De stalen bloempot
De stalen bloempot is het zeventiende stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het werd geschreven en getekend door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 16 mei 1950 tot en met 22 september 1950.
De stalen bloempot | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske | |||
Volgnummer | 17, VK 145 | |||
Scenario | Willy Vandersteen | |||
Tekeningen | Willy Vandersteen | |||
Eerste druk | 1951 | |||
Lijst van verhalen van Suske en Wiske | ||||
|
Het verhaal vormt in de serie een eerste vervolg op Het eiland Amoras (1947).
De eerste albumuitgave was in 1951, op dat moment in de Vlaamse ongekleurde reeks met nummer 11. In 1973 werd De stalen bloempot heruitgebracht in de Vierkleurenreeks, nu als nummer 145. In 1994 verscheen de geheel oorspronkelijke versie opnieuw in Suske en Wiske Klassiek.
Locaties
bewerkenPersonages
bewerken- Suske, Wiske met Schanulleke, tante Sidonia, Lambik, Sluiswachter van sluis 17, de Stalen Bloempotten, Farajilde, Isabella, stadhouder Alowisius Blaaskop, Kanegem (alchimist van stadhouder Blaaskop), Jef Blaaskop, Dokus Blaaskop, de Vetten en de Mageren
Uitvindingen
bewerkenHet verhaal
bewerkenLambik ziet in zijn tuin een geheimzinnige persoon met op zijn hoofd een omgekeerde stalen bloempot. Deze vermomde persoon blijkt deel uit te maken van een geheimzinnige bende waarvan de leden allemaal zo'n bloempot op hun hoofd hebben. Als Lambik even later gaat vissen met Suske en Wiske, zien de twee kinderen bij de rivier een boot met zeewier. Ze besluiten na te gaan of dit schip op zee is geweest. De bendeleden lokken Wiske aan boord, waarna ze gevangengenomen wordt. Suske schiet te hulp, maar wordt ook overmeesterd. Lambik is zo afgeleid door het vissen dat hij niet meteen merkt wat er is gebeurd. Later laat hij de sluiswachter, die de sluis echter niet meer kan sluiten om de ontvoerder tegen te houden, tante Sidonia waarschuwen. Hij raakt bewusteloos als hij op het dek belandt. Tante Sidonia vertrekt meteen met de gyronef als ze hoort dat de kinderen zijn ontvoerd. Als Lambik bijkomt, raakt hij slaags met een van de leden van de stalen-bloempot-bende. Hij ziet nu ook een middeleeuws galjoen.
Ze gaan allen aan boord van het galjoen, waar ze horen dat Suske koning van Amoras zal worden. De bendeleden willen Wiske echter van boord gooien, omdat zij eerder koningin van Amoras was. Lambik weet dit laatste te voorkomen, maar de vrienden worden nu allen gevangengezet. Om de anderen te redden, besluit Suske daarop het ambt van koning te aanvaarden. Hij weet echter niet dat er een bom aan boord is van het bootje waarop Lambik en Wiske moeten vertrekken. De boot ontploft en Lambik en Wiske ontsnappen ternauwernood aan een zwaardvis. Tante Sidonia weet hen op te pikken met de gyronef. Ze vliegen naar Amoras en zien daar de haven en Het Steen. Ook kunnen ze Suske van het galjoen oppikken.
Doordat ze zonder benzine zijn komen te zitten, zijn de vrienden gedwongen om met de gyronef op Amoras te landen. Suske en Wiske gaan de stad in om kennis te maken met de sfeer op het eiland. Ze ontmoeten de stadhouder Alowisius Blaaskop. Even later wordt deze man door een onbekende neergeschoten bij het standbeeld van Sus Antigoon, waarna hij naar Het Steen wordt gebracht. De bevolking verdenkt de "stalen-bloempotten-bende" ervan achter deze aanslag te zitten, de stadhouder wilde de volgende dag namelijk juist zijn Plan presenteren.
Suske wordt gevangengenomen door de stalen bloempotten en de anderen worden bij de stadhouder gebracht. Die vertelt dat de bevolking van het eiland genoeg geld heeft, omdat de belasting al lang geleden is afgeschaft. Het geld dat het volk te veel had is in een kas gestort en de stadhouder moest hier iets mee doen om dank te tonen aan de hemel. Hij vatte het plan op om de kathedraal van Antwerpen (De Onze-lieve-vrouwentoren) op het eiland na te bouwen. De vrienden beginnen meteen een campagne, maar Suske is nergens te vinden.
Suske wordt zonder dat zijn vrienden het weten bij de hoofdman van de stalen-bloempot-bende gebracht. Die vertelt hem dat ze voorheen parlementsleden, ministers, senatoren en volksvertegenwoordigers waren. In plaats van een kathedraal wil de stalen-bloempot-bende de toren van Babbellar bouwen, want zij zijn van mening dat de rijkdom van het eiland is te danken aan hun urenlange gepraat. De toren moet net als de geplande kathedraal tot aan de hemel of verder rijken. Suske wil deze heidense onzin niet, want de bevolking van Amoras leeft naar Vlaamse tradities. De samenzweerders willen van hun kant geen koning die hen niet gehoorzaamt, dus daarmee "tekent" Suske zijn doodvonnis. Hij wordt diep in de kerkers strak vastgebonden onder een valbijl aan een touw met brandende kaars.
Lambik en Wiske vinden even later de ondergrondse schuilplaats van de stalen bloempotten. Dankzij gestold kaarsvet dat de bijl tegenhield, is Suske aan de dood ontsnapt. Ze bevrijden hem en gaan snel naar de stad. Suske bestijgt nu de troon, en het Plan wordt alsnog aangenomen door de bevolking. Lambik – die vroeger metselaar was – wordt als bouwmeester aangesteld, maar wordt dan geraakt door een siersteen die expres door een man van een bouwsteiger wordt gestoten.
Kanegem probeert een nieuwe toverdrank uit, de Aqua Agrandirus, om Lambik te genezen. Dit pakt verkeerd uit en hierdoor krijgt Lambik een zeer lange nek. Wiske voorkomt een nieuwe aanslag op Lambik en tante Sidonia onderschept een briefje. Het is gericht aan de stalen-bloempot-bende en getekend door Alowisius Blaaskop. Suske en Wiske zien hem ’s nachts op het strand aan boord gaan van een bootje. Wiske ontdekt buskruit op het strand. Ze waarschuwt Lambik en samen controleren ze de in aanbouw zijnde kathedraal. Dan is er een zware ontploffing in de haven, waardoor geen enkele boot meer kan uitvaren. De bouw van de kathedraal komt nu helemaal stil te liggen.
Suske wacht de stadhouder op op het strand en gaat met hem mee naar huis. Daar loopt hij in een hinderlaag van de stalen-bloempot-bende, maar hij kan ontsnappen met hulp van tante Sidonia. Lambik en Wiske zoeken Suske op het strand en vinden een bootje waarmee ze naar een klein eilandje voor de kust varen. Op het eiland staat een toren zonder ramen en deuren. Als Lambik van de toren valt, komt Kanegem naar hem toe met de bedoeling hem te doden. Wiske overmeestert Kanegem en samen binden ze hem vast. Op het dak zien ze de stadhouder in de toren op een bed en Wiske vaart terug naar Amoras. Als ze het verhaal aan Suske vertelt, blijkt dat ze in werkelijkheid niet de stadhouder zelf op het spoor zijn maar Dokus Blaaskop, de tweelingbroer van Alowisius. De echte stadhouder zit al enige tijd in een kerker opgesloten. Uiteindelijk weet hij toch te ontsnappen en wordt door een galjoen opgepikt uit zee.
Lambik komt na een gevecht met de stalen-bloempot-bende via een geheime deur in de "toren van de derde man" terecht. Daar ziet hij een geheimzinnige gestalte, die er met de slapende Blaaskop vandoor gaat. Terug op Amoras vragen de vrienden zich af wie deze derde man kan zijn, maar de geblokkeerde haven heeft voorrang. Dan besluiten ze het materiaal voor de bouw van de kathedraal per gyronef te halen en er wordt een luchtbrug opgezet. Maar de gyronef kan geen hout vervoeren, waarop Lambik besluit de masten van de schepen hiervoor te gebruiken. Dan wordt op zee Kanegem gevonden: hij liep al dagen in een duikklok rond nadat hij vluchtte voor de stalen bloempotten. Dan wordt Kanegem ontvoerd door de derde man en door hem naar het galjoen gebracht. Samen met de Derde weet hij Dokus Blaaskop te verslaan en van boord te smokkelen.
Lambik heeft intussen erge kiespijn en wordt ’s nachts door Wiske naar de tandarts gebracht; het blijkt Jef Blaaskop te zijn, een oude bekende. Wiske snapt nu dat Jef Blaaskop ook de Derde Man is. Jef vertelt nu de voorgeschiedenis: Alowisius leefde deugdzaam en werd stadhouder, maar Dokus is een anarchist die de leider werd van de stalen-bloempot-bende. Jef ontvoerde zijn beide broers, met de bedoeling ook van Dokus een goed mens maken dankzij het drankje van Kanegem, Aqua Amelioratas. Doordat Dokus na een gevecht met Lambik een litteken heeft, is hij van zijn tweelingbroer te onderscheiden.
Dan begint het bombardement vanaf het galjoen op Amoras. Kanegem weet het slechte karakter van Dokus nog op tijd te bezweren. De drie broers verzoenen zich nu. Lambik gaat naar de kathedraal, die door dynamiet is ondermijnd en even later ontploft. Lambik overleeft dit, waarna de kathedraal wordt hersteld en eindelijk afgebouwd. De vrienden keren nu gezamenlijk terug naar huis.
Achtergronden bij het verhaal
bewerken- Schanulleke wordt in dit album nog Schalulleke genoemd, dit is de Belgische benaming en betekent lente-ui. De naam van het popje is in het album officieel Schanulleke geworden, deze naam was in Nederland ook acceptabel.
- De stalen bloempotten gebruiken de leus “Bij Babbellar” en willen de toren van Babbellar bouwen, een hulde aan het gebabbel. Hiermee wordt verwezen naar de toren van Babel.
- Een groot deel van de plot over de terugkeer van de echte en ware koning van Amoras, is een allusie op de destijds actuele koningskwestie rond Leopold III.[b]
- Net als in sommige andere verhalen uit de serie wordt er ook een toespeling gemaakt op de legende van Sint-Maarten; wanneer Suske en Wiske hun eerste ontmoeting met de stadhouder Alowisius hebben, snijdt die een deel van zijn mantel voor hen af.[1]
- Als cliffhanger eindigt de scène waarin Suske dreigt te worden geëxecuteerd met de woorden "...dan is Suske dood...", waarna in het volgende plaatje wordt uitgelegd dat hier sprake was van ruimtegebrek in de tekstbalk en er iets anders wordt bedoeld.[2]
Uitgaven
bewerkenPublicaties | ||||
---|---|---|---|---|
Krant of tijdschrift | Nummer | Publicatiedatum | Voorganger | Opvolger |
De Standaard / Het Nieuwsblad | 14 | 16 mei 1950 - 22 september 1950 | De stierentemmer | Het zingende nijlpaard |
Revue | 2 | 24 december 1955 - 8 september 1956 | De sterrenplukkers | De lachende wolf |
Albumuitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks of collectie | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger |
Vlaamse ongekleurde reeks | 11 | 1951 | De stierentemmer | Het zingende nijlpaard |
Vierkleurenreeks | 145 | september 1973 | Lambiorix | De sterrenplukkers |
Suske en Wiske Collectie | 20 | 1987 | ||
Rode plus reeks 1 | 145 plus | 1988 | De malle mergpijp | De sterrenplukkers |
Blauwe plus reeks | 145 | 1988 | De malle mergpijp | De sterrenplukkers |
Rode klassiek reeks | 15 | 17 november 1994 | De stierentemmer | Het zingende nijlpaard |
Originele Verhalen | 5 | 2000 | ||
Uitgave VUM-groep | 11 | 15 april 2005 | De stierentemmer | Het zingende nijlpaard |
Uitgave voor Shell | 8 | 30 november 2005 | Bibbergoud | De sissende sampan |
Witte reeks | 14 | 12 juni 2018 | Prinses Zagemeel | De bokkenrijders |
Anderstalige uitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Taal | Reekstitel | Albumtitel | Datum | Opmerkingen |
Frans | Bob et Bobette | Le pot aux roses | september 1973 | Vierkleuren Reeks |
Engels | Willy and Wanda | The iron flowerpotters | 1977 | Amerikaanse Reeks |
Externe link
bewerken- ↑ Zie Het eiland Amoras
- ↑ Leopold III werd destijds verdacht van collaboratie met de nazi's. De Vlamingen en de christendemocraten waren grotendeels vóór zijn terugkeer, de Walen en de socialisten waren grotendeels tégen. Men kon hier destijds ook over stemmen: "JA voor de terugkeer" en "NEE tegen de terugkeer." Vandersteen kiest in dit album partij vóór de terugkeer van de koning. De Stalen Bloempotten willen niet dat "de koning terugkomt". In de oorspronkelijke openingsstrook van het verhaal liet Lambik vanuit het vliegtuig een spandoek ontrollen met "JA, morgen begint ons nieuw avontuur: "De Stalen Bloempot!"". Wiske merkt hierna op: "Zou dat OOK zo lang duren, Lambik?". Een groot deel van deze al te expliciete politieke verwijzingen werden later uit het album verwijderd
Referenties
- ↑ K. Maas, Sint Maarten in Suske en Wiske verhalen. De Perfecte Podcast (9 november 2023). Geraadpleegd op 10 februari 2024.
- ↑ De stalen bloempot op Google Books