Europese parlementsverkiezingen

vijfjaarlijkse verkiezing van het parlement van de Europese Unie

De Europese parlementsverkiezingen vinden om de vijf jaar plaats, in elk van de 27 EU-lidstaten, voor het laatst in 2019. Er werden toen 751 parlementsleden verkozen, die ongeveer 500 miljoen Europeanen vertegenwoordigen. Meer dan 375 miljoen EU-burgers waren stemgerechtigd, zodat dit de grootste transnationale verkiezingen in de geschiedenis waren. Sinds 1 februari 2020 telt het parlement 705 zetels, als gevolg van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

Politieke fracties in het Europees Parlement na de Europese Parlementsverkiezingen 2019:
 Europees Unitair Links/Noords Groen Links (GUE/NGL)
 Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D)
 De Groenen/Vrije Europese Alliantie (Groenen/VEA)
 Renew Europe (RE)
 Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) (EVP)
 Europese Conservatieven en Hervormers (ECH)
 Identiteit en Democratie (ID)
 Niet-fractiegebonden leden van het Europees Parlement (NI)

Het Europees Parlement vertegenwoordigt de burgers uit de lidstaten op Europees niveau. Het is sinds juni 1979 de enige Europese instelling die rechtstreeks wordt verkozen. Bovendien is het het enige multinationale parlement ter wereld dat op basis van het universeel stemrecht wordt samengesteld. Van 1958 tot 1979 werden Europarlementsleden door hun nationale regeringen benoemd en hadden ze twee mandaten.

Op heel wat beleidsterreinen is het Europees Parlement medewetgever met de Raad van de Europese Unie. Zelfs op het gebied van landbouw en buitenlands beleid, waar het parlement alleen wordt geraadpleegd of geïnformeerd, kunnen debatten en resoluties van het parlement de besluiten van de Raad wel beïnvloeden of zorgen dat onderwerpen op de Europese agenda komen. Het parlement beschikt ook over begrotingsbevoegdheden en speelt een rol bij de democratische controle van alle Europese instellingen.

Kandidatenlijsten worden per land opgesteld, doorgaans door nationale politieke partijen. De verkiezingsprocedure wordt per land afzonderlijk bepaald. Burgers mogen alleen stemmen op kandidaten in hun eigen kiesdistrict.

Stemprocedure en zetelverdeling bewerken

Stemprocedure bewerken

Afhankelijk van de wetgeving binnen elke lidstaat zijn er kleine verschillen, doch bijna iedereen ouder dan 18 jaar en met de nationaliteit van een van de 27 EU-landen is stemgerechtigd.

De verkiezingen voor het Europees Parlement worden in grote mate nog steeds georganiseerd volgens nationale wetgevingen en tradities.

Gemeenschappelijke Europese regels bepalen dat de verkiezingen vrij, geheim en bij algemeen universeel stemrecht moeten plaatsvinden. Europarlementsleden moeten op basis van evenredige vertegenwoordiging in de lidstaten verkozen worden. De lidstaat bepaalt zelf of er een systeem van open of van gesloten lijsten wordt toegepast.

Bij open lijsten kan de kiezer voor één of meerdere kandidaten op de lijst een voorkeur aangeven. Bij gesloten lijsten leggen de politieke partijen de volgorde van de kandidaten op de lijst vast en kan de kiezer alleen een stem op de partij uitbrengen. Een minimumdrempel voor de zeteltoewijzing is toegestaan, maar die drempel mag niet hoger liggen dan 5 % van de op nationaal niveau uitgebrachte stemmen. De drempel kan per land variëren.

De verkiezingsperiode wordt op EU-niveau bepaald, maar de precieze datum waarop er gestemd wordt en de openingsuren van de kiesbureaus variëren afhankelijk van de nationale kieswetten. Er is stem- of opkomstplicht in België, Bulgarije, Cyprus, Griekenland en Luxemburg.

EU-burgers die in een andere lidstaat wonen hebben het recht om daar te stemmen en verkozen te worden. De specifieke procedures daarvoor kunnen wel door nationale kieswetten zijn vastgelegd. EU-burgers die in het buitenland wonen en in hun land van oorsprong willen stemmen, moeten dat volgens de nationale kieswet doen. Sommige lidstaten - onder andere Nederland en Italië - bieden de mogelijkheid aan om per brief te stemmen. Kiesgerechtigden met een andere nationaliteit kunnen veelal in de ambassade of een consulaat terecht.

Zetelverdeling bewerken

Het Europees Parlement telt maximaal 751 zetels. De verdeling is degressief evenredig aan de bevolkingen van de lidstaten, zodat kleinere lidstaten meer zetels krijgen dan het geval zou zijn bij een strikt evenredige vertegenwoordiging. Alle 27 lidstaten hebben afhankelijk van het inwonersaantal een vast aantal zetels. Dit loopt uiteen van 6 zetels voor Malta tot 96 voor Duitsland. Bijgevolg hebben Malta en Luxemburg tot 2019 evenveel zetels als Estland, ondanks het feit dat Estland ongeveer drie keer zoveel inwoners heeft.

Na de verkiezingen worden in elk land deze zetels verdeeld. Elk land gebruikt hierbij zijn eigen regels voor de zetelverdeling. In België heeft de Vlaamse Gemeenschap 12 zetels (Nederlands kiescollege), de Franse Gemeenschap 8 zetels (Frans kiescollege) en de Duitstalige Gemeenschap 1 zetel (Duitstalig kiescollege). Nederland kent maar één Europese kieskring die overeenstemt met het hele grondgebied.

Een ongeldige stem wordt aan geen enkele politieke partij toebedeeld. Een blanco stem wordt wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen. Een blanco stem wordt verder gezien als een ongeldige stem.

Ontwikkeling zetelaantal per lidstaat bewerken

  Sep
1952[1]
Mrt
1957[1]
Jan
1973[1]
Jun
1979
Jan
1981
Jan
1986
Jun
1994
Jan
1995
Mei
2004
Jun
2004
Jan
2007
Jun
2009
Dec
2011[2]
Jul
2013
Jul
2014
Jul
2019[3]
Feb
2020[3]
  België 10 14 14 24 24 24 25 25 25 24 24 22 22 22 21 21 21
  Duitsland 18 36 36 81 81 81 99 99 99 99 99 99 99 99 96 96 96
  Frankrijk 18 36 36 81 81 81 87 87 87 78 78 72 74 74 74 74 79
  Italië 18 36 36 81 81 81 87 87 87 78 78 72 73 73 73 73 76
  Luxemburg 4 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
  Nederland 10 14 14 25 25 25 31 31 31 27 27 25 26 26 26 26 29
  Denemarken     10 16 16 16 16 16 16 14 14 13 13 13 13 13 14
  Ierland     10 15 15 15 15 15 15 13 13 12 12 12 11 11 13
  Verenigd Koninkrijk     36 81 81 81 87 87 87 78 78 72 73 73 73 73 -
  Griekenland         24 24 25 25 25 24 24 22 22 22 21 21 21
  Portugal           24 25 25 25 24 24 22 22 22 21 21 21
  Spanje           60 64 64 64 54 54 50 54 54 54 54 59
  Zweden               22 22 19 19 18 20 20 20 20 21
  Finland               16 16 14 14 13 13 13 13 13 14
  Oostenrijk               21 21 18 18 17 19 19 18 18 19
  Cyprus                 6 6 6 6 6 6 6 6 6
  Estland                 6 6 6 6 6 6 6 6 7
  Hongarije                 24 24 24 22 22 22 21 21 21
  Letland                 9 9 9 8 9 9 8 8 8
  Litouwen                 13 13 13 12 12 12 11 11 11
  Malta                 5 5 5 5 6 6 6 6 6
  Polen                 54 54 54 50 51 51 51 51 52
  Slovenië                 7 7 7 7 8 8 8 8 8
  Slowakije                 14 14 14 13 13 13 13 13 14
  Tsjechië                 24 24 24 22 22 22 21 21 21
  Bulgarije                     18 18 18 18 17 17 17
  Roemenië                     35 33 33 33 32 32 33
  Kroatië                         12 11 11 12
totaal 78 142 198 410 434 518 567 626 788 732 785 736 754 766 751 751 705

Fractie in het Europees Parlement bewerken

Hoewel de parlementariërs per land worden gekozen, kunnen zij een fractie in het Europees Parlement gaan vormen. Zo'n Europese fractie moet ten minste 25 afgevaardigden tellen uit minimaal een kwart van de lidstaten, anders geldt zij niet als een fractie, en heeft dan veel minder faciliteiten in het parlement.

Verkiezingen bewerken

Verleden bewerken

De volgende verkiezingen voor het Europees Parlement hebben plaatsgevonden:

Resultaten bewerken

PercentageEuropese Parlementsverkiezingen 2019Europese Parlementsverkiezingen 2014Europese Parlementsverkiezingen 2009Europese Parlementsverkiezingen 2004Europese Parlementsverkiezingen 1999Europese Parlementsverkiezingen 1994Europese Parlementsverkiezingen 1989Europese Parlementsverkiezingen 1984Europese Parlementsverkiezingen 1979
Verkiezingsresultaten per politieke fractie, van 1979 tot 2019.
 Links
 Groenen
 CDI of TGI
 Radicale Alliantie (Liberalen)
 EVP