Durchbruchwagen

Duitse tank

De Durchbruchwagen was een Duits prototype voor een zware tank, ontwikkeld in 1937 en 1938. Hierna werd verder onderzoek gestaakt, omdat het nieuwe project, 'de VK 30.01' veelbelovender was dan het DW-programma.

Durchbruchwagen I / II
Technische tekening van de DW I
Soort
Type Zware tank
Herkomst Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Aantal gebouwd 2
Periode 1937-1941
Bemanning 4
Lengte 5,41 m
Breedte 2,88 m
Hoogte 2,68 m
Gewicht 33 ton
Pantser en bewapening
Pantser 25-60 mm
Hoofdbewapening 75mm-kanon KwK 37 L/24
Secundaire bewapening 2× 7,92mm MG 34 machinegeweer
Motor Maybach HL 12, 12-cilinder, 280 pk
Snelheid (op wegen) 35 km/h
Rijbereik 300 km
Vering Torsiestaafvering

Achtergronden bewerken

In het begin van 1937 kwam er vanuit de Panzerwaffe vraag naar een zware tank. Deze tank moest in totaal aan dertig eisen voldoen. Het idee voor een zware tank kwam van ingenieur Ernst Kniepkamp van WaPruf 6 (Waffenprüfungsamt 6 Tank Design Bureau Heereswaffenamt), dat de ontwikkeling van de zware tanks leidde. De order werd gegeven aan de firma Henschel und sohn. Zij ontwikkelden het prototype, dat Durchbruchwagen I werd genoemd, oftewel de DW I.

Beschrijving bewerken

Als beginpunt werd er voor de zwaarste Duitse tank gekozen die op dat moment in productie was, namelijk de PzKpfw IV Ausf. A. Deze had een gewicht van 17,3 ton. Deze tank bood ook veel ruimte voor modernisering. De verticale pantserplaten op de voorkant van de tank werden verdikt naar 50mm. Ook de zijkanten werden 50mm dik. De horizontale vlakken op de bovenkant en de onderkant kregen een dikte van 20-25mm. De bestuurder zat voor in de tank. Daarachter was het gevechtscompartiment, waar er plaats was voor de commandant, de schutter en de lader. De motor werd achterin gemonteerd. Zeer waarschijnlijk was dat een 280 pk Maybach HL 120, een 12-cilinder-viertakt met vloeistofkoeling.

Doorontwikkeling bewerken

Het ontwerp van de DW I leidde tot het ontwerp van de DW II. Dit prototype was gebaseerd op de BW (VK 20.01). De koepel had frontale pantserplaten van 50mm dik. De zijkanten hadden een bepantsering van 30-50mm. Kenmerkend voor deze koepel was het hoog uitstekende commandantsluik. Deze had acht observatiespleten. De bepantsering was hetzelfde als bij de DW I. De primaire bewapening bestond uit een 7,5 cm KwK 37 L/24-kanon en de secundaire bewapening bestond uit twee 7,92mm MG 34-machinegeweren. Een was geplaatst naast het kanon en de tweede in de rechterzijde van de koepel. Het korte 75mm-kanon kon zwakkere tegenstanders, zoals de Matilda of de T-34 met gemak aan, maar het was te licht voor de KV-1 of dergelijke tanks. In principe was de tank niet bedoeld om andere tanks te bestrijden, maar om vijandelijke stellingen te bestormen en doorbreken (Durchbruchwagen betekent doorbreekvoertuig). Het chassis dat oorspronkelijk uit acht kleine wielen bestond werd gewijzigd en er kwamen vijf grotere wielen voor in de plaats. Deze waren bevestigd met individuele torsiestaafvering. Het aantal steunwielen werd verminderd naar zes stuks.

Prototypen bewerken

Het eerste prototype van de DW II werd snel geproduceerd en was eind 1937 gereed. Het voertuig werd intensief getest. De firma Krupp was verantwoordelijk voor de bewapening, maar door een fout werden deze niet geleverd. In plaats daarvan werd er ballast op geïnstalleerd met een vergelijkbaar gewicht. De tank was technisch gezien vergelijkbaar met de Pz. IV A, het had een vergelijkbare mobiliteit en een maximumsnelheid van ongeveer 35 km/h. Met de motor waren wel enkele problemen. Hierna werden er zes nieuwe voorwaarden gesteld. WaPruf. Project DW werd verbeterd en het volgende prototype werd gebouwd in 1938. In feite was het dezelfde tank als het eerste prototype, maar met een iets gewijzigde behuizing en een verbeterde motor met transmissie, de ZW 38. Ook werd er een extra lid aan de bemanning toegevoegd. Naast de bestuurder kwam een stoel voor de radioman. Het pantser werd aan de voorkant verdikt naar 60mm.

En verder bewerken

Nadat het tweede prototype was gebouwd, werd verder onderzoek gestaakt. Er werd de voorkeur gegeven aan een nieuw project dat in principe voortgekomen was uit het DW-programma, de VK 30.01. Dit project was veelbelovend. De prototypes werden echter nog niet gesloopt. Ze werden nog gebruikt voor de training van personeel, om te leren hoe er met een zware tank moet worden omgegaan. Beide modellen werden tot 1941 nog onderworpen aan tests en één model werd nog intensief gebruikt voor de ontwikkeling van de Tiger I. Beide prototypen hebben de oorlog niet overleefd, waarschijnlijk zijn zij gesloopt voor hergebruik.