Dekolonisatie van Afrika

De dekolonisatie van Afrika, welke plaatsvond in de decennia direct na de Tweede Wereldoorlog, is een belangrijke periode in de geschiedenis van Afrika, waarin de landen die tot dusver kolonies waren van Europese grootmachten zelfstandig werden. Veruit de meeste dekolonisaties vonden plaats in het jaar 1960, waardoor dit jaar ook wel Het jaar van Afrika genoemd wordt.

Volgorde van dekolonisatie van Afrikaanse landen

Achtergrond bewerken

Met uitzondering van enkele landen als Liberia en Ethiopië bestond Afrika in 1945 vrijwel geheel uit kolonies. De Europese koloniale mogendheden kwamen echter verzwakt uit de Tweede Wereldoorlog. De twee belangrijkste overwinnaars, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie (de nieuwe grootmachten in wording) waren tegen het koloniale systeem gekant. Deze ontwikkeling droeg ertoe bij dat het merendeel van de Afrikaanse koloniën onafhankelijk werd in de periode die op de Tweede Wereldoorlog volgde.

Volgorde van de dekolonisatie bewerken

Libië werd in 1951 onafhankelijk van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk

In 1952 werd Eritrea deel van Ethiopië (Libië en Eritrea waren beide voormalige Italiaanse koloniën die als trustgebied van de VN werden bestuurd).

Tussen 1955 en 1960 volgden Soedan, Marokko, Tunesië, Ghana en Guinee.

In 1960 werden de volgende Afrikaanse koloniën onafhankelijk:

Eveneens in 1960 hield Harold Macmillan, minister-president van het Verenigd Koninkrijk, na een tournee door Afrika in Ghana en Zuid-Afrika zijn bekende Wind of Change-speech, waarin hij zijn steun uitsprak voor de dekolonisatie van Afrika en opriep tot het afschaffen van het apartheidsbewind in Zuid-Afrika.

Huidige niet-soevereine territoria bewerken

Zie ook bewerken