Daalderop

metaalwarenfabriek in Tiel

Daalderop is een voormalig metaalwarenbedrijf te Tiel.

Daalderop
Logo
Slijpstenen in de Daalderop-fabriek (jaar onbekend)
Oprichting 1880
Oprichter(s) J.N. Daalderop
Hoofdkantoor Tiel
Sector metaalwarenbedrijf
Website Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Economie
Blank metalen koffiepot
Elektrische boiler KMD Daalderop (ca. 1964)

Geschiedenis bewerken

Het bedrijf werd opgericht in 1880 door J.N. Daalderop. Men vervaardigde huishoudelijke artikelen in de stijl van de nieuwe kunst, een strakke variant van de jugendstil. Het betrof serviezen, potten en schalen, ketels, en petroleum- en gaslampen. De belangrijkste ontwerper was Meine Huisenga, die tot het begin van de Tweede Wereldoorlog voor het bedrijf actief zou blijven. Ook Klaas van Aken werkte korte tijd als ontwerper bij Daalderop.

De producten werden ook geëxporteerd en het bedrijf groeide. In 1914 telde het 359 medewerkers. In 1917 werd de onderneming omgezet in een nv, de Koninklijke Metaalwarenfabriek voorheen J.N. Daalderop en Zonen. Rond deze tijd kwamen huishoudelijke elektrische toestellen in gebruik die Daalderop toevoegde aan het productieassortiment. Dit begon met een elektrisch verwarmd scheerbakje, en al spoedig werden ook boilers vervaardigd. De stijl van de producten evolueerde naar die van art deco en de Amsterdamse School. Eind jaren 30 van de 20e eeuw telde het bedrijf ongeveer duizend medewerkers en het was daarmee een van de grootste werkgevers van Tiel. Het familiebedrijf stond onder de onbetwiste leiding van Johan Daalderop (1883-1961).

Groei & krimp bewerken

De Tweede Wereldoorlog betekende een tijdelijke terugslag: plundering van inventaris door de Duitse bezetter, vernieling van het bedrijfsgebouw door geallieerd vuur. Er volgde een nieuwe bloeiperiode, in 1946 waren er al weer 525 personen werkzaam. Het bedrijf omvatte vrijwel alle facetten van de lichtmetaalbewerking, met een eigen stempel- en gereedschapmakerij, stamperij, forceerderij, plaatwerkerij, metaaldraaierij, koper- en tingieterij, polijsterij en slijperij, galvaniseerderij en lakspuiterij en tot slot de montage-afdeling. Producten: koperen en tinnen artikelen naast o.a. gascilinders en jerrycans, verlichtingsartikelen, elektrische verwarmingsapparaten en heetwaterreservoirs, naast toelevering aan derden, personeelsomvang midden jaren vijftig ruim 1000. In 1957 kwam de dubbelwandige theepot Doroté op de markt, die een theemuts overbodig maakte. Het koffiezetapparaat Presto, sinds 1962 in licentie van een Amerikaans bedrijf vervaardigd, was een succes. Een specialiteit van het bedrijf bleef de vervaardiging van tinnen producten.

In 1961 werd nog een apart filiaal te Wijchen (plaats) geopend, waar Daalderop reeds midden jaren vijftig actief was. Maar zoals veel productiebedrijven kreeg ook Daalderop het in de jaren zestig moeilijk. In 1969 fuseerde het familiebedrijf met een ander familiebedrijf in een deels verwante sector, Etna. Het fusiebedrijf werd vervolgens overgenomen door Internatio-Müller. In de jaren 70 volgden werktijdverkorting en massaontslagen, met name de tinproductie (waarvan de helft werd geëxporteerd naar de VS) stond onder druk, Deze werd naast die van huishoudelijke voorwerpen dan ook beëindigd in de jaren 80, men concentreerde zich op verwarmingsapparatuur, met name boilers. In 1981 werden 90 van de 463 werknemers ontslagen en het bedrijf kromp verder in. Er werkte nu nog slechts een honderdtal mensen. In 1989 verkocht Internatio-Müller Daalderop (waar nog 80 mensen werkten) aan het Ierse Unidare plc.

Vanaf 2005 bewerken

In 2005 verhuisde het bedrijf van de Binnenhoek naar het bedrijventerrein Medel, waar het is gevestigd aan de Lingewei. Het terrein aan de Binnenheuvel werd herontwikkeld voor woningbouw. Daalderop ging in 2011 een samenwerkingsverband aan met het in Etten-Leur en Schiedam gevestigde Itho en sindsdien is de naam Itho Daalderop. Sinds 2015 vormen Itho Daalderop en Klimaatgarant samen de CFL Holding.

Bronnen bewerken

Nadja Jansma, 'Johan Daalderop', Nederlandse ondernemers 1850-1950 Gelderland Utrecht (Zutphen 2010), 60-65 ISBN 9789057306877