Cornelis Zillesen

Nederlands econoom (1735-1826)

Cornelis Zillesen (Den Haag, gedoopt 26 december 1735[1] - Rotterdam, 25 maart 1828[2]) was een Nederlands belastingambtenaar, schrijver, landmeter en uitvinder, die heeft geschreven over staatshuishoudkunde, overheidsfinanciën, waterstaat, en vaderlandse geschiedenis.[3]

Cornelis Zillesen
Algemene informatie
Pseudoniem(en) Philaletus Batavus
Geboren ged. 26 december 1735
Geboorteplaats Den Haag
Overleden 25 maart 1828
Overlijdensplaats Rotterdam
Land Nederland
Beroep Landmeter, historicus
Werk
Bekende werken Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden (1798-1802)
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Geschiedenis

Levensloop bewerken

Zilessen werd in 1735 geboren als zoon van Adam Zillesen en Maria Ernen of Ernst.[4] Hij vestigde zich rond 1760 in Schoonhoven, waar hij belastinggaarder was,[5] belast met de inning van accijnzen, imposten en pachten. Na 1780 vervulde hij deze functie nog enige jaren in Schiedam. In die tijd maakte hij naam als schrijver met een serie van zes boeken over de opkomst, het verval en herstel der Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden,[6] uitgegeven van 1781 tot 1783.

 
Prent van de dijkdoorbraak van de Waal bij Doornik, ter hoogte van Nijmegen, uit de door Zillesen geschreven Beschrijving van de watersnood van 't jaar 1799, Amsterdam, 1800

In Schiedam werd hij een van de aanvoerders van de patriotten. Na een machtswisseling werd hij verbannen en zwierf hij zeven jaar door de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk.[3] In die tijd schreef hij het traktaat De eer van het Patriottismus, der Zeven Vereenigde Gewesten verdeedigd onder het pseudoniem Philaletus Batavus.

Na de Bataafse Omwenteling vestigde Zillesen zich in Utrecht als landmeter, waarbij hij tevens secretaris werd van de zogenaamde 'hoofdclub der Patriotten in Nederland'. In die tijd ontwikkelde hij waterbouwkundige apparaten, zoals een waterpassing voor geheel Nederland, een plan tot het droogmalen van veenplassen en een plan voor een watermolen met twee staande schepraderen. Een voorstel tot ontwikkeling van een soort watermolen, aangeduid als "Ontwerp van eene twee hoog opmaling van het Water" werd besproken op 22 augustus 1797 in de Nationale vergadering van de Bataafse Republiek (het toenmalig parlement).[7] Zijn ontwerp voor de schepradmolen werd echter door een commissie van deskundigen (Brunings, Blanken en Goudriaan) vernietigend beoordeeld: “onkunde in de theorie, onbedrevenheid in den calcul, en een totaal gemis der noodige kennis van de constructie der gewone molens”.[8]

Ondanks dit vernietigende oordeel was er voor ander werk veel respect. Hij heeft veel aandacht besteed aan het probleem van overstromingen door ijsdammen. In 1821 stelde hij voor om via afstroomopeningen te zorgen dat de waterstanden in rivieren niet boven een bepaald noodpeil uitkwamen, zodat er geen (ongecontroleerde) overstromingen plaats vonden. Dit idee van noodpeilen werd ondersteund door Jan Blanken, die deze peilen als basis voor het waarnemen van rivierwaterstanden en dijkhoogten wilde gebruiken. Adriaan Goudriaan vond echter dat dergelijke metingen ten opzichte van een landelijk referentiepeil uitgevoerd moesten worden, waarvoor hij het Amsterdams Peil voorstelde. Deze onenigheid was een van de redenen voor het conflict tussen Blanken en Goudriaan.

Tevens ontwierp Zillesen een belastingplan voor het op orde krijgen van de financiën van de Bataafse Republiek. In 1800 vestigde hij zich in Rotterdam, waar hij bleef wonen en werken. In de eerste decennia van de negentiende eeuw publiceerde hij plannen op het gebied van waterstaat, overheidsfinanciën en staatshuishoudkunde.

Zijn wetenschappelijke arbeid werd door vakgenoten gewaardeerd. Zo werd hij onder meer in 1771 door de Hollandsche Maatschappij der Weetenschappen in Haarlem onderscheiden met een gouden medaille voor beantwoording van de (prijs)vraag betreffende de natuurlijke gesteldheid van de Nederlandse rivieren.[9] Naast de medaille werd een ereprijs toegewezen van 100 gouden dukaten.[10] In 1783 werd hij benoemd tot lid van deze Hollandsche maatschappij der wetenschappen en in 1823 tot lid van het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte in Rotterdam.

Zillesen trouwde in 1760 in Rhenen met Lidia Maria Cornelia Boon.[4] Hij overleed in maart 1828 in zijn woonplaats Rotterdam. Volgens de vermelding in zijn overlijdensakte was hij toen 92 jaar en 3 maanden oud.[2]

Publicaties (selectie) bewerken

 
Boekinleg van De eer van het Patriottismus, 1792.

Over het werk van Zillesen bewerken

Over de publicaties van Zillesen is in zijn eigen tijd al veel geschreven. Een selectie:[12]:

  • 1781. "Onderzoek der oorzaaken van de opkomst, het verval en herstel der voornaamste oude en hedendaagsche Volken. Door C. Zillesen. I. Deel. Te Utrecht, by G.v.d. Brink, Jansz. 1781. Behalven het Voorwerk 283 bladz. In gr. octavo." In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781.[13]
  • 1786. "Aanmerkingen op het Leydsche Ontwerp der Gewapende Corpsen in Holland, door corn. Zillesen, Lid van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem. Te Haarlem, by C. van der Aa, 1786. In gr. 8vo. 59 bladz.De Eer en het Recht van Hollands Inwooners verdeedigd tegen de Aanmerkingen van den Heer c. zillesen, op het Ontwerp der Gewapende Corpsen in Hollandt, om de Republiek van binnen gelukkig en van buiten geducht te maaken, door demofilus, Schryver van het Zakboekje van Neêrlands Folk. Te Dordrecht, by H. de Haas, 1786. In gr. 8vo. 28 bladz." In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786[14]
  • 1789. "Finantieel Betoog, om in de tegenwoordige omstandigheden, zonder buitengewoone Geldheffing, het noodige Geld voor de Bataafsche Republiek te vinden. Door C. Zillesen. Te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1798. In gr. 8vo. 38 bl.’ In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798"[15]

Vernoeming bewerken

In het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg is in de 21e eeuw een straat naar hem vernoemd: de Cornelis Zillesenlaan.

Externe links bewerken

Zie de categorie Cornelis Zillesen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.