Frank Arnesen
Frank Arnesen (Deense uitspraak: aa(r)-ne-sen) (Kopenhagen, 30 september 1956) is een voormalig Deens voetballer, die onder meer bijna 6 hele seizoenen voor Ajax (1975/1976-1980/1981) en voor RSC Anderlecht (7/1983-11/1985) speelde.
Frank Arnesen | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||
24-7-1978. Arnesen tijdens de perspresentatie van Ajax in het seizoen 1978/1979.
| ||||||||
Persoonlijke informatie | ||||||||
Volledige naam | Frank Arnesen | |||||||
Geboortedatum | 30 september 1956 | |||||||
Geboorteplaats | Kopenhagen, Denemarken | |||||||
Nationaliteit | Deens | |||||||
Lengte | 181 cm | |||||||
Positie | Middenvelder | |||||||
Clubinformatie | ||||||||
Voetbalcarrière geëindigd in 1988 | ||||||||
Jeugd | ||||||||
| ||||||||
Senioren * | ||||||||
| ||||||||
Interlands ** | ||||||||
| ||||||||
Getrainde teams | ||||||||
| ||||||||
Bestuurlijke functies | ||||||||
| ||||||||
* Bijgewerkt op 1 juni 2022 | ||||||||
** Bijgewerkt op 1 juni 2022 | ||||||||
|
Clubcarrière Bewerken
Ajax Bewerken
Na een jaar gymnasium, ging Arnesen direct werken. Als jonge, onbekende voetballer van de Deense club Fremad Amager werd hij op 20 november 1975 door Ajax gekocht, samen met Søren Lerby. Hun contracten gingen in per 1 december 1975. Arnesen debuteerde onder trainer Rinus Michels op 7 maart 1976 uit tegen FC Utrecht (1-1). Ook zijn laatste wedstrijd voor Ajax was tegen Utrecht, ditmaal thuis in Amsterdam en onder interim-trainer Aad de Mos. Op 6 juni 1981 werd met 1-0 gewonnen van de nummer 3 in de eredivisie van het seizoen 1980/81. Arnesen maakte bij Ajax ook Tomislav Ivić (half 1976-half 1978), Cor Brom (half 1978-september 1979) en Leo Beenhakker (september 1979-maart 1981) mee als hoofdtrainers. In de zes seizoenen Ajax speelde Arnesen 209 wedstrijden waarin hij 75 keer scoorde, een gemiddelde van ruim 1 goal per 3 wedstrijden. Hij werd landskampioen in 1977, 1979 en 1980 en won de KNVB beker in mei 1979 (FC Twente werd met 1-1 en 3-0 verslagen in de twee finales). In de meimaanden van 1978, 1980 en 1981 werd de bekerfinale verloren van respectievelijk AZ '67 (0-1), Feyenoord (3-1) en opnieuw AZ '67 (1-3). In de met 3-1 verloren bekerfinale in mei 1980 uit tegen Feyenoord, bracht Arnesen Ajax op een 0-1 voorsprong. In de lente van 1980 haalde Arnesen met Ajax, na onder meer het Franse RC Strasbourg uitgeschakeld te hebben (0-0, 4-0), de halve finale van de Europacup I, waarin Ajax door het Britse Nottingham Forest nipt werd uitgeschakeld (uit 2-0 verlies, thuis 1-0 zege). Ajax haalde in dit Europacup I-toernooi 1979/80 een doelsaldo van +23 (31-8). Arnesen scoorde in de returnwedstrijd in de kwartfinales van het Europacup I-toernooi thuis tegen RC Strasbourg de 2-0 goal in de met 4-0 door Ajax gewonnen wedstrijd. In de Ballon d'Or-verkiezingen van het kalenderjaar 1980, verkiezingen tot Europees voetballer van het jaar, georganiseerd door het Franse tijdschrift France Football, behaalde Arnesen de 22ste plaats (tweede competitiehelft 1979/80, eerste competitiehelft 1980/81).
Arnesen ontpopte zich bij Ajax tot zwervende, multipositionele aanvallende middenvelder (vooral op rechts en centraal). In constructief en offensief opzicht was Arnesen een complete voetballer, met techniek, spelinzicht, loopvermogen en ijver en een groot scorend vermogen voor een middenvelder. Hij had oog voor de vrije ruimte en omspeelde tegenstanders zowel over de grond (niet alleen middels 1-2's en dribbels), als met lobs/boogballen. Arnesen was samen met Tscheu La Ling en Simon Tahamata een van de smaakmakers bij Ajax in de periode 1975/76-1980/81. In de zomer van 1980, bij de start van zijn laatste seizoen bij Ajax (1980/81), volgde Arnesen de naar Vancouver Whitecaps vertrokken Ruud Krol op als aanvoerder. Eind november 1980 werd Johan Cruijff technisch adviseur, toen Ajax achtste stond in de competitie. Cruijff trainde ook mee met de selectie en nam libero Wim Jansen mee van de Washington Diplomats als vervanger voor Krol. Cruijff vertrok eind februari 1981 naar Spanje, naar Levante, nadat hij Ajax weer op de rails gezet had. Cruijff werd spoedig achterna gezeten door Leo Beenhakker (Real Zaragoza, maart 1981) en Frank Arnesen (Valencia, juli 1981). Cruijff had Arnesen geadviseerd om in Spanje te gaan spelen vanaf het seizoen 1981/82. Ajax was de club waar Arnesen veruit de meeste wedstrijden speelde en veruit de meeste goals scoorde. In 159 competitieduels, scoorde Arnesen 51 maal voor Ajax, een gemiddelde van circa 1 doelpunt per 3 competitiewedstrijden.
Valencia Bewerken
In de zomer van 1981 werd Arnesen door Valencia CF gekocht voor 900.000 gulden (omgerekend circa 408.000 Euro). Daar had hij wegens blessureleed individueel geen bijzonder succesvolle periode. Ook het team presteerde niet geweldig. In 1981/82 eindigde Valencia als 5de van de 18 clubs in de hoogste Spaanse divisie, in 1982/83 moest zelfs tegen degradatie worden gevochten, en sloot Valencia het seizoen af met een 4de plaats van onderen, de 15de plaats slechts.
Anderlecht Bewerken
Twee jaar later, half 1983, stond Arnesen in de belangstelling van zijn voormalige werkgever Ajax, na het vertrek van de toenmalige middenvelders Johan Cruijff en Soren Lerby, de boezemvriend van Frank Arnesen sinds circa 1973. De aankoop van Arnesen heeft het Ajax-bestuur toen evenwel niet aangedurfd, vanwege Arnesen's toenmalige medische problemen, opgelopen in zijn periode bij Valencia. Uiteindelijk verhuisde hij naar RSC Anderlecht, dat in de Belgische competitie in 1983/84 in de top als tweede eindigde en in 1984/85 met maar liefst 100 goals vóór en 25 goals tegen, landskampioen werd. Arnesen met behaalde met RSC Anderlecht de UEFA Cup 1983/84-finale, die verloren werd na strafschoppen tegen het Engelse Tottenham Hotspur.
PSV Bewerken
27 November 1985 werd Arnesen voor 600.000 gulden (omgerekend circa 272.000 Euro) door PSV gekocht, dat Ajax te snel af was. In oktober 1985 was er een akkoord tussen Arnesen, RSC Anderlecht en Ajax, maar doordat Anderlecht met een blessure te maken kreeg, wilden ze geen afstand meer doen van Arnesen. Arnesen maakte tegelijk weer een topindruk wanneer hij speelde, en zijn terugkeer bij Ajax, ruim 4 jaar na zijn vertrek half 1981, leek van de baan. Even later mocht Arnesen toch alsnog weg, maar toen sloeg PSV eind november 1985 snel toe nog vóór Ajax (Arnesen: "Ik kan er ook niets aan doen dat PSV sneller handelt dan Ajax."). In Eindhoven kende Arnesen drie zeer succesvolle seizoenen. Zowel in 1986, 1987 en 1988 werd het landskampioenschap behaald. In 1988 won hij ook de KNVB beker en maakte hij deel uit van het team dat de Europacup I veroverde. De finale in mei 1988 tegen Benfica moest Arnesen wegens een blessure missen.
Eindklasseringen Frank Arnesen in de competities in de Benelux:
Ajax
1975/1976-1980/1981:3,1,2,1,1,2
Anderlecht
1983/1984-1984/1985:2,1
PSV
1985/1986-1987/1988:1,1,1
(7 kampioenschappen: Ajax 3x, Anderlecht 1x, PSV 3x)
Gespeelde bekerfinales Frank Arnesen in Nederland: 5
(4 met Ajax in 1977/1978, 1978/1979, 1979/1980 en 1980/1981, waarvan 1 gewonnen in 1978/1979,
en 1 met PSV in 1987/1988 (gewonnen)).
Interlandcarrière Bewerken
Arnesen speelde 52 keer voor het Deense nationale elftal en maakte veertien doelpunten. Hij nam deel aan het Europees kampioenschap in 1984 in Frankrijk en het Wereldkampioenschap in 1986 in Mexico. Hij maakte zijn debuut voor de nationale ploeg op 5 oktober 1977 in een oefeninterland uit tegen Zweden (1-0).
Interlands van Frank Arnesen voor Denemarken | |||||
---|---|---|---|---|---|
№ | Datum | Wedstrijd | Uitslag | Competitie | Goals |
Als speler van Ajax | 8 | ||||
1 | 5 oktober 1977 | Zweden – Denemarken | 1 – 0 | Oefeninterland | |
2 | 24 mei 1978 | Denemarken – Ierland | 3 – 3 | EK-kwalificatie | |
3 | 31 mei 1978 | Noorwegen – Denemarken | 1 – 2 | Nordic Cup | |
4 | 28 juni 1978 | IJsland – Denemarken | 0 – 0 | Oefeninterland | |
5 | 16 augustus 1978 | Denemarken – Zweden | 2 – 1 | Nordic Cup | |
6 | 20 september 1978 | Denemarken – Engeland | 3 – 4 | EK-kwalificatie | |
7 | 11 oktober 1978 | Denemarken – Bulgarije | 2 – 2 | EK-kwalificatie | |
8 | 2 mei 1979 | Ierland – Denemarken | 2 – 0 | EK-kwalificatie | |
9 | 9 mei 1979 | Denemarken – Zweden | 2 – 2 | Oefeninterland | |
10 | 6 juni 1979 | Denemarken – Noord-Ierland | 4 – 0 | EK-kwalificatie | |
11 | 12 september 1979 | Engeland – Denemarken | 1 – 0 | EK-kwalificatie | |
12 | 26 september 1979 | Denemarken – Finland | 1 – 0 | Nordic Cup | |
13 | 31 oktober 1979 | Bulgarije – Denemarken | 3 – 0 | EK-kwalificatie | |
14 | 4 juni 1980 | Denemarken – Noorwegen | 3 – 1 | Nordic Cup | |
15 | 27 september 1980 | Joegoslavië – Denemarken | 2 – 1 | WK-kwalificatie | |
16 | 15 oktober 1980 | Denemarken – Griekenland | 0 – 1 | WK-kwalificatie | |
17 | 1 november 1980 | Italië – Denemarken | 2 – 0 | WK-kwalificatie | |
18 | 19 november 1980 | Denemarken – Luxemburg | 4 – 0 | WK-kwalificatie | |
19 | 1 mei 1981 | Luxemburg – Denemarken | 1 – 2 | WK-kwalificatie | |
20 | 14 mei 1981 | Zweden – Denemarken | 1 – 2 | Nordic Cup | |
21 | 3 juni 1981 | Denemarken – Italië | 3 – 1 | WK-kwalificatie | |
Als speler van Valencia CF | 3 | ||||
22 | 9 september 1981 | Denemarken – Joegoslavië | 1 – 2 | WK-kwalificatie | |
23 | 23 september 1981 | Denemarken – Noorwegen | 2 – 1 | Nordic Cup | |
24 | 14 oktober 1981 | Griekenland – Denemarken | 2 – 3 | WK-kwalificatie | |
25 | 5 mei 1982 | Denemarken – Zweden | 1 – 1 | Nordic Cup | |
26 | 19 mei 1982 | Oostenrijk – Denemarken | 1 – 0 | Oefeninterland | |
27 | 27 mei 1982 | Denemarken – België | 1 – 0 | Oefeninterland | |
Als speler van RSC Anderlecht | 3 | ||||
28 | 16 november 1983 | Griekenland – Denemarken | 0 – 2 | EK-kwalificatie | |
29 | 16 mei 1984 | Tsjecho-Slowakije – Denemarken | 1 – 0 | Oefeninterland | |
30 | 6 juni 1984 | Zweden – Denemarken | 0 – 1 | Oefeninterland | |
31 | 8 juni 1984 | Denemarken – Bulgarije | 1 – 1 | Oefeninterland | |
32 | 12 juni 1984 | Frankrijk – Denemarken | 1 – 0 | EK-eindronde | |
33 | 16 juni 1984 | Denemarken – Joegoslavië | 5 – 0 | EK-eindronde | |
34 | 19 juni 1984 | België – Denemarken | 2 – 3 | EK-eindronde | |
35 | 24 juni 1984 | Denemarken – Spanje | 1 – 1 | EK-eindronde | |
36 | 14 november 1984 | Denemarken – Ierland | 3 – 0 | WK-kwalificatie | |
37 | 8 mei 1985 | Denemarken – Duitse Democratische Republiek | 4 – 1 | Oefeninterland | |
38 | 5 juni 1985 | Denemarken – Sovjet-Unie | 4 – 2 | WK-kwalificatie | |
39 | 11 september 1985 | Denemarken – Zweden | 0 – 3 | Oefeninterland | |
40 | 25 september 1985 | Sovjet-Unie – Denemarken | 1 – 0 | WK-kwalificatie | |
41 | 9 oktober 1985 | Denemarken – Zwitserland | 0 – 0 | WK-kwalificatie | |
42 | 16 oktober 1985 | Noorwegen – Denemarken | 1 – 5 | WK-kwalificatie | |
43 | 13 november 1985 | Ierland – Denemarken | 1 – 4 | WK-kwalificatie | |
Als speler van PSV | |||||
44 | 13 mei 1986 | Noorwegen – Denemarken | 1 – 0 | Oefeninterland | |
45 | 16 mei 1986 | Denemarken – Polen | 1 – 0 | Oefeninterland | |
46 | 4 juni 1986 | Denemarken – Schotland | 1 – 0 | WK-eindronde | |
47 | 8 juni 1986 | Denemarken – Uruguay | 6 – 1 | WK-eindronde | |
48 | 13 juni 1986 | Denemarken – West-Duitsland | 2 – 0 | WK-eindronde | |
49 | 29 oktober 1986 | Denemarken – Finland | 1 – 0 | EK-kwalificatie | |
50 | 12 november 1986 | Tsjecho-Slowakije – Denemarken | 0 – 0 | EK-kwalificatie | |
51 | 29 april 1987 | Finland – Denemarken | 0 – 1 | EK-kwalificatie | |
52 | 3 juni 1987 | Denemarken – Tsjecho-Slowakije | 1 – 1 | EK-kwalificatie |
Managerscarrière Bewerken
Na zijn actieve carrière werd Arnesen eerst assistent-trainer bij PSV (1991-1993). In 1993 werd hij op non-actief gezet na een vernietigend interview over hoofdtrainer Hans Westerhof. In 1994 kreeg hij de functie van technisch manager aangeboden. Een functie die hij tien jaar, tot 2004, bekleedde. In deze periode ontdekte hij spelers als Ronaldo, Jaap Stam, Ruud van Nistelrooij en Arjen Robben.
In 2004 maakte hij een overstap naar Tottenham Hotspur, waar hij ook manager werd. Vanaf 1 september 2005 bekleedde hij die functie bij Chelsea. In 2010 maakte Arnesen bekend dat hij zijn contract bij de club niet zou verlengen. Daarop besloot Hamburger SV, dat Ajax aftroefde, de Deen een contract aan te bieden. Hier ging Arnesen op in, waarna hij overeenstemming bereikte voor een samenwerking tot 2014. Bij de Duitse club werd hij de opvolger van Bastian Reinhardt.[1] Half 2013 vertrok Arnesen. Per 1 februari 2014 werd hij manager bij het Oekraïense Metallist Kharkiv. Wegens de gevaarlijke politieke situatie aldaar, was Arnesen genoodzaakt na een maand zijn contract te beëindigen. Halverwege 2015, bij de start van het seizoen 2015/16, werd Arnesen manager bij PAOK Saloniki. Dit dienstverband kwam in februari 2016 ten einde. PSV stelde Arnesen in april 2017 aan als lid van de raad van commissarissen, waarin hij per 1 juni van dat jaar Hans van Breukelen zou opvolgen.
Vanaf januari 2019 ging Arnesen aan de slag bij RSC Anderlecht, als technisch directeur. Bij deze club had hij gespeeld van juli 1983 tot en met november 1985. Hij werd aangetrokken om RSC Anderlecht bij te staan in het doorbreken van de sportief negatieve spiraal. Op 3 oktober 2019 werd hij door Anderlecht ontslagen.[2]
Sinds januari 2020 vervult Arnesen de rol als technisch directeur bij de Rotterdamse club Feyenoord. Maar halverwege 2022 diende hij zijn ontslag in.
Palmares als speler Bewerken
Competitie | |||||
---|---|---|---|---|---|
Aantal | Seizoenen | ||||
Ajax | |||||
Eredivisie | 3x | 1976/77, 1978/79, 1979/80 | |||
KNVB beker | 1x | 1978/79 | |||
RSC Anderlecht | |||||
Eerste klasse | 1x | 1984/85 | |||
Trofee Jules Pappaert | 2x | 1983, 1985 | |||
PSV | |||||
Internationaal | |||||
Europacup I | 1x | 1987/88 | |||
Nationaal | |||||
Eredivisie | 3x | 1985/86, 1986/87, 1987/88 | |||
KNVB beker | 1x | 1987/88 |
Individueel Bewerken
- UEFA Europees Kampioenschap Team van het Toernooi: 1984
- Danish Football Hall of Fame
Zie ook Bewerken
- Lijst van meest scorende spelers bij Ajax
- Lijst van spelers van Ajax
- Lijst van spelers van RSC Anderlecht
- Lijst van spelers van PSV
- Lijst van spelers van het Deense voetbalelftal
Bronnen, noten en/of referenties
|