Discriminant
In de algebra is de discriminant (Latijn: discriminare, onderscheiden) van een polynoom een speciale uitdrukking in de coëfficiënten die belangrijke informatie geeft over het aantal nulpunten. De discriminant is alleen dan gelijk aan nul als de polynoom een of meer meervoudige (complexe) nulpunten heeft.
De discriminant is vooral bekend uit de theorie van de vierkantsvergelijkingen, ter bepaling van de nulpunten van tweedegraadspolynomen.
Vierkantsvergelijking
bewerkenDe algemene vorm van een vierkantsvergelijking met reële coëfficiënten en is:
De discriminant is in dit geval het getal:
waarin de (complexe) wortels zijn.
De waarde van zegt iets over de oplossingsverzameling van de vergelijking:
- Als is, zijn er twee verschillende reële oplossingen en (fig.: geval A).
- Als , zijn er twee gelijke reële oplossingen (fig.: geval B).
- Als is, zijn er geen reële oplossingen van de vergelijking (fig.: geval C), er zijn wel twee geconjugeerde complexe oplossingen.
Voorbeelden
bewerkenGeval A: D > 0
bewerkenBeschouw de volgende vergelijking:
Dit is een vierkantsvergelijking met en De discriminant is dus:
De bovenstaande vergelijking heeft dus twee oplossingen, en wel en Deze kunnen worden gevonden met de wortelformule.
Geval B: D = 0
bewerkenBeschouw nu de vierkantsvergelijking:
Nu is en en . Er volgt dat De vergelijking heeft dus één (meervoudige) reële oplossing, namelijk
Geval C: D < 0
bewerkenBeschouw ten slotte de vergelijking:
Dan geldt en Er volgt dat De vergelijking heeft dus geen reële oplossingen. De vergelijking kan wel complex opgelost worden:
Derdegraadsvergelijking
bewerkenDe algemene derdegraadsvergelijking in canonieke vorm is:
De discriminant hiervan is het getal:
Als de discriminant van een dergelijke vergelijking met reële coëfficiënten strikt negatief is, heeft de vergelijking precies één reële wortel. Als de discriminant strikt positief is, precies drie verschillende reële wortels. De waarde nul komt overeen met twee samenvallende wortels, het aantal verschillende wortels is dan een of twee.
Voorbeelden
bewerkenDe volgende vergelijkingen hebben precies één reële wortel. Hun discriminanten bedragen respectievelijk en
De eerste vergelijking heeft een unieke irrationale reële wortel tussen en de tweede vergelijking heeft als enige reële wortel
De volgende vergelijkingen hebben precies drie reële wortels. Bij de eerste vergelijking zijn het de gehele getallen en bij de tweede vergelijking gaat het om irrationale wortels.
Algemene vorm
bewerkenVoor de algemene vorm:
is de discriminant:
Daarin zijn en de complexe wortels.