Feith

adellijk geslacht

Feith is een familie waarvan leden sinds 1901 tot de Nederlandse adel behoren.

Feith
Feith
Wapenspreuk Invia virtuti nulla est via
Verheffing 1901
Stamvader Rhijnvis Feith
Titels
jonkheer

Geschiedenis bewerken

De stamreeks begint met Rhijnvis Feith, die met zijn en zoon en kleinzoon vermeld wordt in 1462. Vanaf de 16e eeuw maakten leden deel uit van het bestuur van de stad Elburg. In de 18e eeuw werden leden bestuurders in Zwolle.

Een deel van de leden van het geslacht draagt sinds de verheffing in de adelstand in 1901 en 1905 het predicaat jonkheer/jonkvrouw. De familie, inclusief de niet-geadelde takken, werd in 1910 opgenomen in het genealogische naslagwerk het Nederland's Patriciaat.

Enkele telgen bewerken

Dr. Rhijnvis Feith (1698-1772), geboren in Elburg, na 1746 burgemeester van Zwolle

  • Mr. Pieter Feith (1729-1802), ontvanger der convooien en licenten
    • Mr. Rhijnvis Feith (1753-1824), burgemeester van Zwolle, schrijver
      • Mr. Pieter Rutger Feith (1773-1853), rechter
        • Rhijnvis Feith (1806-1874), makelaar, lid gemeenteraad van Amsterdam
      • Mr. Hendrikus Octavius Feith (1778-1849)
        • Mr. Frederik Feith (1810-1897), ambtenaar, laatstelijk griffier gerechtshof
          • Jhr. Hendrikus Octavius Feith (1846-1925), officier
            • Jhr. mr. Rhijnvis Feith (1848-1916), bankier en politicus
              • Jhr. ir. Frederik Feith (1878-1945), ingenieur
                • Jhr. Pieter Rutger Feith (1911-1941), assuradeur, verzetsdeelnemer
                  • Jhr. Rhijn Feith (1939), orthopedisch chirurg, publiceerde in 2019 een biografie over zijn vader
              • Jhr. Henri Feith (1885-1947), directeur handelsondernemingen
        • Mr. Hendrik Octavius Feith (1813-1895), provinciaal archivaris en wethouder van Groningen, lid Provinciale Staten van Groningen
          • Rhijnvis Feith (1851-1891), controleur belastingen
          • Jhr. mr. Johan Adriaan Feith (1858-1913), jurist en rijksarchivaris