Dietrich Fischer-Dieskau
Dietrich Fischer-Dieskau (Berlijn, 28 mei 1925 – Berg (Starnberger See), 18 mei 2012) was een Duitse baritonzanger. Hij was gespecialiseerd in het lied, maar zong ook opera en oratoria. Hij was ook dirigent, kunstschilder en musicoloog. Hij werd door velen als een van de belangrijkste klassieke liedzangers van de tweede helft van de twintigste eeuw gezien[1] en is een van de meest opgenomen artiesten (meer dan 400 elpees en cd's).
Dietrich Fischer-Dieskau | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Dietrich Fischer-Dieskau (1970)
| ||||
Geboren | 28 mei 1925 | |||
Overleden | 18 mei 2012 | |||
Geboorteland | ![]() | |||
Jaren actief | 1948-1992 (als zanger) | |||
Stijl | Liederen, opera, oratoria | |||
Beroep(en) | Zanger, dirigent, musicoloog, kunstschilder | |||
Instrument(en) | Stem (bariton) | |||
Label(s) | EMI, Deutsche Grammophon, Orfeo, RCA, CBS, Sony | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
(en) Allmusic-profiel | ||||
|
LevensloopBewerken
Zijn carrière begon in januari 1948, toen hij – nog als student bij Hermann Weissenborn – de liederencyclus Winterreise van Schubert zong voor de radio. In hetzelfde jaar verbond hij zich aan de Städtische Oper Berlin. In 1949 maakte hij zijn eerste plaatopname: de Vier Ernste Gesänge van Brahms. Hij had gastrollen in de operahuizen van München en Wenen. Verdere mijlpalen waren in 1951 de Lieder eines fahrenden Gesellen van Mahler bij de Salzburger Festspiele onder leiding van Wilhelm Furtwängler en in hetzelfde jaar zijn debuut op het festival van Edinburgh. In 1952 maakte hij zijn eerste tournee in de Verenigde Staten. In 1954 had hij zijn eerste optreden bij de Bayreuther Festspiele. Hij zong samen met Anneliese Rothenberger, Elisabeth Schwarzkopf en vele anderen. Tot zijn begeleiders behoorden Gerald Moore en Jörg Demus, en ook maakte hij opnamen met Svjatoslav Richter, Murray Perahia, Alfred Brendel en Daniel Barenboim.
In 1983 werd Fischer-Dieskau professor aan de Hochschule der Künste in Berlijn. Op 31 december 1992 sloot hij op een oudejaarsavondgala in München zijn zangcarrière af met de fuga "Tutto nel mondo è burla" uit Verdi's opera Falstaff.
De musicus was eredoctor aan de universiteiten van Oxford, Yale, Parijs (Sorbonne) en Heidelberg.
PersoonlijkBewerken
In 1949 trouwde Fischer-Dieskau met de celliste Irmgard Poppen. Zij stierf in 1963 bij de geboorte van hun derde zoon. Daarna was hij kort getrouwd met de toneelspeelster Ruth Leuwerik. In 1977 trouwde hij met de sopraan en zangpedagoge Júlia Várady.
Prijzen en onderscheidingen (selectie)Bewerken
- 1958: Bundesverdienstkreuz I. Klasse
- 1962: Mozart-Medaille, Wien
- 1974: Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland
- 1980: Ernst von Siemens Muziekprijs
- 1984: Beierse Maximiliaansorde voor Wetenschap en Kunst
- 1984: Pour le Mérite
- 1987: Robert Schumann Prijs van de stad Zwickau
- 1988: Ernst von Siemens Muziekprijs
- 1994: Wilhelm Pits Preis, Bayreuth
- 2000: Ereburgerschap van Berlijn
- 2002: Praemium Imperiale voor zijn levenswerk
- 2005: Polar Music Prize
- 2008: Hugo Wolf Medaille
- Diverse onderscheidingen voor zijn grammofoonplaatopnamen, waaronder zes Grammy Awards
MuziekfragmentBewerken
Dietrich Fischer-Dieskau zingt "Nun seh' ich wohl, warum so dunkle Flammen" uit Mahlers liederencyclus Kindertotenlieder met de Berliner Philharmoniker o.l.v. Rudolf Kempe (1955).
Nun seh' ich wohl, warum so dunkle Flammen (download·info) |
Externe linksBewerken
- (en) Dietrich Fischer-Dieskau in de database van allmusic
- (en) Dietrich Fischer-Dieskau in de Internet Movie Database
- (de) (en) Onofficiële website
- (de) Interview met Dietrich Fischer-Dieskau[dode link] in muziektijdschrift crescendo in 2007
Bronnen, noten en/of referenties
|