Eerste Kamerverkiezingen 1960

De Eerste Kamerverkiezingen van 1960 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 3 augustus 1960.

Eerste Kamerverkiezingen 1960
Datum 3 augustus 1960
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 37
(38 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
1956 (oktober)     1963
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Bij deze verkiezingen kozen de leden van de Provinciale Staten in de kiesgroepen[1] II en IV - die op 26 maart 1958 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - 37 nieuwe leden van de Eerste Kamer.

De door de leden van Provinciale Staten uitgebrachte stemmen hadden niet alle dezelfde waarde; zij werden gewogen aan de hand van de bevolkingscijfers van de provincies.

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:


Partij Zetels +/− Zetelverdeling naar kiesgroep[1]
1956 (II) 1960 I[2][3] II[4] III[2][5] IV[6]
Katholieke Volkspartij 25 26 +1   14 5 (+1) 3 4
Partij van de Arbeid 22 23 +1   4 6 6 7 (+1)
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie  7  8 +1   1 2 2 3 (+1)
Anti-Revolutionaire Partij  8  8 0 1 3 2 2
Christelijk-Historische Unie  8  8 0 1 3 2 2
Communistische Partij van Nederland  4  2 −2   0 0 (−1) 2 0 (−1)
Staatkundig Gereformeerde Partij  1  0 −1   0 0 0 0 (−1)
Totaal 75 75 0 21 19 17 18

Gekozenen

bewerken

Bij deze verkiezingen waren 37 leden aftredend, van wie 29 herkozen werden.

Onderstaand volgen enkele bijzonderheden:

  • Harm van Riel werd gekozen op de lijst van de VVD in kiesgroep IV; hij aanvaardde deze benoeming niet omdat hij al (niet-aftredend) lid van de Eerste Kamer was voor kiesgroep III. In kiesgroep IV werd vervolgens Jo Schouwenaar-Franssen benoemd verklaard;
  • in kiesgroep IV was een loting nodig tussen vijf lijsten (twee KVP-lijsten, VVD, CHU, SGP) om vier beschikbare zetels. De SGP verloor hierdoor haar zetel in de Eerste Kamer.