uit tot de keizerlijke hoofdstad omdat die een beter defensie heeft dan Wenen tegenover de Turken. De stad bloeit kort, indrukwekkend en nooit geëvenaard. De breeddenkende keizer is tegen het gewelddadige anti-protestantisme, schenkt Bohemen de godsdienstvrijheid en zoekt met natuurcollecties naar de samenhang in de wereld. Aan zijn hof werken geleerden en kunstenaars uit de Nederlanden. Clusius is er een tijd hofbotanicus en de Bruggeling Anselmus Boëtius de Boodt (1550-1632) klimt er in 1588 op tot hofarts. Daar schildert hij honderden planten- en dierenaquarellen en staat hij in voor het lapidarium. De Barok die op het Maniërisme volgt vanaf omstreeks 1600, haalt haar neus op voor de stijl wegens te speels, weinig dynamisch, te gekunsteld, te onnatuurlijk en te oneerlijk.
 
In 1591 laat Rudolf II zich door Giuseppe Arcimboldo schilderen Vertumnus, de Romeinse god van de herfst en de boomgaarden.

.

BEELDFRAGMENT REFORMATIE (14.31 Min.)

.

1510 bewerken

.

  • De Portugezen onder Afonso d'Albuquerque veroveren Goa en maken het tot hoofdstad van de Portugese bezittingen in Azië.

.

  • Luther reist naar Rome, de eeuwige stad om bij de paus de onafhankelijkheid van zijn orde te bepleiten. Het komt tot een confrontatie van mentaliteiten: Luthers Duitse strengheid botst met de Mediterrane moraal van overdaad, te grote kerken, hete nachten en een geloof zonder diepgang.

.

.

1511 bewerken

.

  • Lof der zotheid van Erasmus verschijnt. Hij schreef het in 1509, na zijn terugkeer van een reis naar Italië en in Engeland, waar hij bij Thomas More verbleef.

.

.

1512 bewerken

.

  • In februari zakt een processie door het ijs van de Maas bij de inwijding van de kerk van Charlois. Een duizendtal (?) gelovigen verdrinken in de Monnikenput.

.

.

.

1513 bewerken

.

.

.

1514 bewerken

.

  • Andreas Vesalius, de Zuid-Nederlands anatoom, geboren in Brussel (waar nu het Justitiepaleis staat). Hij zal de persoonlijke geneesheer van Karel V worden. De Keizer kampt met jicht, maag- en kaakproblemen.

.

.

  • Quinten Matsijs penseelt De goudweger en zijn vrouw. Nu de ontdekkingsreizen op kruissnelheid zijn, komen goud en zilver in steeds grotere hoeveelheden Europa binnen waardoor het betaalverkeer en de aflatenhandel vergemakkelijken.

.

.

.

1515 bewerken

.

  • In de Brusselse Sint-Goedele wordt Karel V (1500-1558) meerderjarig en verlaat hij Mechelen om te resideren in het Brussels Paleis op de Koudenberg. Ondanks zijn vele toekomstige reizen en oorlogen zal hij de Brusselse Koudenberg altijd als zijn huis beschouwen. Tijdens zijn (korte) leven onderneemt Karel V indrukwekkende reizen die hij van voorbijgaande aard beschouwt. Negen reizen naar Duitsland, zeven naar Italië, zeven naar Spanje, vier naar Frankrijk, twee naar Engeland en Noord-Afrika.

.

.

.

.

.

1516 bewerken

.

  • In Augsburg laat Jacob Fugger de Fuggerei bouwen. Fugger is een telg uit een Zwabische bankiersfamilie en de rijkste man in Europa. Zijn koopmansactiviteiten situeren zich in de zilvermijnen en de handel in specerijen. Hij zal twee keizers, Karel V en Maximiliaan I financieren en voor de paus organiseert hij de aflatenhandel, hij steekt de helft van de opbrengsten in zijn eigen zak en bouwt er de allereerste sociale woonwijk in de geschiedenis mee.

.

  • Erasmus zorgt voor de eerste kritische uitgave van (de Griekse grondtekst) van het Nieuwe Testament wat hem het verwijt oplevert, een wegbereider te zijn voor Luther.

.

  • Jheronimus Bosch (° 's-Hertogenbosch, ca. 1450), de Zuid-Nederlandse kunstschilder overlijdt. Hij kreeg de bijnaam 'den duvelmakere'. In zijn laatste jaren werkte hij aan 'De Hooiwagen' dat in thema vrij gelijk loopt met zijn tuin der lusten. Bosch is tijdens zijn leven beroemd en krijgt vaak opdrachten van het hertogelijk hof in Brussel, waar Juan Vives dit jaar verblijft. Van hieruit pendelt hij nu en dan naar Leuven als huisleraar van de Jacques de la Potterie.

.

Daarin (in Utopia) schrijft More: 'Nu zien jullie dat je daar nergens maar wat rond kun hangen; er is nooit een aanvaardbare reden om niets te doen. Er zijn geen wijnhuizen, geen kroegen, nergens bordelen, geen gelegenheden voor misdragingen, geen geheime plekjes en besloten bijeenkomsten. Integendeel, het alziende oog van de omgeving maakt het noodzakelijk om je gewone werk te doen of je in je vrije tijd niet onfatsoenlijk te gedragen.' Het lijkt wel de aankondiging van de surveillance. Nu we Erasmus en More in eenzelfde jaar aantreffen, stellen we een essentiële vraag: 'In hoeverre moet/mag/kan een Bachelor in de Maatschappelijke Veiligheid of de Sociaal Assistent zich inlaten met macht en politiek?' Moet hij afstand houden of moet hij zijn invloed aanwenden om zijn idee en ideaal vorm te geven, op het gevaar af afhankelijk te worden? Zijn, zoals Thomas More wist, verstandige inzichten ondergeschikt aan de politiek? Mag deze intellectueel vuile handen maken? En, zal ernaar geluisterd worden? Erasmus werd hij raadsheer van keizer Karel V en verblijft tot 1521 in de Vlaamse steden zoals Antwerpen, Brugge, Leuven, Mechelen en Anderlecht. Thomas More werd adviseur van Hendrik VIII. Het kost hem zijn hoofd.

.

.

1517 bewerken

 
Lang dachten historici dat het timmeren van de stelling een soort symbolische betekenis had, maar de geschriften van Luthers secretaris bevestigen dat het werkelijk timmeren was.
 
Twee bladzijden uit de "95 stellingen" uit Luthers Disputatio pro declaratione virtutis indulgentiarum, uitgegeven in Wittenberg door Melchior Lotter d.J. in 1522.
 
De katholieke paus zou tijdens de zestiende eeuw meermaals voorwerp van spot of als een instrument van de duivel opduiken.


De epidemie uit Wittenberg

.

Maarten Luther (zijn oorspronkelijke naam is Maarten Luber) slaat 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg en stuurt ze naar meerdere bisschoppen. Wittenberg is een ingeslapen dorp met één gammele drukpers. Bij de dood van Luther in 1546 is dit de Duitse drukkershoofdstad. De Lutherse propagandamachine is een succes dankzij 1. de portretten die Lucas Cranach (hofschilder en de latere beschermer van Luther, Frederik III van Saksen) maakt; 2. de boekdrukkunst die Luthers ideeën snel verspreiden en 3. zijn huwelijk met de uitgetreden non, de adellijke Katharina van Bora die Wittenberg en haar huishouden met zes kinderen tot een soort bedevaartsoord uitbouwt. Luther voorziet met zijn actie niet dat daaruit een eeuw vol godsdienstoorlogen, een eeuw vol brandstapels, moord- en slachtpartijen volgen. De Bartholomeusnacht, de Engelse blijde intrede van Filips II  aan de vooravond van zijn huwelijk met Maria I van Engeland, de dochter van Hendrik VIII… dat soort gebeurtenissen overtrof Luthers stoutste dromen.

.

Wat Luther in 1517 wou, was niets meer en niets minder dan een nieuw kwaliteitslabel voor de katholieke kerk op basis van zijn 95-puntenprogramma dat de katholieke wantoestanden in kaart bracht. Het zit Luther hoog dat gelovigen hun zondags- en paasplicht niet nakomen, dat priesters het celibaat niet letterlijk nemen en te vaak te diep in het glas keken, de heiligverklaringen en de vele heiligenbeelden die de aandacht van Christus en de bijbel - de kern van de zaak - afleiden. De aflatenhandel zinde hem nog minder… Een aflaat, een soort tegoedbon als sleutel tot de hemel waarmee rijkaards hun zonden afkochten, was in wezen niets anders dan een lucratief religieus spel waarmee de paus één van de grootste bouwprojecten financierde sinds de piramides of de Acropolis: de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Met deze machtspolitiek gedragen de paus en de bisschoppen alsof ze zelf god zijn.

.

Protestant
Dit protest maakt Luther tot protestant. En het slaat aan. Niet dat Luther de eerste was. In Brussel duiken aan het begin van de zestiende eeuw individuen op die in 1500, 1502 en 1503 als ketter op de brandstapel eindigen omdat ze de doctrine, de macht van de kerk en de sacramenten- en Mariacultus aanvallen.[15] In wezen is de actie van Luther in 1517 een uitloper en de kers op de taart van de diverse Middeleeuwse kerkelijke oppositie die streeft naar soberheid én naar het gebruik van de volkstaal in de religie in plaats van het onbegrijpelijke Kerklatijn. De geboorte van het protestantisme leidt tot kerkhervormingen onder de noemer ‘de reformatie’. Luther vindt dat gelovigen zelf in staat zijn om te communiceren met god, in tegenstelling tot het katholieke ‘herder-gedrag’ waarbij een intermediair, de priester of de paus, de interactie tussen god en volk verzorgt. Die rechtstreekse communicatie met god verloopt voor protestanten via het lezen van de bijbel, een bijbel sinds bijna driekwart eeuw tijd gedrukt in het Latijn én in volkstalen. De uitvinding van de boekdrukkunst omstreeks 1450 geeft wie het kan betalen of bereid is om te leren lezen toegang tot het woord van god. Gods woorden zijn niet langer het monopolie van de elitaire geestelijkheid in abdijscholen en in bergkloosters, vergeven boven het alledaagse boerenbestaan of het periodiek terugkerende krijgsgeweld. Gods woorden zijn niet langer het monopolie van de paus die de bijbel interpreteert. Protestanten waarderen het woord en de alfabetisering hoger dan katholieken. Het maakt hen zelfstandig, het werkt emanciperend. Antwerpen herbergt ongeveer de helft van alle drukkers uit de Nederlanden als Luther met zijn ideeën op de proppen komt. Voor een vertaalde bijbel betaalt een goed betaalde ambachtsman een half maandloon, vergelijkbaar met een dure gsm. Het is een revolutie: het geheime, gesloten boek dat enkel toegankelijk voor geestelijken, ligt plots in de huiskamer. Met als gevolg dat die zelfstandige lezing van de bijbel resulteert in een bonte bende bijbel-interpretaties. Vandaar dat er bij de protestanten geen paus bestaat. Die katholieke paus zal tijdens de Tachtigjarige oorlog meermaals als voorwerp van spot of als een instrument van de duivel opduiken. Bij protestanten is het gebruikelijk om over ‘kerken’ te spreken in plaats van ‘de kerk’. Al naar gelang de lezing of interpretatie ontstaat er de Lutheraanse kerk (kerk-kritisch maar loyaal, konings- of keizersgezind met centra in Worms en Wittenberg), de Calvinistische kerk (radicaal, populistisch of republikeins, met centra in Geneve en de Noordelijke Nederlanden), die van de baptisten en de anabaptisten (naïef, met centra in Munster en in Witmarsum). Sommige protestanten volgen de leer van Huldrych Zwingli, anderen die van John Knox. In Noord Frankrijk en in Vlaanderen heeft het zo’n succes dat de kerk spreekt over afvalligen. In Frankrijk komt hun leer tot uiting bij de Hugenoten en in 1566 begint in Vlaanderen de beeldenstorm... Het nieuwe geloof, dat zich over Europa uitzaait, blijft weg uit het Italië, Portugal en Spanje. Daar triomfeert het katholicisme. De Spaanse kathedralen baden in het goud uit het net ontdekte Zuid-Amerika en in Rome verrijst tussen 1506 en 1626 de Sint-Pietersbasiliek in late-renaissance en barokstijl waar aldus de overlevering Petrus begraven is. 

.

.

1518 bewerken

.

  • Op 30 augustus wordt Lauken van Moeseke in Brussel onthoofd na een foltering op de pijnbank en het doorpriemen van zijn tong met gloeiend metaal. Een rad stelt zijn lijk tentoon buiten de stadsmuren.

.

.

.

  • Ketterijproces in Rome tegen Luther.

.

.

  • Leonardo Da Vinci breekt een vertoog over geometrie vroegtijdig af met 'etcetera', wat ongeveer staat voor 'zoek het zelf maar uit'. Waarom hij deze tekst - waar hij nooit iets meer mee deed - niet afwerkte schrijft hij: 'omdat de soep bijna koud was.' Net zoals Descartes vindt Da Vinci dat er geen zekerheden zijn en dat alles te bevragen is.

.

.

1519 bewerken

 
In 1519 komt het tot een definitieve breuk tussen Luther en Leo X en slaagt de hervormer Huldrych Zwingli (1484-1531) erin om van Zürich een reformatiebolwerk te maken. Zwingli komt in 1531 om het leven - samen met de vader van Conrad Gessner - in een gevecht tussen het protestantse leger en de katholieke liga van Zwitserse kantons.

.

  • Karel V benoemd tot kandidaat keizer (wat in 1530 zal volgen).

.

  • Leonardo da Vinci overlijdt in Amboise Frankrijk. Van zijn 13.000 vellen met tekst, tekeningen, wiskunde, muziek... is de helft bewaard. De linkshandige schreef in spiegelschrift in het Toscaans. Als autodidact kende hij geen Latijn.[16]

.

.

.

.

Kijken

.

.

De jaren twintig bewerken

 
De adelijke non Katharina von Bora huwt op 13 juni 1525 met Maarten Luther. Hiermee breekt het protestantisme van Luther definitief met Rome.

.

1520

.

.

.

.

  • De Leuvense universiteit verbrandt ketterse boeken.

.

.

  • In Aken kroont men Karel tot keizer.

.

.

  • 1521

.

  • De Rijksdag van Worms slaat Luther in de ban en criminaliseert met het Edict van Worms de reformatie. De keurvorst van Saksen - waar Luther woont - voert het vonnis niet uit waardoor de Reformatie zich handhaaft.

.

  • Leuven verbrandt de Lutherse geschriften en een plakkaat bedreigt ketters met executie, verbanning en inbeslagname van goederen.

.

  • Antwerpen maakt als eerste kennis met het Lutheranisme. In het Augustijnenklooster wonen oud-leerlingen Luther. Jacob Proost, een Ieperling en prior van de Augustijnen herroept zijn Lutherse roeping, hervalt en vlucht naar Wittenberg.

.

  • ♣ Op 27 april doodt de lokale bevolking van het Filipijnse eiland Mactan Magellaan. Onder leiding van de latere volksheld Lapu-Lapu laten ze zich niet bekeren tot het Christendom noch laten ze zich onderwerpen aan de Spaanse kolonisatie. Van Magellaans vijf schepen en zijn 237-koppige bemanning keert één schip met achttien opvarenden terug. Antonio Pigafetta (1491-1534) is onder hen en schrijft een reisverslag dat na zijn dood is gedrukt. Hij heeft het onder meer over 'godenvogels', afkomstig uit het aards paradijs: de paradijsvogel. In 1522 voegt de secretaris van Karel V twee door Pigafetta beschreven vogels samen tot een nieuw verhaal in zijn brief aan de bisschop van Salzburg met de titel De Mollucas Insulis.[18]

.

.

.

1522

.

.

  • 1523
    • Eerste executie van protestanten op de Grote Markt in Brussel. De monniken Hendrik Voes en Jan van Essen sterven zingend op de brandstapel. Er is belangstelling. De monniken zingen het Te Deum Laudamus en zijn de eerste martelaren van de Lutherse religie.
    • Luther schrijft een pamflet waarin hij hoopt de Joden zich tot het christendom zullen bekeren. Twintig jaar later, in 1543 verwijt hij hen de 'duivel in eigen persoon te zijn' en in het pamflet Over de Joden en hun leugens stelt hij zijn antisemitisme op scherp:hij wenst hen de verbanning en dwangarbeid toe, hun huizen en synagogen mogen tot as worden herleid. Is er, zoals meerdere Nederlandse organisaties stellen, een rechtstreeks verband tussen Luther en Hitler?

.

.

  • 1524
    • Pastoor Ulrich Zwingli van Zürich maakt tijdens de dienst zijn geheim huwelijk met de weduwe Anna Reinhard bekend.
    • Overlijden Vasco da Gama (°1460 of 1469).
    • Boerenopstanden, gekend als de Duitse Boerenoorlog zetten Zuid en Zuid-Oost Duitsland in vuur en vlam. De boeren verwijzen naar het traktaat van Luther Over de vrijheid van een Christen uit 1520 en verzetten zich tegen de eisen van de edellieden. Voor de boeren is Luther hun held en in zijn naam verwoesten ze honderden kloosters en kastelen. Grofweg honderduizend mensen vinden de dood. Deze acties, geleid door Thomas Müntzer (die de doodstraf krijgt), een leerling van Luther en andere verzetspredikanten, vallen niet in de smaak van Luther. Die veroordeelt de opstanden en hij kiest partij voor de adel. Het leidt er toe dat het Lutheranisme uitgroeit tot een staatsgodsdienst/instrument van de overheid en tot het feit dat Luther een beperkte betekenis krijgt als kritische maatschappijhervormer. Vooral de opstandige adel - geuzen- zullen zich aangetrokken voelen tot de leer van Luther: ze bestrijden de mistoestanden in de kerk, maar voelen zich nog aangetrokken tot hun vorst. Het volk daarentegen zal zich vooral tot het Calvinisme aangetrokken voelen.

.

.

 
De eerste verboden boekenlijst verschijnt in de Nederlanden in 1529. Daarna volgden Venetië (1543) en Parijs (1551). Rome neemt het idee over in 1557. In 1564 verschijnt de Index van Trente met de Tien Regels van Trente. De Index librorum prohibitorum bestaat tot 1966 om te vermijden dat de boekdrukkunst leken zou corrumperen. Voor de zestiende eeuw kan de kerk ketterse teksten makkelijk vernietigen. Met de boekdrukkunst wordt dat moeilijker. De laatste lijst uit 1948 omvat 4.000 titels met ketterse, moreel verwerpelijke of seksuele inhoud.
  • 1525
    • Huwelijk van Maarten Luther en de voormalige non Katharina von Bora in Wittenberg.
    • Na de Boerenoorlog schrijft Luther een nieuw pamflet: Tegen de moorddadige en roofzuchtige boerenbendes.
    • Karel V verslaat zijn rivaal Frans I, de koning van Frankrijk en houdt hem een jaar lang gevangen.

.

.

  • 1526
    • Juan Vives (1492-1540) schrijft De subventione pauperum, een boek over de ondersteuning van de armen dat aanleiding geeft tot het Ieperse stelsel. Het stelsel is gebaseerd op onderzoek, registratie en begeleiding en zal het plakkaat van Karel V in 1531 inspireren. De principes zijn: 1. het samenvoegen van de inkomsten van alle liefdadigheidsinstellingen maakt de herverdeling transparanter; 2. armen worden in hun woning bezocht; 3. bedelarij is verboden; 4. onverzorgde kinderen moeten een ambacht leren.
    • Keizer Karel V huwt Isabella van Portugal in het Alcazar van Sevilla. Van daaruit reist het koppel naar Cordoba. De door de Arabieren geplaveide straten, riolen en zuivere wateraanvoer maken indruk. Dit is ongezien zelfs in Brussel, de stad waarmee Karel V vertrouwd is. In Granada maakt het koppel kennis met een stad die beschikt over stromend water, riolen en toiletten in vele huizen. Door dit huwelijk versterkt Karel V zijn (Spaanse), invloed in de Noord-Afrikaanse kuststeden. Ook de Portugezen hebben er voet aan wal. Daar laat Karel in het Moorse middeleeuwse fort, gekend als het Rode Paleis of het Alhambra (dat sinds 1492 door het katholieke koningspaar op de Turken veroverd is) een renaissancepaleis bouwen. Zijn vrouw zorgt ervoor dat wat nu rest, blijft. De islamitische kunst en de decoraties van Yusuf I gelden als voorbeelden van Moorse kunst op het Europese vasteland. In de tuinen staat het klooster van Sint-Franciscus waar de katholieke koningen - de voorvaderen van Karel en zijn vrouw - begraven zijn.
    • Suleyman I wint de Slag bij Mohács en vernietigt het Hongaarse leger. De Hongaarse koning sneuvelt. Hongarije is voor 150 jaar Ottomaans, Noord-Hongarije, Bohemen en Silezië zijn Oostenrijks bezit. Een jongere broer van Karel V, Ferdinand volgt de koning op en gaat de geschiedenis in als de grondlegger van de Donaumonarchie. Hoewel Oostenrijk in centraal Europa ligt zal het tot het einde van de zeventiende eeuw zich aan de Turkse grens bevinden.

.

.

  • 1527
    • Sacco di Roma: 25.000 Duitse en Spaanse soldaten plunderen, verkrachten en moorden negen maanden lang. Na de capitulatie van de Zwitserse Garde, vlucht de paus door een geheime gang naar de Engelenburcht. De rest van Rome is aan de indringers overgeleverd, waar ook de pest uitbreekt. Het graf van paus Julius II wordt opengebroken, het lijk van zijn sieraden beroofd. Priesters moeten naakt de spot drijven met God. Een lutheraan vermoordt een priester die weigert om een ezel de hostie te geven. De schedel van Sint-Johannes wordt door de straten gekegeld; de zweetdoek van Sint-Veronica in een herberg verkocht. Nonnen worden in de kloosters tot orgieën gedwongen. Moeders en vaders zien onder bedreiging met de dood toe op de verkrachting van hun dochters. Op het hoogaltaar van de Sint-Pietersbasiliek worden Romeinse vrouwen afgemaakt. Schattingen ramen dat er zes- tot twaalfduizend mensen een gewelddadige dood sterven. De stad Rome beleeft de ergste plundering uit haar geschiedenis sinds de Visigoten in 410. Het wapenfeit beslecht de vijandelijkheden tussen Karel V en paus Clemens VII.
    • Niccolò Machiavelli overlijdt (°1469). FILM
    • Geboorte van Filips II.
    • De intelligentsia rond de Brusselse Sint-Gorikswijk bekeren zich tot het protestantisme. Het gaat onder meer om de hofschilder Barend van Orley, zijn leerling Pieter Coecke van Aelst en de hofleveranciers Pieter en Willem De Pannemaker.

.

.

  • 1528
    • In Wenen wordt de Wederdoper en ex-priester Balthasar Hubmaier levend verbrand.
    • Baldassare Castiglione beschrijft in zijn boek De Hoveling de hofetiquette en legt de basis voor de met gemak gespeelde uitmuntendheid, een houding die de maniëristen graag overnemen in hun schilderwerk.
    • De Spaanse veroveraar Fernando Cortez brengt als eerste cacaobonen naar Europa.

.

.

.

.

Kijken

.

.

De jaren dertig bewerken

 
De Universalis Cosmographia van Martin Waldseemüller (1507) is de eerste kaart die America aanduidt. Oudere kaarten dienen als inspiratie, zoals de Geografie van Ptolemaeus en de tekeningen van Martin Behaim. De Caraïben en wat de kaart Florida lijkt, zijn afgebeeld op de Cantino-kaart (van Portugal naar Italië gesmokkeld in 1502), en de Caverio-kaart (1503-1504) die de Golf van Mexico toont. Is Waldseemüller de eerste Europeaan die een Grote Oceaan op kaart afbeeldt? Of lijkt alleen zo omdat Waldseemüller de oostkust van Azië twee keer toont? In die dagen neemt men aan dat Columbus een vaarweg naar Azië vond. Van de duizend exemplaren van de kaart is er één bewaard. Sinds 2007 is ze te zien in de Library of Congres.

.

'Het is onbehoorlijk iemand te groeten die bezig is te wateren of zich te ontlasten. Een welopgevoed mens moet ervan afzien lichaamsdelen, waaraan van nature een schaamtegevoel is verbonden, onnodig te ontbloten. Wanneer de noodzaak ertoe dwingt, moet het met de gepaste schroom gescheiden, ook al is er niemand als getuige bij. Want de engelen zijn altijd aanwezig, en zij zien niets liever bij kinderen dan de schroom, de metgezelling en bewaakster van de zedigheid. Aangezien het al beschamend is om deze lichaamsdelen aan vreemde ogen bloot te stellen, betaamt het nog veel minder om ze door een ander te laten aanraken. Het is schadelijk voor de gezondheid om zijn water op te houden; wie zich afzondert om het te lozen, gedraagt zich kies.'

— Uit: De civilitate morum puerilium, geschreven door Erasmus

.

1530

.

.

  • De Confessio Augustana op de Rijksdag van Augsburg moet (georganiseerd door Karel V) hoopt het protestantisme en het katholicisme te verzoenen. Luthers medewerker Melanchthons Confessio Augustana leidt niet tot verzoening en het Edict van Worms uit 1521 dat Luther afwijst wordt behouden. Alleen de katholieken ondertekenen het besluit.

.

  • Erasmus schrijft een opvoedkundig werkje: De civilitate morum puerilium. Het slaat aan bij katholieken én protestanten.

.

  • Karel V is druk in de weer met zijn oorlogen en verlaat Brussel voor een lange periode. Hij stelt zijn zus Maria van Hongarije aan als landvoogdes.

.

.

1531

.

  • Lissabon lijdt onder een zware aardbeving.

.

  • Het katholieke leger van Schwyz verslaat het leger van de reformatieleider Huldrych Zwingli. Die komt om op het slagveld bij het Zwitserse Kappel am Albis. Sommige Zwitserse kantons erkennen het protestantisme als officiële godsdienst.

.

  • De protestante Duitse vorsten en de rijkssteden sluiten het Schmalkaldisch Verbond en ijveren voor de erkenning van het lutheranisme.

.

.

1532
 
In 1532/1533 buit Francisco Pizarro het verzwakte Incarijk uit (de pokken in Europese dekens verpakt, leiden tot een oorlog tussen de broers Atahualpa en Huáscar - verdeel en heers is een oud en machtig principe) waardoor Pizarro tot in het hart van het rijk doordringt en de Inkakeizer kan gijzelen. Het blijkt een militair voordeel. Enkele honderden Spaanse ruiters met vuurwapens verslaan met gemak het 'onthoofde' en 'gepokte' Incaleger. Intussen levert Atahualpa als 'losgeld' een kamer vol goud en zilver aan Pizarro. Het houdt zijn ter dood veroordeling niet tegen. Voor zijn executie bekeert de Incakeizer zich tot het christendom, ook dat baat niet. Pizarro, heer en meester in het rijk, sticht de stad Lima tot afgunstige conquistadores hem vermoorden. In zijn geboortestad Trujillo herinnert een bronzen ruiterstandbeeld hem.

.

  • Thomas More neemt ontslag als lord chancellor in Engeland omdat hij de eis tot echtscheiding van koning Hendrik VIII niet steunt.

.

.

.

.


Ziektes zijn zwaarwichtiger dan zwaarden bij botsende beschavingen

Al vroeg in de zestiende eeuw, nog voor het nieuwe continent de naam Amerika krijgt, verspreidden de Europese, Afrikaanse en Aziatische ziektekiemen zich er, met een snelheid die zelfs de Spaanse veroveraars op hun paarden niet bijhouden. Aangevoerd door kolonisten en conquistadores die zich aanvankelijk van geen kwaad bewust zijn, plaveien de pokkenepidemie en ziekten zoals griep, dysenterie, roodvonk, gele koorts, dengue, tyfus, malaria, builenpest, waterpokken, kinkhoest, trachoom, difterie, mazelen... het pad voor de Europese expansie. Indianen overleden sneller op hun ziekbed en in aantal dan hun collega’s op het slagveld. Wapengekletter is vaak onnodig. Dichtbevolkte Indiaanse koninkrijken en gesofisticeerde gemeenschappen verdwenen voor de Europeanen er neerstreken. Het spoor van de ziektekiemen is te volgen van Columbia, de Mississippivallei en Mexico naar Panama en Zuid-Amerika. 'Zij stierven bij honderden, bij duizenden, bij tienduizenden, bij honderdduizenden, bij tientallen miljoenen' schrijft de Amerikaanse historica Jill Lepore.[19] De kolonisten zien er een goddelijke verklaring in, hun verovering is voorbestemd. Het duurt tot Darwin het mysterie van de superieure Europeaan oplost: Het langdurig geïsoleerde Amerika van de rest van de wereld resulteerde in een immuniteitsgebrek. De Europese, Aziatische en Afrikaanse volkeren kwamen in contact met elkaar en met het hun vee en wisselden ziektekiemen met elkaar uit.[20]

Als Columbus op Hispaniola (nu Haïti en de Dominicaanse Republiek) aan land gaat, treft hij er de Arowakken. Hij merkt op dat ze waardeloos zijn als slaaf in de mijnbouw of als knecht in de landbouw. Hun weerstand tegen de Europese pokken en mazelen is nihil en decimeert hen. Tegen 1512 – twee decennia na de ontdekking van Columbus zijn er van de miljoen Arowakken nog veertig duizend over. Dertig jaar later trekt Hernando De Soto (ca. 1497-1542) in 1540 door de vruchtbare Mississipivallei en treft hij verlaten Indianensteden aan.

Hernan Cortés, een schoolvoorbeeld
De Europese vuurkracht en de zwaarden zijn niet te onderschatten bij de verovering maar zonder de ziektekiemen, is de verovering onmogelijk. De geheimzinnige ziekte breekt niet allen veel Indiaanse levens; het breekt het verzet en het moreel van de overlevende Indianen én bevestigt de Spanjaarden in hun goddelijke missie. Ze zijn onoverwinnelijk.

In 1519 landt Hernan Cortés met zeshonderd troepen op de Mexicaanse kust om het Azteekse keizerrijk te onderwerpen. Het plan is ambitieus. Cortés neemt het met een handvol mannen op tegen een militaristische miljoenenmaatschappij waarin bloemen en het tuinieren een deel van de cultuur zijn. Hij bereikt de eilandhoofdstad Tenochtitlan vol bloemen in het voormalige Texcocomeer in de Vallei van Mexico (nu een wijk in Mexico-Stad). Cortés ziet er privé stadstuinen voor burgers, openbare tuinen, koninklijke- en tempeltuinen van de Azteekse aristocratie. De tuinbloemen die we nu vanzelfsprekend beschouwen zijn er op kleur geordend en zullen hun weg naar Europa en India vinden: Tagetes spp (die merkwaardig genoeg het afrikaantje heet), Dahlia spp, tuberrozen, zinnia's en mogelijks bromelia's, cactussen en yucca's. We weten dat de Azteken bloemen kweken uit hun liefdespoëzie. Half augustus valt Cortés Tenochtitlan binnen met zeshonderd voetsoldaten en vijftien ruiters. De Spanjaarden geloven hun ogen niet. Vijftienduizen huishoudens, een massa tuien, 'een architectonisch wonderland met brede, rechte wegen, kanalen, vijvers en bruggen' iets wat ze in Spanje nooit zagen. Cortés is zo onder de indruk dat hij de stadtuinen van Chalco beschrijft: 'Het zijn de grootste, friste en mooiste tuinen ooit waargenomen. Ze zijn tien kilometer in omtrek in het midden bevind zich een plezierige waterstroom. Op een afstand van twee boegschoten staan gebouwen, omringd door terrein beplant met verschillende fruitbomen, met struiken en geurige bloemen. Werkelijk, het is een heerlijke ruime en plezierige plek.' Daarnaast zijn er beschrijvingen van de tuinen in de naburige stadstaat Texcoco. De koning Nezahualcoyotl (1402-1472) houdt van doolhoven en buitenbaden, er zijn kanalen, fonteinen, bloembedden. Nezalhualcoyotl laat tweeduizend dennen planten en voor zijn tuinen gebruikt hij geurende bloemen en bomen. Sommige zijn geïmporteerd. Montezuma I legt een koninklijke botanische tuin aan in Oaxtepec en wikkelt de wortels van struiken en bomen in matten om ze te transporteren.[21]
Na zijn veroverzicht baant Cortés zich met een verlies van ‘slechts’ twee-derde van zijn mannen een weg terug naar zijn schepen. Dit succes realiseert hij door zijn militaire slagkracht van zwaarden, een handvol kanonnen, stalen harnassen, helmen en paarden in combinatie met de Indiaanse naïviteit. Bij een tweede aanval zijn de Azteken alert en verdedigden ze standvastig, straat na straat. Een onverwachte verrassing bevoordeelt de Spanjaarden: een besmette Cubaanse slaaf veroorzaakt er een epidemie. Op korte termijn sterf bijna de helft van de twintig miljoen Azteken aan pokken. Een eeuw later zijn ze vrijwel verdwenen. Minder dan tien procent (1,6 miljoen indianen) overleeft. Alle curiosa, de zilver- en goudschatten belanden in het hart van Europa: Brussel. In het paleis van Karel V op de Koudenberg worden die tentoongesteld en Albrecht Dürer beschrijft ze bij één van zijn bezoeken in 1520. 'Een grote, gouden zon ter grootte van een vaam, een maan uit zuiver zilver van dezelfde grootte en twee zalen vol harnassen, bizar wapentuig, schiettuigen, curieuze kledij en beddengoed en nog veel meer. Het een al fascinerender dan het andere. Alles wordt geschat op minstens 100.000 florijnen. Nooit in mijn leven was ik zo onder de indruk van wat ik zag. Ik zag er kunstwerken van ongekende schoonheid en ik was onder de indruk van het vakmanschap van deze mensen.'[22]

Francisco Pizarro, de beste leerling
Wat in 1519 in het Aztekenrijk gebeurt, herhaalt zich een decennium later in Peru. De ontmoeting tussen veroveraar Pizarro en zijn legertje van 168 soldaten (106 infanteristen en 62 te paard) met de Incakeizer en zonnegod Atahuallpa is straffer dan het verhaal van Cortés. Net zoals zijn collega Cortés vertegenwoordigt Pizarro het heilige Roomse rijk van Karel V, de machtigste vorst van Europa, zo niet de wereld, die ook over onze Nederlanden heerst. Aanvankelijk ziet er niets naar uit dat Pizarro het zal redden. Hij staat met een troepje soldaten op onbekend terrein, onbekend met de plaatselijke gebruiken, onbekend met de taal. Zijn meest nabije steuntroepen bevinden zich zestienhonderd kilometer verderop. Atahuallpa staat in het centrum van zijn rijk, omringd door miljoenen onderdanen en een leger van 80.000 soldaten. De locatie van de confrontatie? De stad Cajamarca. Pizarro’s soldaten getuigen dat ze bang en verward het gebied intrekken. Angst tonen of rechtsomkeer maken is geen optie. Hun Indianengidsen zouden hen doden als zwakte of onzekerheid bovendrijven. Dus doen ze alsof ze vol goede moed zijn.

Dat de besmettingen en de sterfte onder de Inca’s het grootste werk doen, komt bij de Spanjaarden niet op. Nog voor ze een Inca zien leiden de pokken er tot een catastrofale crisis in het hoogst ontwikkelde rijk van de Nieuwe Wereld: een burgeroorlog. En dat tot genoegen van Pizarro.

Cajamarca
Als Pizarro de eeuwenoude Incastad Cajamarca nadert, ziet hij in de verte, aan de voet van de bergen het kamp van Atahuallpa. Een van zijn schrijvers, duidelijk onder de indruk noteert: ‘Een prachtige stad, vol tenten. (…) Tot nu toe zagen we in Indië nooit zoiets.’
Merk op: ze spreken over Indië. Het is 1532. Veertig jaar eerder zette Columbus op dit continent voor het eerst voet aan wal. De tijdgenoten van Columbus, noch in Spanje, noch in Italië, noch in Frankrijk realiseren zich het belang van het jaartal dat nu in de geschiedenisboeken staat: 1492. In 1534 komen Christoffel Columbus en Amerigo Vespucci niet voor op de lijst van ontdekkingsontdekkers. Die vermelden Cabral en Marco Polo. Noch Niccolo Machiavelli noch Lodovico Guicciardini schrijven over 1492. Het duurt tot na 1538 voor de term ‘Amerika’ ingang vindt bij de publicatie van Mercators kaart die met ‘Terra Americi’ het continent benoemt. Terra Americi gaat terug op Amerigo Vespuccis populaire brieven over de Nieuwe Wereld. Deze ‘Mundus Novus’ beschreef hij als een vruchtbaar en schoon continent. Amerigo’s brieven verkochten als zoete broodjes en overtuigden de Europeaan dat het nieuwe Westen geen deel van Indië is. De Duitse cartograaf  Martin Waldseemüller noemde het ontdekte land in 1507 naar Vespucci op zijn kaart Universalis Cosmographiae. Mercator nam het over en institutionaliseerde het begrip. Maar dit terzijde. Het is 16 november 1532. Na het kamp en de stad zorgvuldig te observeren, trekken ze de vallei in en gaan ze de stad in. En we zijn in Indië waar de Incakeizer zich in een mum van tijd gevangen laat zetten. In een mum van tijd slachten de Spanjaarden een leger af dat meer dan vijfhonderd keer zo groot is af. Niet één Spanjaard laat het leven. Ooggetuigenverslagen documenteren ons tot op vandaag wat daar – binnenkort vijfhonderd jaar geleden – gebeurde. 

.

.

1533

.

.

  • Een tweede protestantse stroming, de wederdopers vestigen in Munster met geweld een heilstaat waar alle mensen gelijk zijn. Luther verwerpt het experiment en kiest de kant van de vorsten.

.

.

1534

.

.

.

  • In Munster verjagen de wederdopers bisschop Frans van Waldeck en roepen de stad uit tot nieuw Jeruzalem. Jan Matthijs, de geestelijke leider, radicaliseert en tolereert er uitsluitend wedergeborenen.

.

  • De Brusselse wederdopers of anabaptisten leiden de opstand in Brussel tijdens de hongersnood. Ze prediken gemeenschap van goederen, gelijkheid in rang, fortuin of afkomst. In hun ogen moeten de Christenen hun bezit delen en omdat de bijbel niets zegt over het aantal vrouwen dat een man kan huwen, zijn ze polygamisch. De anabaptische leiders zijn doorgaans geen geestelijken maar ambachtslui.

.

.

1535

.

.

  • Bisschop Frans van Waldeck stelt een wreedaardig leger samen van protestanten en katholieken en belegert Munster.

.

  • ♣ Karel V neemt Tunis gewelddadig in met zijn adellijke fine fleurde een expeditieleger. Op 25 mei vertrekt hij uit Barcelona met een vloot van vierhonderd schepen en 30.000 manschappen waaronder de veteranen van de Conquista Hernan Cortés en de hertog van Alva, Hendrik van Nassau, Lamoraal van Egmond... De belegering duurt een maand en levert een buit van driehonderd kanonnen. Niet zoveel later maakt Brussel kennis met vier leeuwinnen, een leeuw en de eerste anjers en detagetes, 'het afrikaantje' genoemd. In de warande, het Egmont- en Nassaupaleis bloeien ze.[23] Dit is, aldus de chroniqueurs het wapenfeit van de eeuw en een succesvolle heruitgave van de kruistochten. In werkelijkheid gaat het om een slachting en een vandalenstreek. Er is de ontheiliging van de grote moskee van al Zaituna en de plundering van de bibliotheek. De soldaten vertrappelen duizenden boeken. Van de 180.000 inwoners slaat een derde op de vlucht. Vrouwen en kinderen zien een slavenbestaan in het vooruitzicht en zestigduizend lijken rotten tot hun pestdampen Karel op eind juli naar het naburige Radès dwingen. Karel van Egmont sterft, zijn broer Lamoraal van Egmont ontsnapt na zijn evacuatie naar Spanje.

.

.

1536
 
Lucas Cranach de Oude schildert in 1536 Hof van Eden. Het is te in de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden.

.

.

  • Erasmus sterft (°1469).

.

  • De flamboyante, vijfentwintigjarige Jan van Leiden wordt samen met twee anderen publiekelijk doodgemarteld. Van Leiden (kleermaker, koopman, herbergier, rijmdichter, zager en acteur) ontmoet drie jaar eerder de wederdoper Jan Matthijs. De twee vestigen zich in Münster, een stad die uitgroeit tot een wederdoperbolwerk. Tijdens een belegering sneuvelt Matthijs en roept van Leiden zichzelf uit tot koning. Er volgt een schrikbewind waarbij van Leiden zich van alle luxe voorziet; hij houdt er zeventien vrouwen op na. Bloedige straatgevechten maken een eind aan zijn terreur en herstellen de katholieke orde. Een half jaar lang is van Leiden als circusbeer in een kooi te zien; een rondreizende attractie waarna men hem executeert. De kooien met de lijken hangen een halve eeuw aan de toren van de Sint-Lambertuskerk. Aan die kerk hangt de kooi er nog steeds.

.

  • Jean of Johannes Calvijn, een jonge Fransman die aan de universiteit van Parijs geen gehoor vindt met zijn ideeën, verhuist naar Genève in Zwitserland, een uitnodigende, gastvrije feest- en universiteitsstad en publiceert zijn Onderwijs in de christelijke godsdienst dat zijn strenge leer verkondigt: dansen is verboden, feesten is decadent, het theater een zondige plek. Zuinigheid, werken en eerlijkheid zijn de waarden om na te streven.

.

  • Neemt Diego de Amalya de eerste aardappel mee uit Peru of Chili? Het is een hypothese. De Inca's verbouwen de plant al eeuwen in het Andesgebergte op hoogtes waar andere planten nauwelijks groeien.

.

.

1537

.

  • Amsterdam onthoofdt drie wederdopers wegens ketterij en verbant drie anderen.
 
Rond 1537 schildert Lucas Cranach de Oude Vrouwe Justitia, een Romeinse godin die de personificatie van het recht werd. Haar beeltenis is vaak te zien op gerechtsgebouwen en de rechtsfaculteiten. Haar Griekse collega is Themis. Vrouwe Justitia is geblinddoekt (de blinddoek komt uit het gebedshuis van de Joden, de synagoge), ze draagt rechts een zwaard (dat kreeg ze van Judith) en links een weegschaal (geërfd van de aardsengel Michael). De blinddoek staat voor rechtspraak voor iedereen gelijk, de weegschaal stelt de afweging voor en het zwaard verwijst naar het vonnis.

.

.

1538

.

  • Johannes Calvijn verlaat Genève. Zijn denken jaagt inwoners in het verzet en ze zetten hem de stad uit. Als Calvijn in 1564 overlijdt is de situatie volledig gekeerd: Calvijn is de paus van Genève, aldus zijn critici.

.

.

.

.

1539

.

  • Er breekt rond Kortrijk een volksopstand uit.

.

.

.

.

Kijken

.

.

♣ De jaren veertig: meerpadige doolhoven & botanische tuinen bewerken

 
♣ Oudst bekend herbariumblad met tomaat, 1542-1544, bewaard in Leiden. In Meso-Amerika kweken de voorvaderen van de Azteken en de Maya's diverse varianten. De conquistadores stuurden de gele 'xitomatl' en de 'xipotatl (Asteekz voor tomaat en aardappel) de 'giftige' plant naar Spanje als sierobject. Rond 1750 ontdekken Italianen en Fransen uit de Provence dat de "pomo d'oro" (gouden appel) eetbaar is. Door kruisen en selecteren krijgt de tomaat haar rode kleur. Na 1850 is het een veelgebruikte groente. In 1893 beslist het Hooggerechtshof in de V.S dat de tomaat een groente (en geen fruit) is. Het proces kwam er naar aanleiding van de verschillen in taxen voor groeten en fruit.
 
♣ Een van de heilzame planten in het Kruidenboek van Leonhart Fuchs dat in 1542 verschijnt, is cannabis.

.

1540 bewerken

.

  • De eerste gebastioneerde vesting in onze streken is de Gentse dwangburcht, het Spanjaardenkasteel aan de stadsrand; men spreekt over het Italiaans stelsel, dat krijgt vaste vorm rond 1525: ze zien er uit als stervormige veelhoeken met vooruitspringende bastions op de hoeken.

.

.

.

1541 bewerken

.

.

.

  • Turken nemen de Hongaarse hoofdstad Boeda in.

.

  • Karel V slaagt er niet in om Algiers in te nemen tijdens zijn tweede Afrikaanse veldtocht. De nederlaag is smadelijk en vele Flamenco's komen om.

.

.

1542 bewerken

.

  • Om Fransen het hoofd te bieden, bouwt Maria van Hongarije, landvoogdes der Nederlanden en zus van Karel V in 1542 een versterking: de 'Burcht van Maria'. Het plan toont geometrische straten in een ster die vertrekken vanuit een centraal plein. Van de versterkingen is niets over. De Franse koning Hendrik II neemt de oninneembare stad in twaalf jaar na zijn ontstaan. Het noodzaakt Karel V tot de vesting Philippeville.
 
In het New Orleans Museum of Art hangt De roep om rechtvaardigheid van Marinus van Reymerswale. De vadsige advocaat en zijn klerk tonen de bureaucratische traagheid. Reymerswale schildert de cliënt drie keer: als jongeling, als volwassene, als bejaarde. Als de zaak ver genoeg gevorderd is en de cliënt eindelijk genoeg spaarde, schuift hij de corrupte advocaat een geldbeugel toe. Het schilderij baseert zich op een rechtszaak die twaalf jaar duurde. Geld in contanten speelt steeds meer rol in het leven vanaf de Renaissance. Dat heeft te maken met de ontdekkingsreizen die de goud- en zilverhandel stimuleren na de rooftochten van de conquistadores.

.

  • Antwerpen start een nieuwe omwalling met stenen en een gracht, negen bastions en vier stadspoorten door Donato de' Boni.

.

  • Het New Kreüterbuch van Leonhart Fuchs (1501-1566), een Duits botanicus en arts verschijnt in Basel.

.

.

1543 bewerken

.

.

  • Andreas Vesalius publiceert zeven boeken over het menselijk lichaam en schopt het tot lijfarts van keizer Karel.

.

  • ♣ Rembert Dodoens (Mechelen 1517–Leiden 1585) bewerkt en vertaalt het kruidenboek van Leonhardt Fuchs naar de volkstaal en voegt tweehonderd nieuwe planten toe. Edities zullen elkaar opvolgen: in 1554 beschrijft hij 1060 planten met 719 prenten, in 1563 lopen de aantallen op tot 1406 en 861.

.

.

.

1544 bewerken

.

  • Op de Amsterdamse zeedijk komt een vaste kaarslantaarn, een voorloper van de straatverlichting.

.

  • De Franse koning richt een korps op voor ordehandhaving: de Marechaussée. De ruitereenheid bewaakt de wegen en controleert de weggebruikers.

.

  • Willem van Oranje is elf en gaat in Brussel wonen.

.

  • Mercator ontsnapt aan de doodstraf wegens zijn lutherse sympathie. Zijn medearrestanten niet.

.

.

.

1545 bewerken

 
♣ De botanische tuin van Padua is bekend als Orto dei Semplici met op de achtergrond de Sint-Antoniusbasiliek. Wetenschappers leggen in 1543 de eerste botanische tuin ter wereld aan: de Orto botanico di Padova. Omdat mensen de medicinale planten stelen, komt er een muur. De tuin lijkt van buiten uit op een vesting, binnen de muren kennen de bedden een ingewikkeld fantasiepatroon. De planten komen van de streken die handel drijven met Venetië dat veertig kilometer ten oosten van Padua ligt. De stad neemt een voortrekkers rol bij de introductie van exotische planten. De Venetiaanse vertaler van Vitruvius' De Architectura Daniele Barbaro ontwerpt de cirkelvormige tuin volgens het patroon van de Hortus Conclusus. Na de inwijding in 1545 komen er herbaria, een bibliotheek en laboratoria bij. De botanische tuin kent vrij laat haar oorsprong in de geschiedenis. Tegen mijn intuïtie in ontstaan ze niet kort na de ontdekking van Amerika of tijdens de voorbereidende reizen. De biografie van de machtigste vors van het moment - die van Keizer Karel V - is illustratief. Bij zijn dood in 1555 blijft Amerika onvermeld. In de halve eeuw na 1492 is er nauwelijks interesse voor lokale levensgewoonten of de dieren- en plantenwereld aan de andere zijde van de oceaan. De plaatselijke culturen en de omringende natuur percipiëren ze als barbaars en bizar, als een wildernis vol wilden. De ontdekking en de bezetting van de nieuwe wereld gaat gepaard met een goud- en zilverdorst van de conquistadores en hun religieuze beschavingsdrift. Het missionaire en messianistische katholicisme zullen ze als wereldgodsdienst uitbouwen met missionarissen die de heidenen bekeren. En net zoals in de vroege middeleeuwen kiezen ze voor een hybride missionering waarbij ze de locale symboliek een plaats gunnen. Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw verandert die godsdienstig eenzijdigheid. Die godsdienstige motieven zijn de Nederlandse en Engelse zeevaarders die Amerika koloniseren eerder vreemd. De handel in ongekende luxeproducten is hun codewoord en brengen de ontdekkingsreizen terug naar de essentie, namelijk de zoektocht naar nieuwe handelsroutes sinds de Turken de oude zijderoutes en de oude specerijenroutes bezetten.

.

.

.

  • ♣ Begin van de Giardino dei Semplici of de botanische tuin in Florence, opgericht door Cosimo I de' Medici. De directeur zoekt men onder de tuinlui uit het Noorden en men benoemt Joseph Goedenhuyse waarvan de naam veritaliaanst tot Guiseppe Casabona. Na de Orto botanico di Pisa en de Orto botanico di Padova is dit de op twee na oudste botanische tuin ter wereld.

.

  • De Bibliotheca Universalis van Conrad Gesner verschijnt en maakt de man beroemd. Het lijvig boekwerk vermeldt alfabetisch drieduizend Griekse, Latijnse en Hebreeuwse auteurs van de klassieke tijd tot heden.

.

.

1546 bewerken

.

  • Luther overlijdt.

.

  • De doopsgezinden Dirk Pietersz Smuel en Jacob de Geldersman worden als ketters verbrand op de Dam in Amsterdam.

.

  • Schotse protestanten gaan vermomd Saint Andrews Castle binnen, vermoorden er kardinaal Beaton en hangen zijn lichaam aan de kasteelmuur.

.

.

  • ♣ Het valt de Portugezen op dat hun buitengewesten sommige soorten struikwinde (smilax), een glanzende klimplant gebruiken als medicijn. De thee ervan zou syfilis aanpakken. Vesalius beschrijft de wortels in een brief. Samen met peper, kruidnagel, gember en kaneel importeren de Portugezen ze in Antwerpen, waar ze in de handel te krijgen zijn. Zo ontwikkelt Syfilis zich tot de hedendaagse ziekte. Doordat de bacterie de slachtoffers langer laat leven, overleeft ze en kent ze een brede actieradius.[24]

.

.

 
♣ 'Een doolhof heeft geen Minotauros nodig' schrijft Umbeto Eco ergens. 'Het is zijn eigen Minotauros, met andere woorden, de poging van de bezoeker om de wege te vinden, dat is de Minotauros.' Net zoals Jorge Luis Borges vergelijkt Eco de bibliotheek met een doolhof. 'De Minotauruos is het die het bestaan van het labyrint volledig rechtvaardigt' schrijft Borges. Eco: 'Ondoorgrondelijk als de waarheid die ze in zich bergt, bedrieglijk als de leugen die ze behoedt, is de bibliotheek een geestelijk en teven een aards labyrint. Wie er binnentreedt, komt er nooit weer uit.' Een labyrint verschilt van een doolhof. Een labyrint is een symbolisch pad naar een centraal punt via één pad. De pelgrim wandelt als vanzelf via een onvertakt pad naar het eindpunt toe: het vinden staat centraal, verdwalen of afleiding zijn onmogelijk. Van oudsher zijn ze aangelegd. Een Romeinse sarcofaag gebruikt de beide begrippen en stelt cryptisch: 'Voor de levenden is dit hier een doolhof. Vrienden, zorg dat jullie altijd aardigheid blijven houden aan het labyrint.' Een doolhof alludeert op het verdwalen, het vertwijfeld zijn: zoeken staat centraal. De veelpadige doolhof is een vinding van de zestiende eeuw en zet het dolen [stjolen], het vertwijfeld zijn centraal. Vanaf die eeuw confronteert de doolhof de mens met zijn oer-angst, verruimt het zijn blik in het onbekende en het dwingt de bezoeker stil te staan bij de schoonheid en de verschrikkingen van de (innerlijke) levensweg.[25] De dodentempel van farao Amenhotep III die bij Medinet al Fajoem gebouwd is, is wellicht het oudste bouwwerk met de naam van een klassiek labyrint. Er is weinig over van de tempel met drieduizend vertrekken die gebouwd is rond 1.800 v.Chr. Herodotos ziet het duizend jaar oude bouwwerk omstreeks 450 v.Chr. en prijst de kunstzinnige orde. Een associatie met verdwalen of verwarring maakt hij niet. Die komen er met de Minotaurussage waarbij de Kretenzische koning Minos, zijn vrouw Pasiphaë, een witte stier, de bouwmeester Daedalos, de Minotaurus, Ariadne en Theseus de hoofdrollen spelen met het conflict tussen Athene en Kreta op de achtergrond. Als koning Minos, de vader van de Minoïsche/Kretenzische (?) beschaving aan Poseidon vraagt om te oordelen over de rechtmatigheid van zijn koningschap, brengt een witte stier zekerheid: Minos is koning, zijn broers hebben geen recht op de erfenis. Als wederdienst voor zijn juridisch advies vraagt Poseidon de stier te offeren. Minos weigert en als straf maakt Poseidon Minos' vrouw verliefd op het beest. In een holle houten koe – een constructie van Deadalus – bestijgt de (dek)stier haar. Ze bevalt van de Minotaurus, een wezen met een stierenkop en -staart in een mannelijk lijf. Het brave beest proeft (mensen?)vlees (taboe op kannibalisme) en ontpopt het zich tot een onverzadigbaar monster. Om de mens-stier op te sluiten bouwt Daedalus het λαβύρινθος, een labyrintische, geheimzinnige gevangenis die de archeoloog Sir Arthur Evans bekendheid gaf. Zijn vergelijking tussen Minos’(?) paleis op het Kretenzische Knossos en het Minataurische labyrinth is onwaarschijnlijk mooi. Wie er binnen gaat, vindt geen weg terug. De eilandbewoners voeden de Minotaurus met vaste regelmaat - om de negen jaar -met zeven Antheense meisjes en jongens. Theseus, een koningszoon is één van hen. Met de hulp van de smoorverliefde dochter van Minos – Ariadne (en dus de halfzus van de Minautourus) vindt hij na het fatale gevecht de weg terug. Voor de lezer die nog kan volgen... twee kanttekeningen. 1. De draad van Ariadne lijkt een uitstekend hulpmiddel in een doolhof, maar is in een labyrint toch volstrekt onnodig, niet, vermits er slechts één pad is? Een klein woordenboekonderzoek verklaart dit. Sommige talen onderscheiden een doolhof van een labyrint. Voor de Fransen, de Engelsen en de Nederlanders is een labyrint geen doolhof. Net zoals het Ests, het Fins, het Tsjechisch en het Japans geven ze de begrippen een tegengestelde inhoud. Voor deze talen is een labyrint een pad naar een centraal punt. Voor het Duits, het Pools, het Hongaars, het Bulgaars en het Chinees zijn een labyrint en een doolhof synoniemen, net zoals in het Italiaans, het Spaans en het Grieks. 2. Herman Kern, een Duits labyrint-onderzoeker verwijst naar Homeros en stelt dat het om een Kretenzisch dansritueel gaat tijdens een 'heilig huwelijk' waarbij de draad de dansstructuur of de choreografie (van het Griekse korros) illustreert. Homeros schrijft dat Daedalos een 'prachtig gevoerde koros maakte' voor Ariadne. 'Ze liepen in cirkels rond als op de draaischijf van een pottenbakker' en 'dansten elkaar in rijen tegemoet.' Het eiland Delos kent de traditie van de nachtelijke kraanvogeldans die Theseus als eerste danst bij het Apollo-altaar. Mannen dansen er zingend, vrouwen zwijgend. Onder het licht van fakkels gebruiken de dansleiders een touw om de bewegingen te coördineren en verwarring te creëren of te vermijden. Belangrijk is dat de dansleider zelf de 'draad niet kwijt raakt' opdat hij geen gezichtsverlies zou leiden. Ook de gotische kerklabyrinten zijn met dans geassocieerd. Noord-Franse kathedralen voeren heilige paasdans op na de vespers. De deken danst er in driepas door het labyrint en werp een gouden bal naar de geestelijken rond hem.[26] Naar de middeleeuwen dan maar? Middeleeuwse vloerlabyrinten zijn te zien in de Notre-Dame van Amiens (een achthoekige vorm uit 1288), in de kathedraal van Chartres (de roos van Chartres met een doorsnede van 12,5 meter, elf ommegangen en een weglengte van 294 meter) en die van Reims (?). Een baroklabyrint is te vinden in de Onze-Lieve-vrouw van Hanswijk in Mechelen. Het labyrint maakt het voor iedereen - rijk en arm - mogelijk om een 'mini-bedevaart' of een pelgrimstocht te ondernemen. De bedevaarten naar Compostella langs de Camino of naar Rome langs de Via Francigena vanuit Canterbury zijn financieel of fysiek niet voor iedereen weggelegd.[27] Albrecht Dürer (1471-1528) beschrijft labyrinten bij zijn bezoek aan Brussel in 1520. Achter het paleis op de Koudenberg ziet hij fonteinen, labyrinten en een dierentuin. Hij noemt het 'een mooie en wonderlijke plek' zoals hij ze nooit eerder zag. De keizerlijke warande, of anders gezegd het jachtpark en een uitloper van het Zoniënwoud waar everzwijnen, damherten en edelherten te bejagen zijn, toont exotische planten en dieren uit alle hoeken van het rijk van de keizer.[28] Er is een wijngaard of misschien wel meerdere, een gesloten tuin met de naam 'la Feulllée' en een vijver die de 'Clutinck' wordt genoemd. De kaatsbaan en het tornooiveld... het speleveld kent geen grens. Dürer schetst er een leeuw, een leeuwin en een baviaan, later zal Pieter Coecke van Aelst (1502-1550), de schoonvader van Breugel daar een kameel en olifant aan toevoegen. Een andere tijdgenoot, de Brusselaar Bernard van Orley, geboren ergens tussen 1487 en voor Columbus afvaart (overleden op 6 januari 1541) maakt glas-in-lood en wandtapijten. Het tapijt De Jachten van Maximiliaan illustreert de uitstraling, de invloed en de intensiteit van het Warandepark. Karel V (1500-1555) en de aartshertogen (1598-1621) zullen het park koesteren, in tegenstelling tot de tussenliggende periode onder de regering van Filips II die zich liever niet in Brussel laat zien en er Alva op af stuurt. Karel en de aartshertogen toveren het park om tot een fabuleus theater met fris gebladerte, kabbelend water, klaterende beekjes, elegante fonteinen, paviljoenen vol planten, sculpturen, galerijen en grotten, het maniërisme indachtig. 'Vanaf 1601 zullen ook de ingrepen van de Franse ingenieur Salomon de Caus, in Europa befaamd om zijn kunstmatige, op mythologische thema's geïnspireerde fonteinen en machines bijdragen tot de verfraaiing van deze tuinen. Een doolhof symboliseert geen pelgrimage waarbij een pelgrim van a naar b stapt, maar een echte zoektocht niet wetende waar men uitkomt. Sinds de reformatie en de ontdekkingsreizen is het traditionele pad is niet langer duidelijk. Daarom beschikt een doolhof over meerdere verdwaalwegen. Giacomo Barozzi da Vignola en Pirro Ligorio (beiden architect en oudheidkundige) ontwerpen in 1547 de tuinen van Bomarzo, omschreven als één der befaamste doolhoven. Als doolhof is Bomarzo wellicht de oudste, de raadselachtigste en de spannendste dwaaltuin. Hella Haasse schreef een monografie over 'Il Parco dei Mostri di Bomarzo' en noemt het een geheim park van de dood, een behekst woud. Deze tuin is een metafoor voor het berekenbare (het wereldse, de verkenning ervan) en het onberekenbare (het goddelijke). Een erg oude doolhoftekening duikt enkele jaren later op in een schetsboek uit 1550 van de stad Mantua. Het is niet toevallig dat de meerpadige doolhof ontstaat tijdens de Italiaanse renaissance en het maniërisme, ten tijde van de ontdekkingsreizen, de reformatie en de contrareformatie. Deze tuin typeert de mens als een zoekend wezen die geestelijk of fysiek de wereld verkent én daarbij graag terugblikt op de oudheid. De tuin fascineert de heren van het huis Gonzaga in die mate dat ze hun klassiek labyrint voorzien van zij- en dwaalwegen. Vanuit Italië verspreidt die dwaal- of renaissancetuin zich. Het grondplan is vaak vierkant. Het is een verwijzing naar de Middeleeuwen en het illustreert dat de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd niet zo bruusk verloopt als vaak wordt voorgesteld. De vier paden van de Hortus Conclusus, de vier wegen naar de Waarheid zijn vervangen door een doolhof waarin men dwalend op zoek kan gaan naar de levensboom, de fontein of de waterput. De goddelijke waarheid is dus nog bereikbaar, maar eenvoudig is het niet meer. Hella Haasse ziet Bomarzo als de obscure veruiterlijking van de kabbalistiek, het magisch denken en de alchemie die goochelt met de middeleeuwse allegorieën. Ook dit is de renaissance, met één verschil met het Middeleeuwse symbolische/magische denken: door de ontelbare symbolische lagen treedt nu een betekenisloosheid in. De eenhoorn die afwisselend Christus en de duivel symboliseert blaast, net zoals de Hortus Conclusus binnenkort zijn laatste adem uit. Het Concilie van Trente laat niet meer op zich wachten. Symbolen duiken in labyrinten op: het privé-graslabyrint in Somerton bij Branbury, Oxfordshire in Engeland is aangelegd als een draad van Ariadne en is 365 meter lang. (p. 16) en de lengte van het vloerlabyrint ^een diagonaal kruis - van de Ely-kathedraal in Cambridgeshire is even lang als de torenhoogte (p. 132). In die dagen en de komende eeuw, tussen 1550 en 1650 kent Europa de mode van de liefdeslabyrinten. Manshoge heggen in concentrische cirkels beschutten en beschermen de verliefden tegen weer en spionage. In het midden van het labyrint staat een prieel of een paviljoen als rendeze-vousplaats. Andere bekende labyrinten in de primaire bronnen: * Derde eeuw. Een Romeins uit Gargates bij Vienne/Lyon; * Derde eeuw. Rechthoekig vloermozaïek in Sousse (Hadrumentum), Tunesië. Enkel de tekeningen bestaan nog; * Vierde eeuw. Monochroom Romeins vloerlabyrint, met Christelijke invloed in Cirencester in Engeland; * Twaalfde eeuw. Miniatuur op perkament in kleur. Verzamelhandschrift, Sint Emmeram, Regensburg. Toont Yeriho - de oudste stad ter wereld en genoemd naar de maan en de vorm ervan. De stad is beroemd om zijn balsemienbosjes, zijn specerijen en het winterpaleid van Herodes de Grote, op de pelgrimsweg tussen Galilea en Jerusalem. * Vijftiende eeuw: Banier met een layrinth, geillustreerd in het militaire handboek 'De re miliatri' van Roberus Valturius (Italië). * Ca. 1460. Baccio Baldini maakt een kopergravure in Florence met een poortgewelf waarin Theseus verdwijnd met het touw in de hand; * 1539. Koperplaat uit het schrijfmeesterboek van Johann Neudörffer, Nürnberg; * Ca. 1550. Een onbekende Duitse meester ontwerpt een haaglabyrint op houtsnede met vijf medaillons. In het midden vecht Thesus tegen de Minotaurus die in wezen op de duivel lijkt. * 1579. D. Loris van Mömpelgard (Montbéliard) publiceert in Genève 'Le Thresor Des Parterres De L'Univers', liefdeslabyrinten met een toren of een paviljoen; * Zestiende eeuw. F rancesco Segala, een architect uit Padua (Italië) toont in zijn 'Libro de laberinti' houtsnedes van labyrinten in de vorm van een slak (een tuindier dat alles aanvreet), een spin/krab (angst), een jachthond (die beschermt), een dolfijn (het exotische), een schip (de ontdekkingsreizen) en een nar (wijsheid, de onnozele kijkt in de spiegel); * Zestiende eeuw. Vloerlabyrint in de San Vitale in Ravenna (Italië); * 1607. Gabriele Bertazzolo ontwerpt een doolhof voor de hertog van Gonzaga in Mantua (Italië). Tekening is te vinden in zijn 'Carta Topografica di Mantova' uit 1628; * 1664. Tuinlabyrinten van Georg Andreas Boeckler in Architectura Curiosa Nova, Neurenberg; * 1690. De aanleg start van Hampton Court, East Molesey, in het graafschap Surrey, een ontwerp van George Londen en Henry Wise. De aanleg duurt vijf jaar. Een plantage in Suriname draagt dezelfde naam. De koninklijke haagdoolhof is mogelijks de beroemdste en met één miljoen bezoekers per jaar meest bezochte doolhof ter wereld. De trapezevormige aanleg meet aan de langste kant zeventig meter. Waarschijnlijk is er sprake van een ouder labyrint op de zelfde plek.[29] * 1711. Ontwerp van een Benedictijner kloosterdoolhof in de abdij van Lambach in Oostenrijk. Vermoedelijk gemaakt door de tuinman Stefan Schwarz; * 1721. Haagdoolhof naar een plan van Girolamo Frigimelica, Villa Pisani, Strà bij Padua; * 1728. Batty Longley graveert voor een Londens tuinlabyrint en in zijn boek 'New Principles of Gardening' verbetert hij labyrint van Versailles. * 1730. Het Engelse graslabyrint in Pimpern bij Blandford, Dorset wordt omgeploegd. De bevolking noemde het Troje. * 1775. Labyrintontwerp door P.J. Galimard in het boek 'Architecture des jardins'; * 1977. Het Haaglabyrint van Kasteel van Belœil kent een sleutel met baardpatroon en ligt bij 'het mooiste Belgische kasteel' aldus sommigen, in een ontwerp van Randoll Coate

;

  • 1995. Adreian Fisher ontwerpt in Paradise Valley (Pennsylvania, het land van de Amish in de VS) een maïslabyrint van 12.000 vierkante meter, verwijzend naar een historische stoomspoorlijn en de Amerikaanse maïslabyrinten. Een labyrintmeester geeft de bezoeker uit een toren raad of zet hem op het verkeerde been. Het maïslabyrint met als titel de 'Gouden hinde' krijgt een plaats krijgt in het Guiness Book of Records als het grootste ter wereld. De Gouden hinde was het schip van Francis Drake (1543-1596) dat bij een Indonesisch eiland vol kruidnagel teloor gaat.]]

.

1547 bewerken

.

  • ♣ Een nieuw tuintype... de meer-padige doolhof.

.

  • Hendrik VIII van Engeland overlijdt, net zoals Frans I, de koning van Frankrijk.

.

.

.

1548 bewerken

.

  • In Brugge wordt Simon Stevin geboren (+Den Haag of Leiden, 1620). Hij wordt natuurkundige, waterbouwkundige, landmeetkundige, wiskundige en ingenieur die het decimale stelsel voor breuken introduceert. Hij geeft de vestingbouw een rationele grondslag.

.

.

1549 bewerken

.

  • Kroonprins Filips arriveert uit Spanje in Brussel, nu de officiële hoofdstad van de Nederlanden. Karel V stelt zijn troonopvolger voor tijdens een grote Ommegang.

.

.

.

.

Kijken

.

.

De jaren vijftig bewerken

.

 
♣ Winterlandschap met ijsvermaak, Hendrick Avercamp, omstreeks 1608. Metingen in West- en Midden-Europa tonen dat het na 1550 verkoudt: meer sneeuw en ijs tijdens de langer durende winters (van november tot april) en herfstige zomers met storm. Dit is de Kleine IJstijd. De oorzaken zijn viervoudig. 1. Een overvloed aan bomen slurpt de CO2 uit de atmosfeer. Een gebied zo groot als Frankrijk is nu bos na het uitsterven van de Indianen). Daardoor koelt de aarde af. 2. In Europa verwilderen gebieden na de pest. 3. De zon vertoont minder activiteit door een slechte aardbaan. 4. Een reeks vulkaanuitbarstingen zorgt dat het zonlicht de aarde niet bereikt. In de Lage landen lijdt de kleinschalige wijnbouw onder de koude. De druivenranken op de zeventiende eeeuwse landgoederen hebben enkel nog een esthetische functie. De eenvoudige middeleeuwse wijnproductie verdwijnt in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. De schaarste en de vele oorlogen maken wijn tot een luxe importproduct. Alleen elites permitteren zich de drank, dat is te zien op veel doeken. Tot 1585 verloopt de wijnimport via Antwerpen, daarna nemen de Nederlandse havens Dordrecht, Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam de (erg gevarieerde) wijnhandel over. Tuinbouwers zien de noodzaak om anders te gaan tuinieren. In 1561 wijst de Zwitser Conrad Gessner in zijn boek De Hortis Germaniae op de effecten van muurwarmte bij het rijpen van aalbessen en vijgen. Vrijstaande latwerken uit de vijftiende eeuw komen nu tegen warme muren te staan. In Antwerpen publiceren de botanici Dodonaeus en Clusius samen met Plantijn een serie Nederlandstalige kruidenboeken en in 1566 - het jaar van de beeldenstorm - verschijnt De Veltbouw. Karel Stevens en Jan Liebaut - beiden doctor in de medicijnen - beschrijven hoe druiven op een afdak of op een 'somerhutte' meer van de warmte genieten. Prenten van Johan Vredeman de Vries en Pieter Brueghel tonen boogvormige pergola's en in moestuinen komen verhoogde bedden met luchtige grond vol mest, kalk en strooi die de warmte van de voorjaarszon gebruiken. De opgehoogde bedden maakt dat de grond sneller opwarmt en makkelijker droogt. In zo'n warme tuin is het ook aangenaam toeven. De belangstelling voor het leifruit verdwijnt op het einde van de achttiende eeuw, als de Kleine IJstijd voorbij is.[30]

Sinds het midden van de zestiende eeuw verbinden koetsen steden. Door een gebrek aan vering is het comfort ver te zoeken. Reizigers brengen hun uren liever door in het zadel op het paard. In deze jaren is Keizer Karel gebroken, moe en vermoeid door een halve eeuw paardrijden in het uitgestrekte rijk dat hij regeerde. Gewone mensen die reizen hebben niets anders dan kopzorgen: het vervangen van de zadels, de teugels, de sporen, de halsters, de tassen, de hoefijzers... de stallingen en het voer. Reizigers bereiden in die dagen hun reis grondig voor. Wisselbrieven voorzien hen van contanten in geld en bij de plaatselijke magistraat zoeken ze een paspoort. Zo krijgen ze toegang tot de steden en passeren ze de ontelbare grenzen tussen de baronieën, de graafschappen en de vorstendommen. Het sust de douaniers en vergemakkelijkt het tolrecht. Tol- en gezondheidsbrieven maakten het mogelijk om te reizen in pestregio's. Wie musea, bibliotheken of curiositeitenkabinetten wil bezoeken heeft aanbevelingsbrieven nodig van geleerden.[31] En met de koets verspreidt zich een nieuw wondermiddel uit de Nieuwe Wereld. Columbus vermelde het sporadisch in zijn dagboek. Omstreeks 1550 is er tabakskweek in een Mechelse tuin en Rembert Dodoens (Mechelen 1517–Leiden 1585) beschrijft het in 1554 in zijn Cruydeboeck. Nadat Clusius (1520-1600) het werk in 1557 in het Frans vertaalt tot Histoire des plantes doet de tabak zijn intrede in Frankrijk. Jean Nicot stuurt het in 1560 als geneeskrachtig wondermiddel naar koningin Catharina de' Medici om haar hoofdpijn weg te nemen. In 1564 beschrijft hij het in zijn populaire L'agriculture ou maison rustique. In Engeland is het de ontdekkingsreiziger Francis Drake die de tabak in 1573 introduceert. In 1580 vaardigt Enkhuizen het eerst gekende rookverbod in de geschiedenis uit.[32]

 
♣ Het Concilie van Trente begon in 1545 en eindigde in 1563. In de tweede helft van de zestiende eeuw groeit de katholiek-protestantse kloof. Als de katholieke Filips II van Spanje, even schuchter als streng, zijn vader Keizer Karel opvolgt, is de rollende sneeuwbal onhoudbaar: beide partijen, zowel katholieken als protestanten radicaliseren. Het Concilie van Trente begeleidt als drievoudige kerkvergadering (1545-1547, 1551-1552 en 1562-1563) in het midden van de zestiende eeuw de abdicatie van Karel en de kroning van Filip. In de Italiaanse stad Trente zoeken de katholieken hun tweede adem en ondernemen ze acties tegen de reformatie: ze organiseren de contrareformatie. Waar de reformatie sober en somber is, daar is de contrareformatie barok: theatraal en luisterrijk. Die contrareformatie is niet enkel, zoals de naam laat uitschijnen, de antithese van de reformatie; het is tegelijk een interne hervorming van de katholieke kerk: het middeleeuwse symbolisme wordt verboden (het leidt tot een ijdel spel en zet aan tot onzedigheid, denk aan de eenhoorn in de Hortus Conclusus), priesters krijgen opnieuw een gedegen scholing in het klein en in het grootseminarie, de Jezuïetenorde ontstaat (een keurkorps dat niet alleen de pas ontdekte gebeden in Zuid-Amerika, in Azië en China moet kerstenen, maar in Vlaanderen als stoottroepen te werk gaan en discipline, scholing en geloofsijver beklemtoont). Overal duiken kerkinspecties op, de biechtcultuur maakt opmars (biechten gebeurt vanaf nu in een biechtstoel, niet meer in de publieke ruimte), mentale training is nooit veraf. Kortom, alles wordt uit de kast gehaald om de contrareformatie te organiseren.
 
♣ Ploegen omstreeks 1558, door Pieter Bruegel de Oude: De val van Icarus.

.

1550

  • Oudste schets van een Labyrint? Dürer spreekt er al over in 1520, of hij ze tekent is niet bekend.
  • In Antwerpen krijgt het calvinisme veel aanhang. Dat hoeft niet te verwonderen met een drukkerij in het stadscentrum.
  • Het Bloedplakkaat van Keizer Karel V verbiedt het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse werken, het bijwonen van hun bijeenkomsten, het prediken en het huisvesten van ketters met de doodstraf.

.

1551

  • Stichting van de eerste universiteiten in Zuid-Amerika: Lima en Mexico-Stad.
  • De gereformeerde predikant Jan van Oostende belandt in Antwerpen op de brandstapel.
  • De Oostenrijkse ambassadeur voor Turkije, Ogier Gisleen van Busbeke (Ca. 1522-1592) maakt in het Turkse Edirne kennis met de tulp (Tulipa), een eenzaadlobbige plant uit de leliefamilie. Hij zendt de bollen naar Wenen en in zijn Legationis Turcicae epistolae quatuor' schrijft hij: 'We bleven een dag in Adrianopel en vervolgden dan onze weg naar Constantinopel dat niet ver meer was. Op onze tocht door deze streken werd ons overal een geweldige hoeveelheid bloemen aangeboden: narcissen, hyacinten en bloemen die de Turken "tulipan" noemen. De tulp heeft nagenoeg geen geur, zij is geliefd om haar kleurschakeringen en haar schoonheid.'


.

1552

  • Het Verdrag van Passau geeft de lutherse vorsten godsdienstvrijheid.
  • In Brussel worden de eerste calvinisten onthoofd.
  • Pieter van Gent (ca. 1480-1572) schrijft een kritische brief aan keizer Karel over de behandeling van de Indianen. 'Nog dertig of veertig jaar zulke uitbuiting en dan zal dit land voorgoed verloren gaan, want zonder indianen is het niets waard.' Het is een uitzonderlijke stem die opkomt tegen de volkerenmoord van de Conquista.

.

1553

.

1554

.

.

  • De hevige vervolging van de protestanten geeft Maria haar bijnaam "Bloody Mary".

.

.

  • Konrad Gessner (1516-1565), een getalenteerde en veelzijdige geleerde uit Zwitserland verwerft de positie van stadsgeneesheer en sticht in Zürich de botanische tuin.

.

.

1555

  • Eerste troonsafstand Keizer Karel V als vorst van de Nederlanden en Spanje. De Nederlandse gebieden en de Franche-Comté draagt hij over aan zijn zoon, koning Filips II. Het keizerschap draagt hij bij zijn tweede troonsafstand in 1556 over aan zijn broer, de latere keizer Ferdinand I. Hiermee splitst Karel zijn Habsburgse wereldrijk in een Oostenrijkse en Spaanse tak.
  • Filips II benoemt nieuwe leden van de Raad van State, onder wie Willem van Oranje en Lamoraal van Egmont.
  • Christoffel Plantijn sticht in Antwerpen zijn drukkerij en verwerft het monopolie in missalen en brevieren onder de Spaanse kroon. Op 1 mei drukt hij zijn eerste werk: Institution d'une fille de noble maison in opdracht van de drukker Johannes Bellerus. Plantijns bedrijf wordt de grootste drukkerij ter wereld. Op het hoogtepunt zijn er 22 persen en meer dan 80 werknemers in dienst. Hiervoor speelt hij in op trends, spreidt hij zijn investeringen, bouwt hij een uitgebreid netwerk uit, trekt hij vaklui aan en huwt hij zijn zeven dochters uit aan goed gekozen schoonzoons. Hij zal 1800 titels drukken waaronder werk van Justus Lipsius, Rembert Dodoens, Carolus Clusius, Mathias de Lobel, Abraham Ortelius, Simon Stevin, Cornelis Kiliaan, Andreas Masius en Juan Valverde de Amusco. Als het concilie van Trente in 1563 de herdruk van alle liturgische werken ordonneert, gaat het hem voor de wind tot hij in 1565 betrapt wordt op het drukken van katholiek-kritische teksten. Plantijn vlucht naar Parijs en op de Antwerpse Vrijdagmarkt wordt zijn inboedel verkocht. Na zijn terugkeer zal hij aldaar zijn atelier herinrichten.
  • Nostradamus publiceert zijn profetieën.
  • Bouw vesting Philippeville, na de val van Mariembourg.
  • In Geneve roept Calvijn op tot zuinigheid en vlijt. Hij legt er de basis van het kapitalisme. FILM

.

.

Kijken

.

.

De zestiende eeuw onder Filips II: 1555-1598 bewerken

.

 
Filips II (1527-1598) was heerser over Spanje en de Spaanse Nederlanden en het grootste koloniale rijk ter wereld. Met die inkomsten streed hij tegen de islamitische Ottomanen en mengde hij zich in de godsdiensttwisten. Samen met zijn tweede echtgenote Maria I van Engeland was hij, tot haar dood, vier jaar koning van Engeland. Om zijn nieuwe residenties vorm te geven in Spanje, deed hij beroep op Vlaamse hoveniers.

Beginjaren onder Filips II bewerken

 
Gravure naar Pieter Brueghel de Oude, 1556. 'Al rijst den esele ter scholen om leeren, ist eenen esele hij en zal gheen peert weder keeren.' (Ook al komt de ezel naar de school om te leren, hij is een ezel en zal niet als paard terugkeren.)

.

  • 1556
    • Tweede troonsafstand Karel V.

.

  • 1557
    • Spanje is bankroet.
    • Eerste tekening van een tulp.

.

  • 1558
    • Maria I van Engeland overlijdt zonder zwanger te zijn.
    • Filips II is niet langer koning van Engeland.
    • In zijn laatste maanden geniet Karel V het gezelschap van zijn zestigtal personeelslieden en zijn bastaardzoon, Juan van Oostenrijk. Die zal landvoogd worden van de Nederlanden. Sinds zijn troonsafstand brengt Karel V zijn tijd door met mijmeren, vissen en zijn uurwerken van onder meer Gianello Torriani en de politiek die hij vanop een afstand bekijkt. Hij sterft in het Klooster van Yuste op 21 september 1558. Twee dagen later wordt zijn lichaam in een crypte onder het altaar van de kloosterkerk bijgezet. Overal ter wereld zijn er herdenkingsmissen: tot in Mexico, Cuzco en Peru.

.

1559

.

  • Verdrag van Cateau-Cambrésis. Om dit verdrag te vieren - en het huwelijk van Elisabeth de Valois met Filips II - betreedt de vader koning Hendrik II van Frankrijk het toernooiveld. Zijn tegenstrever, Gabriel de Lorges verwond hem dodelijk met een speer afbreekt in zijn linkeroog. De zorgen van Ambroise Paré en Vesalius baten niet. Het voorval beëindigt het steekspel in Frankrijk.

.

.

.

  • De Bervoetse Broers van de Brusselse rederijkers is de start van een protestantse propagandacampagne.

.

.

.

Kijken

.

.

♣ De jaren zestig: van het Escorial tot de hagepreken bewerken

.

 
♣ In 1563 start Filips II - blijkbaar een groot natuurliefhebber - de werken aan zijn kloosterpaleis El Escorial. De werken duren tot 1584. Het Escorial is een kasteel, klooster en koninklijk mausoleum Filips II laat in 1573 de stoffelijke resten van zijn vader overbrengen. Nu rust hij samen met zijn nakomelingen onder het hoofdaltaar. 45 kilometer verderop, in het noordwesten ligt Madrid. Het Escorial is gebouwd na de Spaanse overwinning bij de Slag bij Saint-Quentin (1557) op de feestdag van de heilige Laurentius van Rome. Het vierkante kloosterpaleis is opgetrokken uit grijs graniet in een woest, verlaten berglandschap. Het bouwwerk symboliseert het rooster dat Laurentius boven het vuur roosterde. Zo toont de bouw Filips' principes: soberheid, gezag, orde en eensgezindheid in het geloof (contrareformatie). De vertrekken van de koning die een uitsteeksel vormen, worden het handvat genoemd. Voor de indrukwekkende hoftuin, de jardin de los frailes of de tuin van de broeders importeert hij zaden, gereedschap en tuinlui uit de Nederlanden. Manuel Azaña (1880-1940), de Spaanse premier in 1931-1933 en tijdens de Spaanse Burgeroorlog studeerde in de Augustijnerschool van het klooster. Hij beschrijft de tuinen in zijn memoires en zijn toneelwerk El jardín de los frailes. Daarin verhaalt hij hoe een leerkracht het lesgeven in de tuin prefereerde boven het koude, kille klaslokaal. In de vroege februarilente neemt de leerkracht hen heimelijk mee naar de tuin der broeders. Ze dwalen door koele holle gangen met zuurwitte, naakte muren in de echo van treurig schoolgeluid. In ruil krijgen ze de blauwe lucht in een dampige, grenzeloze omgeving vol stilte. Hij noemt het 'een van de heerlijkste plaatsen ter wereld, geregeerd door het egoïsme van de hagedis.'[33] Tot de dag vandaag gebruiken de leerlingen de tuin om te studeren, tijd te doden, te rusten, te mediteren. Klik hier voor de afbeeldingen.
 
Hagenpreek in Oosterweel bij Antwerpen in 1566. Uit P.C. Hooft Nederlandsche historien, 1703. Een hagenpreek is een predicatie in het open veld, het woord is voor het eerst gebruikt in 1619.
 
Aankomst van Alva in Brussel 1567. Prent uit 'de Nassausche Oorloghen' van Willem Baudartius, uit Deinze.
 
Alva laat graaf Egmont arresteren.

BEELDFRAGMENT BEELDENSTORM (14.36 Min.)

.

BEELDFRAGMENT TACHTIG JARIGE OORLOG 1

.

1560

.

.

.

1561

.

.

.

  • Oranje, Egmont en Hoorne verzetten zich te vergeefs tegen de benoeming van Granvelle en blijven weg bij de plechtigheid.

.

  • Antwerpen start de bouw van het renaissance stadhuis. In 1564 zal het klaar zijn en in 1565 ingehuldigd. De burgemeesters Jan Van Schoonhoven en Nicolaas Rockox promoten het project en Cornelis Floris de Vriendt leidt de werken. De beweeglijke interpretatie van de Renaissancestijl resulteert in gebouw dan op een Italiaans palazzo lijkt en kondigt de barok aan. Het Schoon Verdiep dient de politiek en het huwelijk.

.

.

1562

.

.

.

  • Een vracht tulpenbollen vindt zijn weg naar Antwerpen en luidt het begin in van de Europese tulpenteelt.

.

.

1563

.

.

.

  • ♣ Filips II - blijkbaar een groot natuurliefhebber - start de werken aan zijn kloosterpaleis El Escorial. De werken duren tot 1584.
 
Waarom focust Bruegel zo op de wereld waar vrouwen zich de baas wanen? Heeft het te maken met het jaar waarin dit schilderij tot stand komt? In 1563 regeren vrouwen over de Nederlanden, Engeland, Frankrijk en Schotland. Sinds 1559 is Margaretha van Parma landvoogdes in de Nederlanden voor Filips II, in Engeland is Elizabeth I sinds 1558 aan de macht en in Frankrijk neemt Catharina de' Medici vanaf 1560 het regentschap waar. In 1561 neemt Maria Stuart officieel de regering van Schotland op zich. Geweld, oorlog en woede zijn geen van hen vreemd.
 
Detail voorgevel stadhuis van Antwerpen, met Brabo op de voorgrond. De drie wapenschilden tonen 1. de Brabantse Leeuw (links), het wapen van het hertogdom waarvan deze stad de haven is, 2. het wapenschild van Filips II (midden) en (rechts) het wapenschild van het blazoen en de markgraaf van de stad met erboven de keizerlijke adelaar. Het (te grote) Mariabeeld erboven kwam er met de contrareformatie. Voorheen stond er een Brabobeeld dat beter in de nis paste.
 
♣ De tachtigjarige oorlog begint met de executie van Egmond en Horne, niet hier in dit park op de kleine zavel, maar op de grote markt van Brussel.

.

.

1564

.

.

.

.

.

.

1565

.

  • De Spanjaarden vestigen zich in St. Augustine in Florida en introduceren planten uit Spanje en nieuwigheden uit West-Indië.

.

.

.

1566

.

  • Rederijkersfestival in Brussel en de eis tot de erkenning van het calvinisme.

.

  • Hongerjaar en wonderjaar

.

  • Beeldenstorm. Eerste fase: de Westhoek (10-18 augustus): Steenvoorde, Dranouter, Veurne, Ieper, Wervik, Waasten (Warneton), Belle (Bailleul), Sint-Winoksbergen (Bergues), Kassel, Broekburg (Bourbourg).

.

  • Tweede fase: de Schelde (20-27 augustus): Antwerpen, Oudenaarde, Gent, Breda, Den Bosch, Middelburg, Amsterdam, Delft, Utrecht, 's-Gravenhage.

.

  • Derde fase: Noord- en Oost-Nederland (september/oktober): Leeuwarden en Groningen.

.

.

.

.


Hagepreken!

♣ Waar het protestantisme de ‘woordcultuur’ promoot, richten de katholieken zich op de ‘beeldcultuur’. Het model van de herder staat er op dat de priester de bijbel uitlegt, preekt, expliciteert aan de gelovige. Dat is zijn missie. Zo komt de gelovige niet tot een foute interpretatie. Preken en bijbelexplicitatie vragen een didactiek. In een tijd zonder film of PowerPoint vormen brandramen en baldakijnen, altaren, missalen, sculpturen en schilderijen, crucifixen, kleden en koorbanken, beelden en ornamenten het geschikte medium om verhalen te vertellen. Tussen 1520 en 1566 zijn in de Nederlanden zo'n dertienhonderd protestanten geëxecuteerd. Die onderdrukking leidt op 10 augustus 1566 in Steenvoorde tot de beeldenstorm: het oor (het woord) mag zich niet langer door het oog (het beeld) laten onderdrukken. Tijdens een hagepreek die doorgaans grote aantallen mensen op de been brengt, zet een lutherse of calvinistische predikant zijn toeschouwers aan om de beelden te vernielen. En dat gebeurt als ware men bezeten. Het is een reiniging van de visuele onrechtvaardigheid. Kalendermatig ligt de beeldenstorm perfect in het verlengde van de hagepreken. Men beseft dat de winter er aan komt en dat prediken in open lucht - en dus het uitoefenen van invloed - steeds moeilijker wordt. Wie straks in november en de maanden erna een kerk in bezit heeft, zal logistiek voordeel hebben. En zo geschiedt.

De beeldenstorm trekt van Zuid naar Noord en arglistigste plunderaars infiltreren de ordeloze bende gelovigen. Op 20 augustus gaat het interieur van de Antwerpse kathedraal aan diggelen en op 25 augustus en enkele dagen daarna treft de beeldenstorm de Pieterskerk in Leiden: "een quaet beginsel van twee manspersonen, mit geweer op de beelden slaende"[34] zetten agitatie in gang. Burgemeester Isaac Claesz. van Swanenburg redt Het laatste Oordeel van Lucas van Leyden op het nippertje door het van de beeldenstormers te kopen en naar het stadhuis over te brengen. Nu is het te zien in het Stedelijk Museum De Lakenhal; in de kerk hangt een kopie. Als het nieuws begin september Filips II in Madrid bereikt, krijgt hij prompt een koortsaanval. In de lente van 1567 zijn de gemoederen grotendeels bedaard, maar die kunnen niet vermijden dat een jaar na het uitbreken van de beeldenstorm Fernando Álvarez de Toledo, bekend als de hertog van Alva met een leger van tienduizend soldaten en een mars van zesenvijftig dagen vanuit Italië via tussenstops in Namen (25 augustus) en het Kasteel van La Roche-en-Ardenne in Brussel arriveert, dat hij er de Raad van Beroerten installeert en er de tachtigjarige oorlog begint. Alva neemt in Brussel zijn intrek in het huis van de markiezin van Jauche op de hoek Karmelieten- en Naamsestraat en in het Paleis van Nassau dat Willem van Oranje is ontvlucht. Tegenwoordig is dit het Paleis van Karel van Lotharingen, enkel de Nassaukapel dateert uit die dagen. Alva onteigent Willem van Oranje en verkoopt de kunstschatten uit het paleis, waaronder De tuin der lusten van Jheronimus Bosch.

.

De accentverschillen tussen het protestantisme en de katholieke invulling van het Christelijke geloof zorgen voor een andere arbeidsethos en een andere culturele invulling en aldus ook een andere maatschappij. 

. 

Arbeid en de Weberthese

De arbeidsethos van de naar Nederland en Engeland gevluchte Calvinisten bestaat uit twee kernwoorden: zuinigheid en vlijt. Die eigenschappen komen zowel de Engelsen als de Nederlanders van pas, het zijn zeevarende naties en Calvinisten blijken uitstekende zeelui. Die nieuwe mentaliteit is voorwerp van correspondentie tussen kapiteins die een bemanning zoeken met werkkracht en een sober leven. Aan boord zijn dit twee onmisbare eigenschappen. Franse matrozen? Daar valt geen land mee te bezeilen: zonder kaas, worst, wijn, brood en boter functioneert een fransoos niet en gaat hij niet aan boord. Voor de Calvinist volstaan brood en water. Bij de komst van Alva vlucht er dus meer dan zuinigheid en vlijt de Scheldegrens over. Gezien hun zuinigheid beschikten de Calvinisten intussen over aardig wat spaarcentjes. Die namen ze mee en die kunnen ze investeren als het nodig is. In Engeland zal hun kapitaal in de achttiende eeuw aan de basis liggen van de Industriële Revolutie – een stoommachine kost immers handen vol geld - die in de (niet toevallig) textielsector losbarst. En gezien de Calvinistische vlijt en bedrijvigheid in de Vlaamse weefateliers, beschikken deze over een uitgebreide technologische kennis. Hun vlucht is dus voor de Zuidelijke provincies behalve een financiële aderlating evenzeer een braindrain. 

De soberheid van de protestantse kerkinterieurs staan in schril contrast met de overdadige luxe van de barok. In de Antwerpse Boromeuskerk schuift vier-maandelijks achter het altaar een ander schilderij omhoog, afwisseling om de verveling tegen te gaan. Pieter-Paul Rubens, de Sint-Annakerk in Brugge en Église_Saint-Loup in Namen: de kunst van de contrareformatie moet imponeren. Vandaag is het onderscheid tussen de katholieke beeld- en de protestantse woordcultuur nog herkenbaar. Wie ’s avonds langs de Amsterdamse grachten doolt, ziet achter de glasramen van de hoge herenhuizen de oranje gloed van het avondlicht: vrijwel elk huis beschikt over een ruime, wand vullende huisbibliotheek. Hier wonen boekenmensen. In Vlaanderen zijn huisbibliotheken een uitzondering, strips, die vind je er wel. Brussel kent zijn stripmuren, een stripwandeling en een stripmuseum, Charleroi kent Rataplan en Jommeke heeft een standbeeld op de zeedijk in Middelkerke. Sommige Nederlanders kennen dit medium niet eens.

Een ander gevolg van de gebeurtenissen in de zestiende eeuw: Vlamingen percipiëren de Hollander van boven de Moerdijk als bendig en zuinig. Boze tongen spreken zelfs over gierigheid. Ook in de rechtbank en het onderwijs dringen het katholieke en het protestantse model binnen. In Vlaanderen blijven docenten en professoren nadrukkelijk aanwezig in het klaslokaal. Aan zelfstudie, afstandsonderwijs en projectwerk heeft het Vlaamse onderwijs een broertje dood, in tegenstelling tot onze Noorderburen die elke onderwijsinnovatie als een kans grijpen. De rechtspraak in Vlaanderen blijft hiërarchisch, terwijl die in de Noordelijke Nederlanden recht toe, recht aan wordt.

.

.

1567
 
Pieter Aertsen schildert De groenteverkoopster in 1567. In 1564 schildert Joachim Beuckelaer een gelijkaardig tafereel. Deze fruit- en groetensoorten zijn in werkelijkheid niet tegelijk op de markt verkrijgbaar. Dit is geen fake news maar een artistieke keuze vergelijkbaar met de prenten van de Middeleeuwse tuinen waarin planten te zien zijn die in ons klimaat niet kunnen gedijen. Daar is de symbolische betekenis van belang. Aardappelen zijn op het stilleven niet te zien. De oudste officiële vermelding dat de aardappel richting Lage Landen gaat is te vinden in een transportbeschrijving tussen de Caribische eilanden en Antwerpen in 1567. Het duurt nog dertig jaar voor Carolus Clusius (1525-1609) de aardappel wetenschappelijk beschrijft. Clusius legde op vraag van keizer Maximiliaan de Hortus Botanicus in Wenen aan en beschikte over een grote privécollectie aan planten en zaden. In 1588 plant hij de eerste knollen in de Mechelse tuinen van de Commanderij van Pitzemburg. Hij noemt de knol die tot de giftige nachtschadefamilie behoort, Papas Peruvianum. De Inca's noemden de knol immers Papa en van papa naar pata, is een kleine sprong. In 1593 wordt Clusius directeur van de Hortus Botanicus in Leiden.

.

  • Alva maakte een einde aan de geuzentijd en laat de Citadel van Antwerpen bouwen met dwang. Tienduizenden calvinisten vluchten naar de Noordelijke Nederlanden, met een voorkeur voor de stad Leiden. Willem van Oranje verlaat Brussel.

.

  • In Brugge is het altaar van Michelangelo's (1475_1564) Madonna met kind zo beschadigd dat het wordt afgebroken. De steen wordt gerecupereerd in een portaal van het stadhuis. Wat er met het beeld zelf gebeurde tijdens de beeldenstorm is niet geweten. Het beeld, nu een halve eeuw oud, is onbeschadigd.

.

  • Hertog Alva stelt de Raad van Beroerten of de bloedraad in namens Filips II om iedereen te vonnissen deelnam aan de troebelen 1566 en de beeldenstorm. Veel van de rechters en de stafleden waren katholieke Nederlanders of Spanjaard. Door de raad deed slaan veel edelen, onder wie Willem van Oranje, op de vlucht naar Duitsland of Engeland. In de komende de vijf jaar zal de raad meer dan duizend mensen ter dood veroordelen en executeren. Een tienvoud wordt verbannen. 'Zevenstuiverslieden', ingehuurde spionnen geven de Calvinisten voor zeven stuivers aan. Na Alva's vertrek in december 1573 spreekt de Raad geen doodstraffen meer uit.

.

  • De Raad van Beroerten zet theoloog Dirck Volkertsz. Coornhert in de Gevangenpoort in Den Haag gevangen omwille van zijn contact met Willem van Oranje. Hij schrijft er “Boeventucht” waarin hij de zinloosheid van lijfstraffen, wraak en vergelding aankaart. Veroordeelden aan het werk te zetten kan leiden tot hun verbetering. Katholieken en Calvinisten wijzen het idee af. Coornhert vlucht na zijn vrijlating naar het buitenland. Zijn werk “Boeventucht” werd twintig jaar later gepubliceerd.

.

  • ♣ De Italiaanse bioloog, zoöloog en medicus Ulysses Aldrovandus (1522-1605) legt in Bologna de universitaire kruidentuin aan en stelt in 1574 een handboek samen voor de bereiding van geneesmiddelen. Deze officiële farmacopee is een modelwerk.

.

.

1568

.

.

.

.

.

1569

.

.

.

  • Willem van Oranje vraagt hulp in Istanbul.

.

  • Op de Kortrijkse grote markt verbrandt de stadsbeul, Pieter Bailliu zes ketters op evenveel brandstapels.

.

.

Kijken

.

.

De jaren zeventig bewerken

 
Columbus bracht de syfilis naar Europa. Ergens in de zestiende eeuw (ik kon niet achterhalen wanneer) zorgt de ontdekking van Guaiacum voor een zekere genezing of verlichting van de pijn. Deze kopergravure dateert uit de jaren 1590-1595


.

BEELDFRAGMENT TACHTIG JARIGE OORLOG 2 (11.36 Min.)

.

 
Na de Bartholomeusnacht verspreidt zich een golf van geweld over Frankrijk.

.

 
De Martelaren van Gorcum zijn negentien katholieke religieuzen en seculiere priesters die om hun geloof door de watergeuzen in 1572 zijn vermoord in Den Briel. Hun relieken liggen in de Sint-Nicolaaskerk in Brussel.

.

1570

.

  • Den Haag brengt 33 straatlantaarns aan in de binnenstad.[35]

.

.

1571

.

  • Bij de Slag bij Lepanto stoppen Genuezen en Venetianen de Ottomaanse opmars. Miguel de Cervantes kan na de krijgsverrichtingen zijn linkerarm niet langer gebruiken. Nu de Turkse macht in de Middenlandse zee gebroken kunnen de Turken de geuzen geen hulp bieden in hun strijd tegen de Spanjaarden, waar Willem van Oranje om had gevraagd. De geuzen houden er de slogan 'Liever Turks dan paaps' aan over.

.

.

1572

.

.

  • In de eerste oktoberweek trekken de troepen van don Frederik, de zoon van Alva vier dagen moordend en plunderend door Mechelen. Deze Spaanse furie is een straf voor hun zomerse gastvrijheid voor de troepen van Willem van Oranje.

.

.

  • Op 1 april landen de watergeuzen in Den Briel. Ze zijn uit Engeland verbannen en starten nu de Hollandse en Zeelandse opstand tegen Spanje. In juli executeren ze 19 priesters die de geschiedenis ingaan als de martelaren van Gorcum.

.

.

1573

.

  • Beleg van Alkmaar 'In Alkmaar begint de zege' is een gezegde dat op dit jaar teruggaat. Dankzij het water was dit de eerste stad die de Spanjaarden sinds het begin van de tachtigjarige oorlog niet in handen krijgen sinds Alva. De herfstregen overwon het leger van Frederik van Toledo, een zoon van Fernando Álvarez de Toledo. Alkmaar is een waterig gebied, dat valt uit de naam af te leiden: een 'alk' is een watervogel verwant aan de pinguin en 'maar' staat voor moeras. Het centrum van Alkmaar is zeventiende-eeuws.

.

  • Alva houdt het voor bekeken en verlaat de Nederlanden.

.

.

  • ♣ In Istanboel zijn er sinds 1570 meer dan zeshonderd cafés nadat de koffie de stad ergens in de jaren 1550 bereikte. In dit jaar reist de Duitse botanicus Leonhard Rauwolf naar Syrië en Mesopotamië (Irak) en bezoekt de steden Aleppo, Bagdad en Mosul. Zijn verslag vermeldt de koffieplant en het gebruik ervan.

.

1574

.

.

.

  • In Den Haag (een stad zonder vesting) strijden prinsgezinden en Spanjaarden, Hagenaars vluchten.

.

  • De Spanjaarden geven het beleg van Leiden op. Het scheelde geen haar: de stad is de hongerdood nabij. De Douzastraat verwijst tegenwoordig naar de bevelhebber Jan van der Does. Daar zijn - ondanks de explosie van een kruitschip in 1807 - drie hofjes te vinden: dat van Sint Jacob (1672), dat van Samuel de Zee (1724) en dat van Barend van Namen (1728). Velen lopen voorbij deze verborgen plekken. Het hofje van Samuel de Zee is ingeklemd tussen een bakker en een bloemist. Een poortje, nauwelijks zichtbaar en een schemerige, claustrofobische gang voert het drie eeuwen oude bouwblok met een prachtige tuin in.[36]

.

1575

.

  • Spanje is bankroet.

.

.

.

1576

.

  • Omdat Filips II, de koning van Spanje zijn troepen niet betaalt, gaan ze muiten. Op 15 juli breekt op het eiland Schouwen een oproer los. Ze plunderen en zakken naar Brabant af. Het land raakt in paniek naarmate de bende groeit. Via Herentals, Mechelen, Brussel, Grimbergen bereiken ze Aalst, dat ze innemen. In Vissenaken, tussen Tienen en Leuven vermoorden ze zonder veel moeite een burgerwacht van tweeduizend studenten, boeren, burgers en edellieden zonder militaire ervaring. De rijke havenstad Antwerpen wordt hun ultieme doelwit. Antwerpen geniet op dat ogenblik een Oosterse weelde. De kooplui, makelaars en scheepskapiteinen zijn er schatrijk en hebben koningen onder hun schuldenaars. Nu Brugge geen economische betekenis meer heeft, is Antwerpen de stapelplaats van Europa. Ter Beurze hoort men Spaans, Portugees, Florentijns, Duits, Engels, Deens, Hollands en Frans en dragen welgestelden de meest vreemde kostuums. Daar vermoorden de Spanjaarden zevenduizend inwoners, het gaat de geschiedenis in als de Spaanse Furie.

.

.

.

  • De beroemde Italiaanse arts, hoogleraar en wiskunde- en dobbelfanatieker Girolamo Cardano (°1501) overlijdt. Naar hem is de cardanaandrijving, de Formule van Cardano en het cardanrooster genoemd. Het rooster is een vorm van steganografische tekstversleuteling in de cryptografie en genereert verborgen berichten in normale tekst. In 2003 gebruikte computerwetenschapper Gordon Rugg dit om een tekst te maken, vergelijkbaar met het laat-middeleeuwse Voynichmanuscript.

.

.

  • Plantijn geeft zijn drukkerij een naam: De Gulden Passer. In dit jaar drukt hij onder meer Plantarum seu stirpium historia van Mathias de l'Obel (1538-1616). Uit angst voor de Spaanse Furie neemt hij de wijk naar Leiden en gaat er in de Vrouwensteeg wonen. Hij wordt er drukker aan de universiteit en bij de Staten-Generaal.

.

.

1577

.

  • Er breekt een veilige tijd aan voor de protestanten (de zogenoemde Pacificatie van Gent) na de calvinistische staatsgreep in vele delen in Vlaanderen. Spaansgezinde gezagsdragers worden gevangen gezet. Gent roept zich na de staatsgreep van de radicalen Jan van Hembyze en François van Ryhove uit tot Republiek. De stad beheerst Vlaanderen en haar terreur richt zich tegen de oude geestelijkheid en hun heiligdommen. Simon Stevin keert terug naar Brugge, Marnix van Sint Aldegonde en Willem van Oranje keren terug in Brussel waar een oranjegekte ontstaat. Na de inname van de Citadel van Antwerpen zal Antwerpen het komende decennium de anti-Spaanse opstand leiden. In Brugge houden de calvinisten stand tot 1584. Katholieke plechtigheden zijn er verboden.

.

.

1578

.

.

  • Vanaf 12 februari zetelen staatsen en calvinisten in het Kortrijkse stadhuis. Aanhangers van Willem van Oranje bezetten Mechelen en verwoesten in zijn opdracht enkele kloosters buiten de wallen.

.

  • Calvinisten pogen om de prostitutie in de Amsterdamse De Wallen - een bruisende zeemansstad sinds de 14de eeuw - te verbieden.

.

.

  • Bij de ontdekking van Romeinse catacomben verwerven Beierse plattelandskerken martelaarslichamen die ze aankleden met goud en sieraden.

.

1579

.

.

.

.

.

1580
 
Bij de listige inname van Kortrijk zijn er aan de Rijselpoort en op de Grote Markt gevechten. Voor de protestanten is het te laat. Kortrijk valt zoals in 1382 ten prooi aan gruwel en wreedheid. De protestantse predikant Fransciscus Lansbergen klimt over de stadsomwal en slaat op de vlucht. Simeon van Torre wordt zijn baard uitgetrokken en sterft in een kerker. De calvinistische Wouter Wilge verstopt zich maandenlang tot men hem vindt: de pijnbank en de galg wachten hem op nadat hij blijft weigeren het protestantisme af te zweren. Na de inname worden alle volwassen mannen op het stadhuis gevraagd trouw aan de koning te zweren. Wie dit weigert wordt verbannen, waarop duizenden inwoners Kortrijk en hun bezittingen achterlaten om zich te vestigden Haarlem. Het jonge kind Roelant Savery is een van hen. Priester Jacob Tsantele keert terug als deken van de Onze-Lieve Vrouwekerk.

.


.

.

Kijken

.

.

De jaren tachtig bewerken

 
Willem van Oranje als de antithese van Filips II: de prins en de koning, de protestant en de katholiek, de extravert en de introvert.

.

1580

.

  • De Spaanse koning Filips II is koning van Portugal.

.

  • Elsevier in de universiteitsstad Leiden. Leiden is een magneet voor Calvinisten. Simon Stevin en Plantijn volgen.

.

  • In Antwerpen organiseert stadhouder Willem van Oranje een godsdiensttelling: 33% is Calvinist, 17% Lutheraan en 50% Katholiek.

.

.

1581

.

.

.

  • Brusselse beeldenstorm.

.

  • Matthias de l'Obel, gekend als Lobelius publiceert zijn Kruydtboeck oft beschrijvinghe van allerleye ghewassen, kruyderen, hesteren ende gheboomten. Lobelius verblijft tussen 1571 en 1587 in de Nederlanden als lijfarts van Willem van Oranje. Hij publiceert bij Plantijn. Beschrijvingen van zijn botanische tuinbezoeken zoals die van Karel van Sint-Omaars in Moerkerke, een humanist vol botanische belangstelling en een hoog aanschreven tuin zijn erg interessant. In zijn opdracht kregen de Libri pictuari - een collectie botanische aquarellen - vorm. Ze vermelden de humanist Marcus Laurinus als tuinliefhebber. Hij woont in het Hof van Watervliet en heeft een zomerverblijf in Sint-Kruis.

.

.

1582

.

.

  • De invoering van de de gregoriaanse kalender door paus Gregorius XIII schrapt tien dagen uit de kalender en maakt de tijdrekening nauwkeuriger. Op donderdag 4 oktober 1582 volgt vrijdag 15 oktober.
    • Vijf oktober 1582 bestaat niet.
    • Zes oktober 1582 bestaat niet.
    • Zeven oktober 1582 bestaat niet.
    • Acht oktober 1582 bestaat niet.
    • Negen oktober 1582 bestaat niet.
    • Tien oktober 1582 bestaat niet.
    • Elf oktober 1582 bestaat niet.
    • Twaalf oktober 1582 bestaat niet.
    • Dertien oktober 1582 bestaat niet.
    • Veertien oktober 1582 bestaat niet.

Bij de niet katholieken in Europa stuit dit besluit op verzet. Engeland houdt zijn verzet meer dan een eeuw vast en loopt op een gegeven moment meer dan elf dagen achter op het continent.

.

.

♣1583

.


.

  • Een kapelaan van Filips II die dicht bij de tuin van het Escorial leeft, een zekere Montanus correspondeert met Christoffel Plantijn en bestelt eldzame knollen, zaad en bollen.[37]

.

.

1584

.

  • De Engelsen laten zich (in tegenstelling tot de Spanjaarden en de Portugezen) in met het Amerikaanse verhaal. Bijna een eeuw geleden, in de jaren negentig van de vijftiende eeuw verdween John Cabot en zijn kleine vloot spoorloos. Nu vraagt de vurige, eigenzinnige en protestantse koningin van Elisabeth van Engeland (de opvolgster van de diep katholieke Mary, ooit gehuwd met Filips II) of ze er goed aan doet kolonies aldaar te vestigen. Haar Engelse verovering zou een andere strategie volgen dan de Spaanse. Die van Iberia kwamen als mannelijke militairen, zonder vrouwen en namen de indiaanse vrouwen tot zich en kweekten Mestiezen. Zestig jaar eerder, in 1523 zette Cortez een zoon op de wereld. Het precedent dat leidde tot een 'kastensysteem' gebaseerd op huidskleur. Bovendien blonken de Spanjaarden uit in martelzucht, wreedheden en repressie. De Engelsen brachten hun vrouw en hun gezin naar Amerika. Zij kenden enkel zwart of blank. Hun imago zouden ze danken aan een propagandastrijd waarbij ze zichzelf in de kijker werkten als hoffelijk en strevend naar vrijheid.

.

.

  • De prins van Parma neemt Gent in. Ruim vierduizend calvinisten wijken uit naar de Zeven Verenigde Provinciën.

.

Zijn rechterhand waarmee hij het moorddadige feit gepleegd heeft, zal met een gloeiende tang afgeknepen worden; vervolgens zal men met gloeiende tangen op verscheidene plaatsen op zijn lichaam het vlees afknijpen tot op het bot. Vervolgens vierendele men hem levend waarna het hart uit zijn borstkas gesneden en hem in het gezicht geworpen zal worden. Ten slotte zal men zijn hoofd afhakken waarna zijn vier uiteengetrokken delen op de Haagpoort, Oostpoort, Ketelpoort en de Waterslootsepoort tentoongesteld dienen te worden. Zijn hoofd moet op een staak gespietst en vervolgens bij het voormalige huis van de prins geplaatst worden.

.

1585
 
♣ In 1585 overlijdt de plantkundige Rembert Dodoens. Het gemeentelijk domein van Schilde nabij Antwerpen is een historische kasteeltuin met een vijver, oranjerie, bossen, een bloemen- en insectentuin en de Dodoenstuin als blikvanger. Het gaat om een reconstructie van een 16e-eeuwse renaissancetuin zoals Rembert Dodoens die beschrijft in zijn Cruydeboeck 1554. Vanaf 1541 is Dodoens stadsgeneesheer in Mechelen en geïnteresseerd in plantkunde ter ondersteuning van zijn praktijk. Tussen 1575 tot 1578 is hij hofarts van keizer Maximiliaan II in Wenen. In deze jaren reist hij in het gevolg van de keizer en ontdekt nieuwe planten in Oostenrijk, Hongarije en Duitsland. In 1583 laat hij zijn verzamelde ideeën drukken bij Christoffel Plantijn onder de titel Stirpium historia pemptades sex. Een jaar eerder, in 1582 krijgt hij een leerstoel in Leiden als hoogleraar geneeskunde. Na drie jaar docentschap overlijdt hij. Hij is in de Pieterskerk aldaar begraven.

.

  • Einde van de Brusselse republiek op 10 maart.

.

  • Farnese verovert na een beleg dat meer dan een jaar duurt, Antwerpen. Na de Val van Antwerpen wordt Amsterdam - een koningsgezinde stad - wereldhaven dankzij de braindrain en het kapitaal van de migranten uit het Zuiden. Die vormden er handelsnetwerken en introduceren er het kapitalistische principes zoals de scheepsverzekering en de dubbele boekhouding. Zonder de bijdrage van de Antwerpse migranten had de Hollandse Gouden Eeuw nooit bestaan.[38]

.

.

.

.

1586

.

.

  • De katholieke bevolking vlucht naar Gent.

.

.

1587

.

  • Dirck Volkertsz. Coornhert publiceert zijn twintig jaar oude boek dat hij in de gevangenis in Den Haag schreef: Boeventucht ofte middelen tot mindering der schadelijke ledighgangers.

.

  • De katholieke Maria Stuart onthoofd na een poging tot staatsgreep.

.

.

  • De Republiek 'sluit' de Schelde en vernedert militair en economisch de Spaanse koning en de Zuidelijke Nederlanden. Antwerpen compenseert zich cultureel als rooms-katholiek bolwerk van de contrareformatie en de barok met de 'grote drie': Rubens, Jordaens en Teniers.

.

.

1588

.

  • De Spaanse vorst, Filips II wil Engeland opnieuw katholiek maken en onderneemt actie.

.

  • De latere Engelse filosoof Thomas Hobbes (+1679) wordt op 5 april in Westport (Wiltshire) geboren als de Spaanse Armada van de Spaanse koning op Engeland afstevent. De gebeurtenis zal Hobbes later doen zeggen: 'Fear and I were Twins.' De barensweeën van zijn moeder moeten op hem als ongeboren kind indruk hebben gemaakt. De 'gewapende vloot' (= Spaans voor Armada) van honderdvijftig Spaanse oorlogsbodems wil Engeland binnenvallen door een invasieleger te begeleiden dat op schuiten van Vlaanderen het Kanaal oversteekt. Het plan mislukt omwille van een Nederlandse havenblokkade waarop Engelse vloot de wachtende Armada uiteen slaat. De Armada raakt zo beschadigd ze via een omweg rond Schotland naar Spanje terugvaart.

.

.

BEELDFRAGMENT TACHTIG JARIGE OORLOG 3 (9.31)

.

1589

.

.

.

Kijken

.

.

De jaren negentig bewerken

.

Zonder slaven geen plantages, zonder plantages geen kolonie, zonder kolonie geen industriële revolutie en zonder industriële revolutie geen imperium.

— Césaire & Datta, geciteerd door Hans Achterhuis in Het rijk van de schaarste.

.

 
Leidse Hortus 1610.
 
♣ Malleus Maleficarum, Lyon, een uitgave uit 1669. De oorspronkelijke Malleus is geschreven kort na het ontstaan van de boekdrukkunst. Deze uitvinding zorgde mee voor de popularisering van het boek. Dit decennium kenmerkt zich door de heksenverbrandingen die in Vlaanderen hun hoogtepunt bereiken en dat tot 1610. Tussen 1590 en 1610 zijn er 250 verbrandingen in twintig jaar tijd. Wat heksen met tuinieren te maken hebben? Hun medicinale kruiden halen ze toch van ergens?
 
1590 Het Amsterdamse rasphuis is een tuchthuis waar gestrafte misdadigers hout raspen om tot inkeer te komen. In plaats van te straffen, ligt de klemtoon op orde en regelmaat. Op de ingangspoort staat: 'Wilde beesten moet men temmen.' Gestrafte vrouwen werken in het Spinhuis. Het rasphuis vindt onderdak in een voormalig Clarissenklooster aan de Heiligeweg (nu is het een winkelcentrum, de Kalverpassage). Hout van de brazielboom uit Brazilië raspen ze tot een textielverfpoeder. De heropvoedingsidee van de dwangarbeid komt tot stand door de ideeën van C.P. Hooft (de vader van P.C. Hooft) en Dirck Volkertsz. Coornhert. Al snel krijgt het Rasphuis een economische functie. De goedkope arbeid staat er centraal en het het agogische effect gaat verloren. Een geheime afdeling geeft onderdak aan losbandigen of krankzinnigen, opgesloten door hun familie. Een bekende gevangene is de in 1668 opgesloten Verlichtingsdenker Adriaen Koerbagh. Niet gewoon aan dit soort regime sterft hij in 1669. Leiden neemt de formule in 1598 over met het Pestdolhuis. Dollen sluiten ze op, op het gelijkvloers in donkere cellen. De pestlijders bevolken de hoge en luchtige verdieping. Het voormalige Cecilienklooster, de binnenplaats en de ommuurde tuin zijn nu het Boerhaavemuseum. In Gent herinnert de rasphuisstraat aan een soortgelijke instelling.

.

1590
  • Leiden, waar veel Vlaamse protestanten en intellectuelen hun toevlucht zoeken, richt zijn eerste Anatomisch theater in. Deze interesse voor het menselijk lichaam valt samen met de start van de Hortus botanicus in de stad. Na de oprichting van de rijksuniversiteit in 1575 ontstaat de behoefte om planten te verzamelen, te bestuderen en hen te klasseren. Het collectiebeheer laat de universiteit over aan de beroemde botanicus, de 67 jarige Carolus Clusius (1520-1600). Op 19 oktober is hij in Leiden. Het tuinonderhoud geeft hij in handen van een apotheker uit Delft, Dirck Outgaertszoon Cluyt die er zijn privé collectie onderbrengt. In september 1594 maken ze een inventaris met een plattegrond. De tuin is bescheiden van oppervlakte en groots van ambitie. Ondanks de beperkte oppervlakte en de gebrekkige classificatie willen ze de studenten een zo volledig mogelijk plantenoverzicht geven. Op minder dan 1.400 vierkante meter groeien meer dan duizend planten. Na de dood van Clusius neemt de tropenbotanicus Paul Hermann het beleid in handen. Er komen permanent verwarmde kassen die het klimaat in de tropen nabootsen. De directeurs na Hermann zijn onder meer Paulus Hotton (van 1695 tot 1709), Herman Boerhaave (1709-1730) en Adriaan van Royen (1732-1754).

.

1591

.

1592
  • Jan Huygen van Linschoten is terug in Nederland en publiceert de "geheime" Portugese zeeroutes naar Oost-Indië. De Gouden Eeuw is niet veraf.
  • ♣ Even voor zijn overlijden stuurt de botanist Ogier Gisleen van Busbeke (1521/22-1592) uit Zuid-West-Vlaanderen, tulpenzaden aan Carolus Clusius, hoogleraar in Leiden en directeur van de pas aangelegde Hortus Botanicus. Busbeke reist in de jaren vijftig en zestig als gezant van de Oostenrijkse koning naar het door de Turken bezette West-Hongarije, hij logeert in Turkse hotels, komt in Adrianopel en Constantinopel. Daar verscheept hij antieke teksten naar Europa. Zijn reis beschrijft hij in Vier brieven over mijn gezantschap in Turkije dat postuum verschijnt. Daarin meldt hij (als eerste?) de tulp. 'Op onze tocht door deze streken werd ons overal een geweldige hoeveelheid bloemen aangeboden: narcissen, hyacinten en bloemen die de Turken 'tulipan' noemen. De tulp heeft nagenoeg geen geur, zij is geliefd om haar kleurschakeringen en haar schoonheid.'

.

1593
  • Carolus Clusius plant in de Hortus botanicus Leiden de eerste tulp. De botanische tuin verhoudt zich tot de plantage zoals de Engelse tuin zich verhoudt tot de Franse. Het is these en anti-these uit de 16de en de 17de eeuw. De plantage kenmerkt zich door slavernij en gewelddadige onderdrukking, afzondering, uit het licht van de massa, opbrengst, monocultuur en macht terwijl de Botanische tuin voor vrijheid, openheid, multicultuur, experiment en wetenschap staat. Niettemin zijn het twee kanten van eenzelfde medaille: die van het opkomende kapitalisme, met winstmaximalisatie enerzijds en uitbuiting anderzijds.Sommige Nederlandse steden kennen een buurt met de naam 'Plantage'. In Leiden en Amsterdam gaat het om een groene bourgeoisiebuurt. In de Amsterdamse Plantage liggen de Hortus Botanicus en dierentuin Artis.
  • Giuseppe Arcimboldo overlijdt. Hij laat een ongezien oeuvre na.
  • In Londen breekt de pest uit. Een telling registreert 11.503 slachtoffers, het is een onderschatting. Veel gezinnen geven de sterfgevallen niet aan uit de angst opgesloten te worden door de overheid. Londenaren die naar het platteland vluchten, worden door boeren met hooivorken terug gestuurd.

.

1594

.

1595
  • Mercators Noordpoolkaart toont een noordelijke doorgang naar andere continenten. Hudson slaagt niet in die ambitie. Hij ontdekt New York in september 1609 en vaart de stroom op die nu zijn naam draagt, de Hudson.

.

1596

.

1597

.

1598

.

.

Kijken

.

.

De zeventiende eeuw onder Albrecht en Isabella bewerken

 
De Vlaamse graveur Nicolaes de Bruyn (Antwerpen, 1571 - Rotterdam, 1656) is een zoon van een suikerfabrikant, een beroep dat tot voor kort niet bestond. Hij vertrekt na zijn opleiding in Antwerpen naar de Republiek. Vormde hij zijn stijl naar die van Lucas van Leyden? Deze lentetuin past in een reeks van de vier seizoenen.


Toen de Spanjaarden en Portugezen samen de Nederlandse handelaren de toegang ontzegden tot de haven van Lissabon (via welke zij lange tijd aan Aziatische goederen waren gekomen, die ze vervolgens in Europa verhandelden) namen de handelaren drastische maatregelen, ze laadden hun vaartuigen vol kruid en kanonskogels en trokken rechtstreeks naar de oorden waar de Iberiërs hun handel haalden, de Oost-Indische archipel, via de zuidelijke route meer dan een jaar varen. Daar schoten ze hun kanonnen leeg op de militaire handelsposten van de Portugezen en ze namen deze in, en maakten ze aldus Java, Sumatra en het Maleisische schiereiland tot de buitenposten van hun rijk. Toen de succesvolle vloot in 1599 terugkeerde, met laadruimen vol gepakt met 600.000 pond peper en evenveel nootmuskaat, kruidnagel en andere specerijen waren de Amsterdammers verbijsterd over zoveel rijkdom, in de hele stad luidden de kerkklokken en de opkomst van een wereldmacht kon beginnen.

— RUSSEL SHORTO. Nieuw Amsterdam. De oorsprong van New York, Forum, Amsterdam, 2015, p. 41-42.


 
Albrecht VII van Oostenrijk (1559—1621) was landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden.
 
Citadel van Kortrijk, nu: Het Plein
 
De 17e-eeuwse Italiaanse stad Palmanova ligt 27 meter boven zeeniveau en ontstond op de voor Venetië symbolische datum 7 oktober 1593 (de verjaardag van de Slag bij Lepanto en herdenking patroonheilige Sint Justine. De vesting begrensde het Turkse rijk. De Italianen waren meesters in de vestingsbouw. In het midden ligt een plein met witte beelden op de straathoeken.

.

Laatste jaren van de eeuw bewerken

.

1598

.

.

  • Filips II bepaalt in de Akte van Afstand in de hoop de opstand te eindigen, dat de Nederlanden bij zijn dood niet overgaan op zijn zoon, maar op zijn dochter.

.

1599
 
Hendrik IV (1553–1610) was koning van Frankrijk van 1589 tot 1610 en bekeerde zich tot het protestantisme. Als hugenoot was hij betrokken bij de Hugenotenoorlogen; hij ontsnapte aan een moordaanslag van de Bartholomeusnacht.

.

.

.

.

Kijken

.

.

Een nieuwe eeuw bewerken

 
Het uitzeilen van de Oost-Indiëvaarders, geschilderd door Hendrick Cornelisz Vroom in 1600.jpg
 
Slag bij Nieuwpoort door Nicaise De Keyser.
Musketiers en piekeniers, vesting Bourtange. De piekenier vecht in een dichte formatie en vormt een woud van pieken tegen de ruiters. Piekeniers worden in de 17e en begin 18e eeuw ondersteund met musketiers met voorladers. Die dragen een helm en een half harnas in de eerste rijen en zijn bewapend met een degen omdat het laden van het musket te lang duurt. Eind 17e eeuw komt de bajonet waardoor de musketier piekenier wordt. In West-Europa verdwijnt de piek na 1715. De training en de uitrusting van een ridder (of de Samoerai in Japan) en de boogschutters waren kostelijk en duurden jaren. Een musketiersopleiding verloopt snel, enkele weken volstaan dankzij de exercitie. Maurits van Oranje-Nassau laat eind 16e eeuw zijn soldaten gecoördineerd marcheren, laden, aanlegden en vuren. Vooral het salvo blijkt effectief tegen de infanterie. Tegen de ruiterij is de tactiek minder effectief vanwege de lage vuursnelheid. Hierdoor blijven musketiers in de buurt van piekeniers. Musketierbrigades tellen drieduizend eenheden die elkaar in drie ploegen afwisselen met een beurtelings salvo. Het opleiden van een musketier is niet alleen kort en goedkoop. Waar de ridder zich het hakken en het autonoom functioneren eigen maakt, is de musketier onderworpen aan de overgave aan de discipline en het bevel. Enkel zo zijn musketten effectief. De eerste musketiers gaan 'eerloos' door het leven. In Europa functioneert het musket als oorlogswapen van 1530 tot eind zeventiende eeuw. De snaphaan, een vergelijkbaar wapen met een vuursteenslot, vervangt het.

.

.

BEELDFRAGMENT VERENIGDE OOST INDISCHE COMPAGNIE (40.36 Min.)

.

1600

.

.

.

1601

.

.

  • Engeland neemt de Armenwet aan en maakt armenzorg tot staatszaak.

.

1602

.

  • Nederlandse kooplui verenigen zich in de VOC. Dit zien historici vaak als startpunt van de Hollandse Gouden eeuw (een begrip dat sinds september 2019 ter discussie staat), die Gouden eeuw duurt tot het rampjaar of tot de afloop van de Hollandse Oorlog. Gedetailleerde logboeken van de VOC leren dat de gemiddelde duur van een reis van Amsterdam naar Batavia (Jakarta) acht maanden duurt en een extra maand vroeg om van Batavia naar Deshima te varen, een gemiddelde snelheid van vijf kilometer per uur. In de komende tweehonderd jaar bouwen de Hollanders jaarlijks gemiddeld zeven nieuwe met een capaciteit van 700 tot 1.000 ton en gaan er één miljoen mannen aan boord: dat zijn er 5.000 per jaar waarvan 15 procent nooit de eindbestemming haalt.

.

1603

.

  • In Tielt bezwijkt Tanneke Sconyncx, een boerin na een half jaar gevangenschap met scherp verhoor.


.

  • In La Flèche stichten Jezuïeten met goedkeuring van de Franse koning Henrik IV een veelzijdige school. René Descartes is er waarschijnlijk de beroemdste leerling.

.

1604

.

  • Oostende capituleert voor Ambrogio Spinola, een kwart miljoen protestanten ontvluchten Zuidelijke Nederlanden.

.

.

1605

.

  • Miguel de Cervantes publiceert Don Quijote: de riddertijd is voorbij. Het verhaal gaat over de edelman Alonso Quijano die door een overdaad aan ridderromans te lezen, zijn gezond verstand kwijt raat. Hij trekt door het Spaanse platteland op zijn paard Rosinante en met zijn hulpje Sancho Panza om onrecht te verslaan. Zijn waanideeën doen herbergen transformeren in kastelen, windmolens in reuzen, een hoertje in een prinses en een schapenkudde in een vijandelijk leger.

.

1606

.

.

1607

Jamestown is de eerste permanente basis van de Britten in de Nieuwe Wereld. Ze dopen het tot New England. De Engelse kolonisten hebben zaden mee uit Engeland en verbouwen Indiaanse gewassen zoals tabak, maïs, bonen en pompoen.

.

1608

.

.

1609

.

  • In Parijs zijn pas uitgevonden optische instrumenten te koop.

.

.

.

  • Henry Hudson brengt voor de Nederlandse VOC Manhattan in kaart en ontdekt dat de pelzenhandel lucratief is. Hudson leidt Nederlandse handelsschepen naar het gebied, voorlopig zonder permanente nederzettingen.[40]

.

.

Kijken

.

.

♣Tienerjaren bewerken

 
Kaart van De Lavaux uit de 18e eeuw toont de plantages in Suriname. Ook in Cariben en op het Amerikaanse vasteland kwamen gewassen in monocultuur: suikerriet, koffie, thee, bananen, soja, ananas, aloë vera, teakhout, cacao, coca, hennep, opium en tabak zijn op grote schaal gekweekt in de 16de en de 17de, de 18de en tot diep in de 19de eeuw door Portugezen, Spanjaarden, Engelsen, Fransen, de Nederlanders en de Belgen. Reacties bleven lang uit, tot John Henry Newton in 1772 Amazing Grace, de bekende christelijke hymne schreef of tot Harriet Beecher Stowe in 1852 De hut van Oom Tom schreef of Eduard Douwes Dekker in 1859, berooid in Brussel, Max Havelaar publiceerde.
 
♣ Roelant Savery schildert het rijke bloemenboeket in een berkemeyer in een boogvormige nis. Het bestaat uit lis en zeldzame bloemen uit de 17de eeuw: de apothekersroos, akelei, ridderspoor, de tulp, de Turkse lelie, egelantier en cyclaam. Het driekleurig viooltje is populair in die dagen. Shakespeare gebruikt het omstreeks 1600 in zijn A Midsummer Night's Dream en laat er Oberon een liefdesdrank van maken. De achtergrond is een trompe-l'oeil marmerimitatie met de koperen nagels die het werk aan een muur hangen. Barsten en twee vliegen op de lijst versterken het effect.
 
Brugge, Sint-Annekerk, een perfect voorbeeld van barokkunst. Tussen 1600 en 1610 zorgt de heropleving van het katholieke geloof voor een hernieuwde culturele bloei. Die is te zien in steden zoals Antwerpen, Brussel, Gent en Mechelen en is vergelijkbaar met de zich simultaan afspelende Gouden Eeuw van Holland. De Vlaamse barok bloeit in de schilderskunst, de beeldhouwkunst en de architectuur. In de literatuur is de jezuïet Antoine de Balinghem (1571-1630) uit Sint-Omaars een fenomeen.[41]
 
De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren, ook wel De Nachtwacht genoemd. Het is geschilderd aan de vooravond van de Verlichting, in 1642. Het betreft geen Middeleeuwse schuttersgilde, die bewapenden zich met pijl en boog.
 
Jan Brueghel en Peter Paul Rubens schilderen een nieuw type tuin: de baroktuin. Een tuinopschrift uit die dagen luidt: 'Ik dwaal door verwarde doolhoven, zo goed uitgerust met bocht en kromme lijn, en ik wil wachten zonder bang te zijn, op de hulp die jouw woorden me beloven.'[42] Tijdens de barok komen 'geestelijke recepten' tot stand die de verloren zielen terug brengen van de dwaalweg naar het rechte pad. Anderen stellen de relatie tot god voor als een labyrint waarin een liefdevol vertrouwen naar het ware leidt. Dit schilderij is Het aards paradijs met de zondeval van Adam en Eva. Let op de exotische planten en dieren die het tafereel vormen. Het is geïmporteerde weelde zoals die in de havenstad Antwerpen te zien, te kopen en te verkopen valt. Maatschappelijk aanzien is te verwerven met onbekende en nooit geziene dingen. De Antwerpse haven moet een doorlopende ontdekkingstocht geweest zijn. De barokke Adam en de zwoele Eva komen zo uit een eigentijds pornokanaal gestapt - maakt de barok komaf met de preutsheid van de vroege Renaissance? Barok is de kunst van de contrareformatie en contrasteert met de soberheid van het Noordelijke Calvinisme. Tijdgenoten die Antwerpen in die dagen bezoeken staan versteld van het cultuurlandschap dat de moerassen, polders en bossen overwonnen heeft. Ze zien 'meer soorten en variëteiten' dan welk land ook in Europa: vruchtbomen, moestuinen, planten uit Constantinopel, Afrika en uit de nieuwe wereld, men spreekt over sierheesters, medicinale kruiden, onbekende bloemen. De botanicus en arts uit Rijsel Matthias de Lobel (1538-1616), is er de getuige van. Jan van Gorp (1519-1573) uit Maastricht werkt in opdracht van het Antwerpse stadsbestuur aan zijn Origines Antwerpianae en benadrukt dat tuinen behalve farmacologisch vooral esthetisch zijn, een 'verrukking' voor het oog.[43]

.

Het was de grootste deportatie uit de geschiedenis. Ruim veertien miljoen mensen werden tussen de zestiende en de negentiende eeuw uit Afrika naar Amerika verscheept. In Zuid-Amerika was de behoefte aan goedkoop labeur voor de suiker- en tabaksplantages groot, en de trans-Atlantische slavenhandel kon die leveren. Algauw werden ook Midden- en Noord-Amerika klant bij de slavenjagers. (...) Waar de slavenrovers hun levende koopwaar vandaan haalden, is nooit helemaal goed gedocumenteerd.

— HILDE VAN DEN EYNDE in D.S., 25.03.2015.

.

Amazing Grace
Een uitvoering van Amazing Grace met zang en gitaar (download·info)

.

BEELDFRAGMENT SLAVERNIJ 1 (14.58 Min.)

.

BEELDFRAGMENT SLAVERNIJ 2 (6.32 Min.)

.

BEELDFRAGMENT DRIEHOEKSHANDEL (3.28 Min.)

.

1610

.

  • François Ravaillac, een fanatieke katholiek steekt de populaire Hendrik IV dood in Parijs. De moordenaar wordt gekookt in olie en lood en gevierendeeld.
  • Het CO2 gehalte is historisch laag na de dood van tientallen miljoenen indianen sinds 1492. Wouden die CO2 uit de lucht plukken vervangen hectaren landbouwgrond en leiden een kleine IJstijd in.

.

.

1611

.

.

  • Henry Hudson die zijn leven lang zocht naar de noordelijke doorsteek, maakt zijn laatste reis.

.

  • Een sekte met meer dan twaalfduizend leden die de 'duivel aanbidden' krijgt een zware klap door de inquisitie.[44]

.

1612

.

.

1613

.

  • Albrecht & Isabella erkennen de eerste schermclub ter wereld in Gent.

.

.

  • Antwerpen bouwt (nog geen twintig jaar na het eerste rasphuis in Amsterdam) zijn pesthuis om tot een correctiehuis om vagebonden en bedelaars te werk te stellen. Later volgen initiatieven in Brugge, Brussel, Gent, Ieper en Mechelen.

.

.

1614

.

.

.

  • Stichting van de Rijksuniversiteit Groningen met de faculteiten: protestantse godgeleerdheid, Rechten, Geneeskunde en Filosofie. Op het universiteitswapen staat: "Het woord van de Heer is een lamp voor onze voeten".

.

.

1615

.

.

.

.

.

.

1616

.

  • De paus doet pater Galilei de theorie van Nicolaas Copernicus (de aarde is rond en beweegt zich om de zon), intrekken. Het maakt indruk op René Descartes die zijn publicatie uitstelt.

.

  • William Shakespeare (°1564-1616) overlijdt. Zijn zinnen blijven en de tuin beschreef hij als 'het allermooiste labyrint / dat ooit een mens betreden heeft... / hierin zit meer dan onder leiding der natuur / ooit voorviel: daarin moet een orakel / ons inzicht verschaffen.' Graslabyrinten zijn een Engelse specialiteit. Ze ontstaan in de middeleeuwen, aangelegd door pelgrims in de dertiende en de veertiende eeuw die hun inspiratie vonden in Noord Frankrijk. Hun graslabyrint vragen veel onderhoud: afscheidingen steken, graszoden opwerpen tot hoge grasranden, het maaien. Die arbeid vermijdt, schrijft Shakepaere dat het werk verdwijnt het onder het "welig woekrend groen". Het graslabyrint in Hilton bij Coberton, Huntingdonshire is er de getuige van. De stenen zuil met de koepel dateert uit 1660. De doolhof is ouder.

.

.

1617

.

  • Aanleg wallen in Damme door de katholieke Spanjaarden omdat Sluis in Staatse handen is en men Brugge wil beschermen tegen invallen.

.

.

1618

.

.

.

.

1619

.

.

  • Descartes komt tot het inzicht dat zijn jong leven voorbij is en dat hij een roeping heeft. In een brief aan Isaac Beeckman schrijft hij dat Beeckman hem uit zijn 'passiviteit haalde' en ervoor zorgt dat hij zich dingen herinnert die hij ooit leerde. 'Toen mijn geest afdwaalde van serieuze zaken, zette u mij terug op het rechte pad.' De briefwisseling tussen de twee intellectuelen start als Descartes in april Breda verlaat en via veel omwegen richting Kopenhagen trekt. Op 10 november beleeft hij in de buurt van Ulm een goddelijk visioen en dromen die hij als aanziet als een startpunt van zijn levenswerk, het ontwikkelen van een wetenschappelijke methode.[45]

.

.

Kijken

.

.

Van 1620 tot Descartes' dood in 1650 bewerken

.

 
♣ De tweeëntwintigjarige en waanzinnig getalenteerde Antoon van Dyck (1599-1641) vertrekt naar Italië vanuit Rubens tuin, die tot op heden herkenbaar is. Dit negentiende-eeuws schilderij uit 1814 van Philippe-Jacques van Bree (1786-1871) uit de collectie van het Rubenshuis toont de binnenplaats van het Rubenshuis. Rubens en van Dyck kijken elkaar in de ogen en het witte, hengstig paard en een Moorse paardenfluisteraar die de teugels viert zijn wellicht symbolisch bedoeld. Is het paard is een cadeau van Rubens aan zijn leerling? Onderliggend symboliseert het paard de bronstigheid of de hengstigheid van van Dyck. De dames rechts kijken geamuseerd toe en dragen allebei een kind op hun schoot. Is Van Dyck de vader? Laat Rubens zijn leerling naar Italië reizen om van Dycks 'meer dan gezonde interesse' voor zijn vrouw Isabella Brant in een andere baan te leiden? Het zijn verhalen die sedert 1621 de ronde doen. Op weg naar Italië lost Van Dyck een tussenstop in Zaventem waar hij twee doeken schildert voor de Sint-Martinuskerk. Het verhaal gaat dat van Dyck daar halsoverkop verliefd werd op een herbergiersdochter en dat Rubens weken later een bericht kreeg uit Italië om te vragen waar van Dyck bleef. Rubens reist daarop zelf naar Zaventem af om van Dyck een les te leren en hem de weg naar Italië te wijzen. Philippe-Jacques van BreeBehoudens een korte terugkeer naar Parijs tussen 1818 en 1821 en diverse reizen door Europa, zou hij er uiteindelijk tot 183 schilderde dit twee eeuwen na de feiten en schopt het later tot conservator van het Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel. Hij overlijdt er in 1871, 85 jaar oud. Hij zal de geschiedenis ingaan als een man van het oriëntalisme, de exotische en veelal naakte tableaus, vol van sensualiteit en felle, zoete tinten.[46]
Inger Leemans: Waarom wordt porno in de Gouden Eeuw populair?

.

Wie in de zeventiende eeuw Amsterdam bezocht, moet zijn bestookt met indrukken. Gekrijs van over elkaar heen tuimelende zeevogels en geklepper van roeispanen; een mengeling van geuren: kool, gebakken pannenkoeken, de moerasdampen uit de grachten. En dan de sensatie die de aanblik van het netwerk van blauwgrijze (???) moet hebben gegeven, het gevoel een strak omkaderde ruimte te betreden. De bakstenen huizen waarvan de omhoog wijzende geveltoppen de horizon begrensden, kwamen verfijnd en bescheiden over. Op de met kinderkopjes bestrate kades wemelde het van de werklui die karren voor zich uit duwden, of voortwaggelden onder de last van de zakken die ze aan boord van de lichters brachten; vrouwen met bolgerokte billen schrobden hun stoepjes, die ze met handenvol zand bestrooiden; overal waren honden, paarden en kinderen.

— RUSSELL SHORTO. Nieuw Amsterdam. De oorsprong van New York, Forum, Amsterdam, 2015, p. 41.

.

De jaren twintig bewerken

.

 
♣ Dit ongedateerde schilderijtje van Jan van der Heyden (1637–1712) steekt in een privécollectie. Het is 23 centimeter hoog, 28.5 breed, quasi A4. Van de schilder is een portret bekend als twintiger uit 1661 met in zijn linkerhand een passer, in zijn rechter een document en op de achtergrond een schildersezel. Aan de onderkant staat dat hij een 'uitmundent schilder' is, geboren in Gorcum, overleden in Amsterdam. Het onderschrift brengt weinig eer aan deze veelzijdige uitvinder.[47] Naast zijn uitvindingen (de stadsverlichting, een mobiele waterpomp en de organisatie van de brandweer) werkt hij aan baggermolens, schepraderen, kachels, de scheepskameel, waterbeheersing en het dijkonderhoud. Het thema van dit schilderijtje in één woord samen te vatten: stadsvlucht. Stadsvlucht is geen suburbanisatie. Dit fenomeen beschrijft de stad die aanhoudend inwoners verliest en waarbij de stedelijke kern krimpt. Dit is niet het geval in het overvolle Amsterdam, in Rotterdam of in Leiden bij het begin van de gouden eeuw. Stadsvlucht is voorbehouden aan een elite die het zich permitteert om op de buiten te wonen. Hun (tijdelijke) wegtrekken beïnvloedt de stadsdemografie niet en de stadseconomie wellicht nog minder vermits ze vrijwel alle consumptiegoederen op het voedsel na in de stad vinden.[48] 'Stadslucht of stadsvlucht? In de Middeleeuwen geldt het spreekwoord 'stadslucht maakt vrij'. Wie op het platteland woont is meer dan een stedeling gebonden aan de heerlijke verplichtingen. Poorters kopen hun stad en zichzelf vrij, bieden onderdak aan verschoppelingen, organiseren jaarmarkten... De stadsmaquettes van Brussel in het broodhuis-museum tonen dat de stad tijdens haar de eerste omwalling in de dertiende eeuw veel groen en open ruimte kent. Dit is geen fantasietje van de makers van de maquette. En als Brussel een eeuw later uit haar voegen barst, bouwt ze een tweede omwalling die tegemoet komt aan het tekort aan open ruimte. Door die uitbreiding van de omwalling houdt de middeleeuwse stad zich rein met relatief weinig inwoners op een relatief grote oppervlakte. De gemiddelde stadstuin is eenvoudig, klein en vaak geometrisch zoals plattegronden dat illustreren. Er groeien vruchten en groenten: abrikozen, perziken, asperges, aardbeien. Het zeventiende-eeuwse Amsterdam breidt zich nog vlotter uit dan steden met een Middeleeuwse erfenis. Amsterdam kent geen omwalling. Het omliggende platteland neemt ze grachtengordel na grachtengordel in. Later lijkt de stad een magneet met wisselende polen: aantrekken en afstoten, ondanks dat er van industrialisatie geen spoor is. In dat stadsleven komen reizigers ogen en oren te kort om alle indrukken op te nemen. Meeuwen tuimelen krijsend over elkaar heen, overal zijn honden, paarden en kinderen, roeispanen klepperen en de geuren wisselen elkaar af: pannenkoeken, walgelijke kool, stront, wijn, de dampen uit de grachten... verfijnde en bescheiden bakstenen gevels begrenzen de horizon. Op de kades met kinderkopjes duwen werklui karren of waggelen ze onder zakken die ze aan of van boord brengen; vrouwen schrobben stoepjes schoon en strooien een handvol zand. Hoe ziet de tuin er uit van wie dit soort taferelen de rug toe keert en de stad verlaat, op de vlucht voor de vieze, groezelige stadslucht van de op elkaar troepende menigte? Uiteraard gaat het hier niet om de lochting van de keuterboer maar om de elitaire villa. Vier jaar nadat Lodewijk XIII bij een onbenullig gehucht met de naam Versailles een bescheiden jachtoord in bak- en en zandsteen bouwt, doet de machtigste man van Holland hetzelfde. Joan Huydecoper van Maarsseveen (1599-1661) koopman, zes keer burgermeester van Amsterdam en bewindvoerder van de VOC bouwt in 1628, om de stadslucht en de bijhorende ziekteverspreiding te ontlopen een buitenhuis. Zijn voorvader kocht het domein als belegging zonder ambitie. Nu betrekt zijn familie het van voorjaar tot najaar. Tweemaal per jaar verhuizen ze. Het huis in Maarssen, zo'n dertig kilometer ten zuiden van Amsterdam, krijgt de naam Goudestein en ligt bij de rivier de Vecht. De plek ligt ver genoeg van de stedelijke zorgen en dichtbij genoeg om de zaken niet uit het oog te verliezen. Water vergemakkelijkt de verhuis. En, water is esthetisch en idyllisch. Trekschuiten brengen huisraad heen in de lente en terug in het najaar. Het servies, het linnengoed, de bibliotheek en de biljarttafel... alles verhuist. De familie zelf, de genodigden, de schrijvers en kunstenaars zoals Jan van der Heyden komen per koets. In de tuin combineert de eigenaar de stilaan dominante Franse stijl met Hollandse extra's. In het theehuis of onder de theekoepel nipt het gezelschap aan dure aftreksels uit China. Ze noemen het thee. De moes- en kruidentuin, de boomgaard en de visvijvers, de kwekerij en de plantage zijn behalve praktisch - de oogst gaan naar de keuken - kapitalistisch. De stedelijke mentaliteit waarbij alles om geld, winst en groei draait, is bij de oogst te zien. Dan komen de opbrengsten op de stedelijke markt die op een hoorn des overvloeds lijkt. De overvloed stilt niet alleen de stedelijke honger, het is een streling voor het oog die de kunstnijverheid niet ontgaat. De zoon van Joan Huydecoper, eveneens Joan Huydecoper (1625-1705) heeft niet de beste vaderrelatie. Toch doet hij niet onder. Dertien keer is hij burgermeester van Amsterdam, in 1666 schopt hij het tot bewindvoerder van de VOC en in 1681 tot de Admiraliteit van Amsterdam. In zijn dagboek rapporteert over zijn drink- en rookgezelschap, schrijft hij over een papegaai, een aap die alle glaswerk aan diggelen gooit en telt hij hoe vaak hij de liefde bedrijft. Hij verbouwt taxus en meloenen en noteert welke zaden en gewassen, welke planten met bijbehorende tekeningen hem uit alle uithoeken van de wereld bereiken, van Amboina tot Zuid-Afrika, over Batavia en Bengalen, over Ceylon en Coromandel, Mauritius, Suriname… overal heeft zijn VOC haar vestingen. Rond 1682 richt hij samen met Jan Commelin de Hortus Botanicus in Amsterdam op. Simon van der Stel, de eerste gouverneur van Kaap de Goede Hoop met interesse voor botanie, start op vraag van Huydecoper een VOC-tuin. Hij kweekt er kaneel-, kruidnagel en kamferboompjes om ze te acclimatiseren voor hun verscheping. Wellicht bereikten de planten Amsterdam nooit. Tot het wetenschappelijke netwerk van Huydecoper behoren de uitvinder van de microscoop Antonie van Leeuwenhoek die hij in Delft meermaals bezoekt om naar ‘allerlei dierkens’ te kijken en Cosimo III de' Medici, met wie hij correspondeert, mogelijk over botanie. Hendrik van Rheede draagt zijn magistrale boek, de Hortus Malabaricus mee op aan Huydecoper. Tegenwoordig is huis Goudenstein het stadhuis van Maarssen. Veel families verlaten na de Engelse zeeoorlogen (wegens economische redenen) hun buitengoed. De gebouwen herbestemmen ze tot stal of als industrieel pand. In deze periode ontstaan aan de rand van Rotterdam tuincomplexen. Particulieren kopen amen delen van het platte land en leggen er lanen aan die de grond opdelen in tuinpercelen. Op deze 'laanorganisaties’ kweken ze groenten en siergewassen. In de omgeving van Leiden gebeurt buiten de stadsmuren hetzelfde met de zogenaamde ’speculatie-thuyntjes’. Die hebben ook een recreatieve functie. Dit is bezit van een welgestelde burgerij die zich een buiten-stadse tuin permitteren maar geen buitenhuis. Tussen die luxueuze plekken ontstaan herbergen met pleziertuinen voor een uitstapje. Balthasar Florisz’ kaart uit 1625 toont een vierkante doolhof vol attracties op de Prinsengracht. Doolhofboekjes begeleiden en wijzen op de herberg met ‘goewijn’, het spannende overgroeide pad en de bedriegertjes die onverwacht water spuiten uit het plaveisel. Sprookjesachtige attracties zijn Besje van Meurs (een bedrieglijke vrouw die 32 jaar niet eet) en Goliath, de mechanische reus die nu in het restaurant van het Amsterdams Historisch Museum huist. Het succes leidt tot gelijkaardige initiatieven: de Nieuwe doolhof, de Franse Doolhof (1640) en de Rode Doolhof die zich richt op boeren die zich vergapen aan mechanische loeiende koeien. Een inventaris uit 1664 toont waar de elite zich mee ontspant: grotten, fonteinen en beelden, speeltoestellen, een planetarium, een tafereel van Alva’s schrikbewind, de moord op Oranje, een brullend ossenhoofd, vechtende wijven…[49] Langs de Amstel beschikken herbergen als de IJsbreker, de Beerebijt en de Pauwentuin over pleziertuinen. ‘Beerebijt’ dankt zijn naam aan de hane-, honden en berengevechten. De ‘Pauwentuin’ laat graag horen dat Rembrandt van Rijn er kwam en beschrijft het heerlijk: ‘Men zit in d’open lugt, bedekt voor zon en winden / Door digte boomen, / die met hun verheven kruin een schaduw geven / aan deez’ aangenamen tuin’. ’t Vosje, een ruige kroeg bij Amsterdam vol veekoopmannen, verandert in een beschaafde theetuin met een schommel en wip waar ‘s zomers middenstanders verblijven. ¨Paard- of ezelsrijden is er populair. Herberg Roomtuintjes, trekt op zonnige dagen ‘kinderwagentjes, zuigflesschen, vliegers en springtouwen’ en dankt haar naam aan de veemarchants die er hun koeien door de herbergier laten melken om de room aan gasten te verkopen. De burgerij bezoekt de pleziertuinen en betaalt entreegeld en voor versnaperingen. De chique tuin van de Keizerskroon bij de Kwakerspoel is af te huren voor partijen, bruiloften of deftige diners. De Ridders van het Metalen Kruis eten er in 1856 schildpaddensoep, kalfsfricandeau en getruffeerde kalkoen. De pleziertuin van de Claudius Civilis schutters is het schouwtoneel voor statige muziek, feesten of ballonspektakels. De Plantage is een drinkplek, zo blijkt uit het gedicht ‘De Kroeg’ van J.P. Heije: ‘Al in de Plantage, daar is een kroeg / Wel onder de bomen / daar drinken ze laat en daar drinken ze vroeg / daar drinken ze nooit haast jenever genoeg / Mijn lief zeit: ik mag er niet komen.’ Het gebied komt in de 17de eeuw binnen de stadswallen. De stagnatie van de gouden eeuw laat het onbebouwd. Er verschenen kleine uitspanninkjes, lusthoven en pleziertuinen. In 1844 opende een zekere A.J. de Boer er de Fransche Tuin, een uitspanning met een doolhof, fonteinen, prieeltjes, een Turkse tent en een veranda van Oosterse bamboe. In de Aloëfontein houdt een waterstraal een bronzen kogel zwevend. In de 17de en 18de eeuw richtten de pleziertuinen zich op volwassenen. In de 19de eeuw is het een gezinsplek. Doolhoven transformeren tot kinderattracties: ‘Blijf voor de poort niet staan, treedt binnen lieve jeugd. De Doolhof, thans vernieuwd, biedt u de schoonste vreugd: fontein en orgelspel, vertooningen van ’t leven, dit alles zal u veel blijdschap geven.’ Eind 19de eeuw valt het doek voor veel pleziertuinen. Herberg de Pauwentuin verloor zijn glans en is rond 1850 gesloopt. De Oude Doolhof sluit in 1862 de deuren voor een schoolproject en in 1869 gaat de kolfbaan bij herberg Stadlander ten onder aan de stadsuitbreiding. De uitspanning dankte zijn naam aan de 17de-eeuwse uit Duitsland afkomstige herbergier Dirck Stadlander. In 1850 dichtte J. Brester over de herberg: ‘Als langs Uwe kleine baren / de lichte tentschuit henenschiet / en Amstels jeugd aan ’t spelenvaren / En ’s avonds koelte en pret geniet.’ Schuttersvereniging Claudius Civilis vierde in 1901 zijn vijftigjarig jubileum. Het is het laatste evenement. Enkele weken later is de herberg gesloopt en zijn de bomen gerooid. Samuel Sarphati koopt de Borneostraat (??) en de Beerebijt aan met zijn bouwmaatschappij om er een stadspark aan te leggen (een plan dat niet werd gerealiseerd). Enkele tuinen bleven tot ver in de 20ste eeuw voortbestaan zoals Flora, later Maison Boer op het huidige Weteringsplatsoen. In 1940 werd het gesloopt voor de bouw van een flat. De stadsuitbreiding bezegelt het lot van de particuliere pleziertuinen. Die ontwikkeling gaat samen met de komst van het voor iedereen vrij toegankelijke stadspark – met een overgangsfase weliswaar, die van de bewaakte stadsparken. Daar had men de politie voor in het leven geroepen? De particulieren pleziertuingeschiedenis leeft voort in het kinderliedje: ‘Schuitje varen, theetje drinken, varen we naar de Overtoom / Drinken er zoete melk met room / Zoete melk met brokken / Kindje mag niet jokken.'
1620

.

  • ♣ Uit de haven van Plymouth vertrekt de Mayflower naar Amerika met een honderdtal Pilgrim Fathers, Engelse kolonisten om er te leven vrij van de religieuze vervolging. Een aantal van hen woonde in Leiden. Tegenwoordig zijn veel Amerikanen trots dat ze zo'n Pilgrim Fathers als voorouder hebben. Omdat ze niet vertrouwd zijn met het land, volgen ze de gebruiken van de plaatselijke Wampanoag-stam om gewassen te verbouwen en in hun levensonderhoud te voorzien: maïs, bonen, pompoenen, tarwe, gerst, haver, erwten en kruiden in velden en tuinen bij hun huizen.

.

.

1621

.

.

.

  • Petrus de Hondt (1578-1621), bekend als Hondius, een leerling van Clusius legt vol trots een kruidentuin aan op een uitgestrekt landgoed van zijn beschermheer, de burgemeester van Terneuzen. Terneuzen is een grensgebied tussen het katholieke Vlaanderen en de protestantse Noordelijke Nederlanden. In zijn Dapes inemptae of de Moufeschans, een ode aan het 'zoete buitenleven' die nu verschijnt, schrijft hij een 16.000 regels tellend gedicht dat hij in tien gangen 'opdient' en opdraagt aan een vriend of een leermeester. Het Bloemhof draagt hij op aan zijn vriend Christiaan Porret, een apotheker in Leiden. Het boek rekent af met het de verdorven stad en prijst het landelijke leven aan. Het is een trend in de zeventiende eeuw: als literatuurgenre en als houding die het buitenleven opzoekt. De tuin is een plek om te werken, te genieten en te experimenteren. Hondius krijgt er de primeur van de artisjok. Het boek rond af met Hondius' hofwetten, strenge gedragsregels voor wie de tuin in 'ter Neuzen' bezoekt.[50]

.

.

1622

.

.

  • Na een reis met het leger van de Hertog van Beieren keert Descartes terug naar Parijs en naar zijn familie in Bretagne. Hij verkoopt een reeks bezittingen die hij van zijn vader erfde, met de opbrengst kan hij de rest van zijn leven in zijn onderhoud voorzien.

.

.

1623

.

.

  • Descartes maakt een reis naar Italië voor twee jaar. Na zijn pelgrimstocht naar de tombe van Onze Lieve Vrouw van Loretto (een belofte die hij maakte na zijn visioen) bezoekt hij Rome en Florence.

.

1624

.

  • 32 protestantse Waalse families vestigen zich in Nieuw-Nederland (in het Latijn: Nova Belgica) op Manhattan. Streekgenoten en Duitse, Nederlandse en Britse families volgen. De nederzetting krijgt later de naam Nieuw-Amsterdam.

.

.

.

1625

.

.

.

.

  • ♣ Vadertje Jacob Cats (1577-1660) is wereldberoemd sinds 1618. De Noord-Nederlandse moraliserende dichter vergelijkt de zedige vrouw met een tuin (zie quote). De meeste mensen in de Republiek hebben zijn verzameld werk vol spreekwoorden en spreuken vanaf 1655 naast de bijbel als tweede boek liggen. Daarin vergelijkt hij de huisvrouw met de seizoenen. In de lente is ze een maagd, in de zomer een vrouw, een moeder in de herfst en tenslotte een winterweduwe. 'Als een jonge knop bot ze, draagt ze vrucht en verliest ze blad.'[51]

Een sedig wijf is gelijck een tuyn, die, om den hof gevlochten, bewaert het edel fruyt van alle snoep-gedrochten.

— JACOB CATS. Houwelijck, Amsterdam, 1625.

.

.

1626
 
Henricus Muntings Hortus et Universæ Materiæ Medicæ Gazophylacium uit 1646.

.

  • Pierre Minuit ruilt het gebied van de Manhattes-indianen of de Canarsie-indianen voor snuisterijen en sticht er Nieuw-Amsterdam, in 1664 omgedoopt tot New York.

.

.

  • Rubens verliest zijn eerste vrouw, Isabella Brant (°1591) aan de pest.

.

  • Henricus Munting (1583-1658), een Nederlandse apotheker en botanicus richt nadat hij lijfarts was van vorsten in Napels en Praag, de Hortus Botanicus op in zijn Groningen. De hortus komt in 1642 in handen van de Academie. In 1646 publiceert Munting een tuincatalogus: Hortus et Universæ Materiæ Medicæ Gazophylacium[52] waarbij Gazophylacium Materiae Medicae staat voor een medicinaal museum van simplicia, stenen, harsen, aromata, dieren en preparaten in zijn huis. De oorspronkelijke hortus maakt later plaats voor de universiteitsgebouwen van de alfawetenschappen. In 1967 verhuisde de collectie naar Haren en ging de locatie in Groningen op slot.

.

.

1627

.

  • In de droogmakerij De Moeren start de landbouw.

.

.

1628

.

.

.

.

1629

.

  • ♣ Nederlanders vestigen zich in New York en stichten nederzettingen in Manhattan, Long Island en langs de Hudson. Ze cultiveren boomgaarden en boerderijen en introduceren Europese bloemen. De kolonist Adriaen van der Donck schrijft over de kweek van rozen, tulpen, keizerskronen, witte lelies, anemonen, viooltjes en goudsbloemen.

.

  • John Parkinson schrijft A Garden of Pleasant Flowers vol wijsheid. Het gedestilleerde water van lelies is heilzaam voor zwangere vrouwen en bevordert een vroege bevalling. Het sleutelbloemen-sap reinigt littekens in het gezicht. Edele dames kennen het.

.

.

.

  • In september neemt Descartes zijn intrek in de buurt van Franeker (Zeeland) waar er een universiteit is gevestigd om er een beschouwing te schrijven over metafysica. Net zoals zijn eerdere werkstukken, voltooit hij dit niet.

.

.

Kijken

.

.

De jaren dertig bewerken

 
In de Amsterdamse chirurgijnsgilde in de Waag in Amsterdam geeft Nicolaes Tulp op 31 januari een openbare ontleding. Rembrandt legt het tafereel vast en breekt door op 26 jarige leeftijd. De chirurgijnsgilde staat één openbare ontleding per jaar toe. Het lichaam is van de geëxecuteerde crimineel, de 41-jarige Aris Kindt (Adriaan Adriaansz.). Hij was eerder die dag opgehangen voor diefstal. Het schilderij is te zien in het Mauritshuis (gebouwd in 1640 en sinds 1822 Koninklijk schilderijenkabinet) in Den Haag.

.

1630

.

  • De Nederlanders nemen de winstgevende suikerrietproductie in Brazilië over van de Portugezen. Het product burgert snel in en ontwikkelt zich van medicijn tot zoetstof. Een kookboek uit 1656 vermeldt 74 keer suiker tegenover drie keer het gebruik van honing. Aanvankelijk wordt suiker gebruikt als peper, kaneel en zout. De Arabieren introduceren het in het Middellandse zeegebied in de vroege Middeleeuwen. Met de West Indische Compagnie komt de suikerraffinage tot ontwikkeling op plantages in de Caraïben. Als halffabricaat komt het terecht in de havens van Rotterdam, Dordrecht en Amsterdam die er een afgewerkt product van maken. In de achttiende eeuw wordt het betaalbaar voor velen.

.

.

  • ♣ De Engelsen kweken appels, peren, pruimen, seringen, buxus en taxus in hun tuinen in New England in de V.S.

.

.

1631

.

.

1632

.

.

1633

.

  • De Romeinse Curie veroordeelt Galilei omdat die (in zijn Over de twee grote systemen van de wereld) beweert dat de aarde beweegt.

.

  • John Gerard schrijft zijn The Herbal, or General History of Plants over rozenwater. Het sap ervan, en vooral dat van de Rosa damascena, houdt de buik soepel en verzorgt de stoelgang. Siroop ervan verkoelt en bevochtigt en bestrijdt brandende koorts.

.

1634

.

  • Descartes staakt zijn publicatie over het heelal die hij in 1630 startte onder de titel De Wereld. Aanvankelijk dacht hij niet veel tijd nodig te hebben om deze theorie neer te pennen. Het lot van Galilei boezemt Descartes angst in.

.

1635

.


1636

.

.

1637

.

.

1638
 
♣ Botanici aan het werk, door Gerbrand van den Eeckhout (1621–1674), geschilderd in het midden van de zeventiende eeuw. De Medicinalen Cruythoff in het Amsterdamse Reguliershof, net buiten de stadswallen (waar de Keizersgracht en de Utrechtsestraat elkaar kruisen) komt er na de pestepidemie in 1638 om geneeskrachtige planten te kweken. De botanicus Johannes Snippendaal beschrijft in de catalogus het succes en de plantenaanvoer. Nauwelijks zijn er achthonderd soorten gepubliceerd, of er schieten nieuwe soorten uit de grond.[54]

.

.

1639

.

.

  • ♣ In de kolonie Jamestown nemen de ambtenaren een wet aan die alle kolonisten met meer dan honderd hectare land verplicht boomgaarden en tuinen aan te planten en te omheinen.

.

Kijken

.

.

De jaren veertig bewerken

 
De Moeren tijdens de eerste drooglegging op een kaart van Joan Blaeu (1645).

.

1640

.


  • Portugal is onafhankelijk met Johan IV als koning.

.

  • ♣ In Boston kopen puriteinen 44 hectare grond aan als openbare groene ruimte, bekend als de Boston Common, een openbaar park in de Nieuwe Wereld.

.

1641

.

.


1642

.

.

1643

.

.

  • De bollandisten, een instituut van de jezuïeten publiceren hun Acta Sanctorum. Het gaat om een hagiologie van heiligenlevens. Hun tijdschrift Acta Bollandiana verwijst naar de jezuïet-stichter Jean Bolland (1596-1665).

.

1644

.

1645

.

.

.

1646

.

  • In Bredevoort slaat de bliksem in op de kruittoren van het kasteel Bredevoort. Veertig mensen komen om, het kasteel is onherstelbaar.

.

1647

.

.

  • René Descartes is in Parijs, (volgens Hubert Dethier was dat in 1649 maar daar vond ik geen bevestiging van) op uitnodiging van Lodewijk XIV. De zonnekoning is negen). Geen mens had zijn werk gelezen en in een brief aan A.M. Chanut vermoedt hij de ware reden van zijn bezoek:

Wat me het meest verafschuwde, was dat geen van hen enige belangstelling toonde om iets anders van mij te weten dan mijn gezicht; zo heb ik reden te geloven dat zij me alleen maar in Frankrijk willen als een olifant of een panter, vanwege de schaarste, en niet om nuttig te zijn. Ik denk niet dat er iets gelijks zal gebeuren op de plaats waar u bent, maar het slechte succes van mijn reizen van de afgelopen twintig jaar, doet me vrezen dat het enige wat me in deze reis nog te doen staat, is onderweg dieven te vinden die me beroven, of een schipbreuk die me het leven kost. Dit zal me echter niet weerhouden, indien gij oordeelt dat deze onvergelijkelijke Koningin mijn mening wil onderzoeken.

René Descartes, Oeuvres philosophiques de Descartes publiées d'après les textes originaux, p. 756.[55]

.

1648

.

  • ♣ De vrede van Münster / de Vrede van Westfalen beëindigen de Tachtigjarige Oorlog. In Nederland komt de oranjeriecultuur tot ontwikkeling om niet winterharde gewassen te verzamelen. De oranjerie is een statussymbool dat het contact met exotische gebieden van de eigenaar illustreert, zijn zin voor het avontuurlijk uitproberen van nieuwe teelten en zijn kennis van de wereld toont.

.

  • De internationale rol van Spanje is uitgespeeld. De vredesakkoorden kleuren de landgrenzen van Europa accuraat in en maken ze zichtbaar in het landschap: Zweden en Brandenburg-Pruisen plaatsen grensstenen. De belangstelling voor exacte grensafbakening valt samen met de komst van de driehoeksmeetkunde. Gemma Frisius (1508-1555) beschreef de methode voor het eerst en gebruikt de lengte van de zijden van de driehoek en de scherpte van de hoeken in de formule. Wat Gerard Mercator (1512-1594) betekent voor de wereldzeeën, zijn Jacob van Deventer (ca. 1505-1575) en Willebrord Snel van Royen, bekend als Snellius (1580-1626) voor de landmassa. De cartografie evolueert eind zestiende eeuw van een beschrijvend natte vingerwerk tot een nauwkeurige wetenschap.

.

1649

.

Oliver Cromwell onderdrukt de Ierse opstand.

.

Kijken

.

.

Examen bewerken

.

A-Vragen

.

(S&V).Aflatenhandel, Alva, Amerigo Vespucci, Andreas Vesalius, Antwerpse Boromeuskerk, Bartolomeus Dias, beeldenstorm, boekdrukkunst, Calvinisme, Christoffel Columbus, Columbiaanse uitwisseling, Christoffel Plantijn, Benvenuto Cellini, Concilie van Trente, contrareformatie, de Grote Markt in Brussel, de mens van Vitruvius, Desiderius Erasmus, Don Quijote, Ferdinand Magellaan, Filips II van Spanje, Filips Wielant, Gerard Mercator, graaf van Horne, Gregoriaanse kalender, Gutenberg, hagepreken, heksenvervolging, Hernan Cortez, het Spanjaardenkasteel, humanisme, Johanna -de waanzinnige- van Castilië, Juan Vivès, Juliaanse kalender, Kaap de Goede Hoop, Keizer Karel V, Lamoraal van Egmont, Leonardo da Vinci, Maarten Luther, Machiavelli, Malleus Maleficarum, Maria I Tudor (Engeland), Maria van Bourgondië, Maria van Hongarije (1505-1558), Mercatorprojectie, Michelangelo Buonarroti, Miguel de Cervantes, Nicolaas Copernicus, Oost-Indiëvaarders, Ottomaanse Rijk, Philippeville, protestantisme, reconquista, reformatie, Rembrandt, Simon Stevin, Sixtijnse Kapel, slag bij Nieuwpoort, Spaanse Armada, specerijenhandel, Steenvoorde, Tachtigjarige Oorlog, Thomas Hobbes, Thomas More, Utopia, val van Constantinopel, Verdrag van Tordesillas, vestingbouw, VOC, Weberthese, Wittenberg.

.

.

B-Vragen

.

  • (S&V).Leg uit: Als de tachtigjarige oorlog in 1648 tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden ten einde loopt, luidt dit geen periode vol vrede in.

.

  • (V).Leg uit: Bij het begin van de eeuw, omstreeks 1500 moderniseert de artillerie. Wat zijn de gevolgen hiervan?

.

  • (S&V).Leg uit: Het beleg en de Val van Constantinopel betekende het begin van de Renaissance.

.

  • (S&V).Leg uit: Het was de grootste deportatie uit de geschiedenis. Ruim veertien miljoen mensen werden uit Afrika naar Amerika verscheept.

.

  • (S&V).Leg uit: Omstreeks 1453 gebeuren vijf dingen die de wereld een andere wending zullen geven.

.

  • (S&V).Leg uit: wat zijn de gevolgen van de ontdekkingsreizen?

.

  • (V).Leg uit: Welke oorzaken kunnen de kleine IJstijd verklaren?

.

  • (S&V).Leg uit: Welke voorwaarden moeten vervuld zijn om tot ontdekkingsreizen over te gaan?

.

  • (S&V).Leg uit: Wie in de zeventiende eeuw Amsterdam bezocht, moet zijn bestookt met indrukken.

.

  • (V).Periode en karakteriseer 'de Renaissance': beginjaren en eindjaren, wat kenmerkt de periode? Welke veiligheidsproblemen heb je ontdekt?

.

  • (S&V).Plaats in chronologische volgorde en leg uit: 1. Syfilis verspreidt zich over Europa; 2. Christoffel Columbus; 3. Filips II van Spanje; 4. Plato; 5. Socrates; 6. Verlichting (stroming).

.

  • (S&V).Plaats in chronologische volgorde en leg uit: 1. Beeldenstorm; 2. Bouw van Mariembourg; 3. De Malleus Maleficarum; 4. Karel V wordt geboren op de weg naar Gent; 5. Lodewijk XIV geboren; 6. Val van Constantinopel.

.

  • (S&V).Plaats in chronologische volgorde en leg uit: 1. Beleg en val van Antwerpen; 2. Boekdrukkunst; 3. De eerste gebastioneerde vesting in deze streek is het Spanjaardenkasteel; 4. Eerste hagepreken; 5. Lof der zotheid van Desiderius Erasmus verschijnt; 6. Slag bij Nieuwpoort.

.

  • (S&V).Plaats in chronologische volgorde en leg uit: 1. Eerste executie van protestanten in de Nederlanden op de Grote Markt; 2. Einde van de Tachtigjarige oorlog; 3. Hertog van Alva rukt op naar Vlaanderen; 4. Maarten Luther slaat 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg; 5. Miguel de Cervantes schrijft Don Quichot; René Descartes overlijdt.


.

.

C-Vragen

.

  • (S&V).Leg uit: De accentverschillen tussen het protestantisme en de katholieke invulling van het Christelijke geloof zorgen voor een andere arbeidsethos en een andere culturele invulling en aldus ook een andere maatschappij.

.

  • (S&V).Leg uit: De economische opkomst van Engeland heeft veel te danken aan de bannelingen, die van de vijftiende tot de zeventiende eeuw hun land om godsdienstige redenen verlaten en een toevluchtsoord op Engelse bodem vinden.

.

  • (S&V).Leg uit: De periode 1500-1648 laat zich omschrijven als de periode van Oranje tegen Spanje: Eenheid en scheiding van de Nederlanden onder Habsburgers.

.

  • (S&V).Leg uit: De Renaissance blikt terug op de antieke denkers: Socrates, Plato, Aristoteles en Archimedes. Hun onderzoek creëren in Europa een mens- en wereldbeeld dat systematiek toont, stilaan ontdaan van magische en religieuze interpretaties.

.

  • (S&V).Leg uit: Max Weber ziet in zijn verhandeling Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus, gepubliceerd in de Archiv für Sozialwissenschaft (XX en XXI, 1904-1905) de religie niet als een belemmering, maar als één van de belangrijkste oorzaken van de industrialisering.

.

  • (S&V).Leg uit: Ziektes zijn zwaarwichtiger dan zwaarden bij botsende beschavingen.

.

  • (S&V).Leg uit: Tussen 1600 en 1610 zorgt de heropleving van het katholieke geloof voor een culturele bloei. Die is te zien in Antwerpen, Namen en Brugge.

.

  • (S&V).Leg uit: In 1650 overlijdt René Descartes. Dat is op 11 februari en aan een longontsteking. Zijn overlijden is symbolisch en illustreert een breuk met het eerder elitaire Humanisme en het magische middeleeuwse denken. Descartes pleit voor een wetenschap die universeel verstaanbaar is, een wetenschap die het esoterisme zoals de alchemie, de astrologie, het gnosticisme, de kabbala, de magie en mystiek uitsluit en een didactiek aanbiedt die alle mensen van de ratio bedient.

.

  • (S&V).In de periode 1450-1650 ontstaan nieuwe tuintypes. Het gaat om het de tuin der lusten, de tuin van het humanisme (niet gezien), het labyrinth, de botanische tuin, de plantage en de barokke tuin. Toon aan hoe deze tuinarchitectuur een reactie is op maatschappelijke (r)evoluties.

.

.

Nota's

.

.

.

.

.

.

.

  1. De werkelijke tekst luidt 'Though this be madness yet there is method in it'.
  2. REGINE PERNOUD, vertaald door Thérèse Ficher, Judith Chambille & Lucie Dorren. De middeleeuwen. Een herwaardering, Ambo, Baarn, 1992, p. 21.
  3. EDWARD DE MAESSCHALCK. Oranje tegen Spanje. Eenheid en scheiding van de Nederlanden onder de Habsburgers (1500-1648), Davidsfonds, Leuven, 2015.
  4. DAVID RIJSER. De wedergeboorte van Troje. In: GÜNAY USLU (Ea.) (Eds.). Troje. Stad, Homerus, Turkije, WBooks, Amsterdam, 2012, p. 105.
  5. VAN LOO BART. De Bourgondiërs. Aartsvaders van de lage landen, De Bezige Bij, Amsterdam, 2019, p. 485.
  6. HANS MULDER. De ontdekking van de natuur. Terra, Amsterdam, 2021, p. 22.
  7. BART VAN LOO. De Bourgondiërs. De Bezige Bij, Antwerpen, 2019, p. 457.
  8. BART VAN LOO. De Bourgondiërs, De Bezige Bij, Antwerpen, 2019, p. 364-366
  9. LEPORE, p. 41.
  10. https://gardens.si.edu/collections/archives/timeline-of-american-garden-history/
  11. HARRY STALKNECHT. Een kleine geschiedenis van alledaagse dingen. Houtekiet, p. 15.
  12. Over dit ene jaartal alleen schreef Jacques Attali een werk: JACQUES ATTALI, vertaald door Tonja Kivits. 1492. Schuyt & Co, Haarlem, 1992.
  13. Voor een beschrijving van de onthoofding van deze heilige zie: ttps://issuu.com/communicatie_kortrijk/docs/sint_maartenskerk_brochure-voor_iss. Van Mander is vooral bekend van zijn publicatie van het Schilder-boeck dat kunstenaars en hun werk in de Lage Landen belicht. Hierin beschrijft hij de sprezzatura-stijl van Titiaan (waar Rembrandt later zijn inspiratie vindt). Zie: https://www.okv.be/artikel/karel-van-mander-marteldood-van-de-heilige-catharina.
  14. VERA HOORENS. Een ketterse arts voor de heksen: Jan Wier (1515-1588). Bert Bakker, Amsterdam, 2011. 'Vince te ipsum' verscheen voor het eerst bij zijn portret in 1576. Over Wier zijn in de loop der tijd zo veel meningen gevormd dat T.J. Schoeneman zijn verhandeling de titel Will the real Johan Weyer please stand up? gaf.
  15. LUCAS CATHERINE. Brussel. Van Renaissance tot republiek, Epo, Berchem, 2014, p. 44.
  16. PATRICK LATEUR. Leonardo literair. Athenaeum - Polok & Van Gennep, 2019?
  17. LUCAS CATHERINE. Brussel van renaissance tot republiek. Epo, Berchem, 2014, p. 20-21.
  18. HANS MULDER, p. 27.
  19. JILL LEPORE, Vertaald door Riet Dal, Ineke van den Elskamp, Sjaak de Jong Ea. Deze waarheden. Een geschiedenis van de Verenigde Staten, Arbeiderspers, Antwerpen, 2020, p. 41-42.
  20. Ibidem.
  21. STEPHEN L. BUCHMANN, vertaald door Meile Snijders. Bloemen. Een cultuurgeschiedenis, Contact, Antwerpen, 2016, p.113-115.
  22. Geciteerd in: LUCAS CATHERINE. Brussel van renaissance tot republiek. Epo, Berchem, 2014, p. 18-19.
  23. LUCAS CATHERINE. Brussel van renaissance tot republiek. Epo, Berchem, 2014, p. 92-94; MICHAEL PYE, vertaald door Pon Ruiter & Annemie de Vries. Antwerpen. De gloriejaren, Bezige Bij, Amsterdam, 2012, p. 103.
  24. MICHAEL PYE, vertaald door Pon Ruiter & Annemie de Vries. Antwerpen. De gloriejaren, Bezige Bij, Amsterdam, 2012, p. 103.
  25. MARION & WERNER KÜSTENMACHER, vertaald door A. C. Swierienga. Labyrinten. Een ontdekkingsreis door de wereld van labyrinten en doolhoven, Panta Rei, Katwijk, 2001, p. 3-4.
  26. MARION & WERNER KÜSTENMACHER, vertaald door A. C. Swierienga. Labyrinten. Een ontdekkingsreis door de wereld van labyrinten en doolhoven, Panta Rei, Katwijk, 2001, p. 5, 9, 10, 34.
  27. Vaak ontstaan bedevaartplekken rond een heiligenrelikwie die bescherming biedt bij kwalen en ziektes, nood en ontbering. Voor elke kwaal wordt een andere heilige aanroepen - dit is typisch magisch denken: Sint-Rochus bij de pest, Sint-Apollonia bij kiespijn, Sint-Barbara bij brand, bliksem of een plotselinge dood... Deze reliekencultus stamt uit een heidens bijgeloof en is voor ongeletterden veel beeldender dan de abstracte sacramenten. Vandaar dat de vroege missionarissen water bij de wijn doen en cultussen overnemen, net zoals ze heidense bomen en tempels omvormen tot christelijke bedevaartplekken. Een pelgrimslied heeft het over het doorbreken van de muren die hen gevangen houden en het uitbreken om zich vrij te maken van de zonde: 'Eer we de lange reis beginnen / moeten we ons op onszelf bezinnen / tegen de muur stoten totdat ze valt / en ons niet meer gevangen houdt. / In tijden van zonde zijn we gevangen. / Zodra we ons op de boeteweg bevinden, / komt de hul waarnaar we verlangen. Gedicht geciteerd in: MARION & WERNER KÜSTENMACHER, vertaald door A. C. Swierienga. Labyrinten. Een ontdekkingsreis door de wereld van labyrinten en doolhoven, Panta Rei, Katwijk, 2001, p. 96.
  28. Waarom is Dürer in Brussel? Ook dat is gedocumenteerd. Zie Lucas Catherine.
  29. MARION & WERNER KÜSTENMACHER, vertaald door A. C. Swierienga. Labyrinten. Een ontdekkingsreis door de wereld van labyrinten en doolhoven, Panta Rei, Katwijk, 2001, p. 122.
  30. PIETER VAN DOOREN. Conquistadores sloegen deuk in het klimaat. In: De Standaard, donderdag 7 februari 2019, p. D9; PIETER VAN DOOREN. Zilvervloot veroorzaakte oudste luchtvervuiling. In: De Standaard, dinsdag 10 februari 2019, D8; WYBE KUITERT & JAN FRERIKS. Hovenierskunst in Palmet en Pauwstaart. Geschiedenis en techniek van het snoeien van leifruit, Nationale Plantentuin, Meise, 1994, p. 12-17; JANNY VAN DER HEIJDEN. Smaakpalet van de Lage Landen. De geschiedenis van de eetcultuur in beeld, Nijgh & Van Ditmar, sp., 2023, p. 112 & 180.
  31. GERRIT VERHOEVEN. Ploeteren of pleisteren. Op weg in de 16de eeuw. In: WERNER VAN HOOF (Ed.). Op reis met Plantijn. Onderweg in de 16de eeuw. Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, 2021, p. 8-23.
  32. BENEDICT GOES. De eerste tabak in Europa. In: GARY SCHWARTZ. Flora in Leiden. De verborgen tuinen van de stad, SDU Maarssen, 's-Gravenhage, 1990, p. 28-35.
  33. MANUEL AZAṄA. El jardín de los frailes., Alianza, Madrid, 1981, p. 25.
  34. W. MOLL & N.C. KIST. De Beeldenstorm in Leiden. In: Kerkhistorisch Archief 3, 1862, p. 438; ELISABETH DEN HARTOG. De verdwenen interieurs voor de beeldenstormen van 1566 en 1572. In: De Pieterskerk in Leiden, Zwolle, 2011, p. 147.
  35. NEIL WALLINGTON. Encyclopedie van brandweerwagens en brandbestrijding. Veltman, Utrecht, 2005.
  36. WILLEMIJN WILMS FLOET. Het hofje als architectonisch idee. Naio10, Technische Universiteit Delft, 2021, p. 15.
  37. FLORIKE EGMOND & SVEN DUPRE. Collecting and Circulating Exotic Naturalia in the Spanish Netherlands. In: SVEN DUPRE (Ea.) (Eds.) Embattled Territory. The Circulation of Knowledge in the Spanish Netherlands, Academia Press, Gent, 2015.
  38. JONAS ROELENS. Antwerepse risico-investeerders maakten Amsterdam mee groot. In: De Standaard der Letteren, 16.12.2023, p. 14.
  39. LUC SURDIACOURT. De Marollen. Een eeuwenoud misverstand, Davidsfonds, Leuven, 2018, p. 61.
  40. RUSSELL SHORTO, vertaald door Edzard Krol. Nieuw Amsterdam. De oorsprong van New York, Forum, Amsterdam, 2015.
  41. Zie: ALEXANDER SOETAERT. 1600. Een nieuwe religieuze wind uit Zuid-Europa, in: MARNIX BEYEN, MARC BOONE & BRUNO DE WEVER (Eds.) (Ea.). Wereldgeschiedenis van Vlaanderen, Polis, Kalmthout, 2018, p. 221.
  42. MARION & WERNER KÜSTENMACHER, vertaald door A. C. Swierienga. Labyrinten. Een ontdekkingsreis door de wereld van labyrinten en doolhoven, Panta Rei, Katwijk, 2001, p. 86.
  43. MICHAEL PYE, vertaald door Pon Ruiter & Annemie de Vries. Antwerpen. De gloriejaren, De Bezige Bij, Amsterdam, 2021. Zie vooral hoofdstuk IV, De tuin der kennis, p. 101-106.
  44. FERNAND BRAUDEL, dl. 1, p. 45.
  45. Zie hiervoor bijvoorbeeld: TOM SOREL, (vertaald door Willemien de Leeuw). Descartes. Lemniscaat, Rotterdam, 2000, p. 16 & 17.
  46. GIDSENVERENIGING ANTWERPEN. Antwerpen, door het oog van de stadsgidsen. De leukste plekjes, de strafste verhalen, Davidsfonds, Leuven, 2012, deel I, p. 202-203.
  47. Het stadsarchief bewaart de prent, die bij leven is gemaakt en nadien van twee regels onderschrift is voorzien. Schilderwerk van Jan van der Heyden is te vinden in het Amsterdams Historisch Museum en het Rijksmuseum, het Mauritshuis in Den Haag, het Musée du Louvre, de Galleria degli Uffizi in Florence en het Metropolitan Museum of Art in New York.
  48. De Belgische suburbanisatie in de eerste helft van de twintigste eeuw komt er dankzij een dicht netwerk van buurtspoorwegen (trams), lokale treinen en goedkope abonnementen. In de tweede helft van die eeuw is koning auto daar verantwoordelijk voor.
  49. WANDA NIKKELS. ‘’Pleziertuinen, kolfbanen en lusthoven. Zomers vermaak in de stad’’, https://onsamsterdam.nl, 1 juli 2006.
  50. Zie voor het volledige werk: https://www.dbnl.org/tekst/hond001dape02_01/hond001dape02_01_0001.php.
  51. Zie ook info over zijn buitenverblijf, een film en p. 84 in Flora in Leiden. Titelpagina zoeken op de Commens. https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Hof-gedachten_(1655)
  52. H. Munting. Hortus et universæ materiæ medicæ Gazophylacium.
  53. Lees ter voorbereiding van je reis naar New York: EDWARD RUTHERFURD (vertaald door Carla Hazewindus en Anne Jongeling). New York. De Fontein, Utrecht, 2014.
  54. HANS MULDER. De ontdekking van de natuur. Terra, Amsterdam, 2021, p. 64.
  55. Raadpleegbaar op Google books.