Charles-Honoré Pecsteen

vooraanstaand lid van de bestendige deputatie van West-Vlaanderen

Charles-Honoré Pecsteen (Maldegem, 25 januari 1789 - Sint-Andries, 12 augustus 1873), ook genaamd Pecsteen de Lampreel, was een vooraanstaand lid van de bestendige deputatie van West-Vlaanderen.

Familie bewerken

Charles Honoré Philippe Louis Pecsteen was de jongste zoon van Philippe Pecsteen (1726-1794) en Philippine Antheunis.

Hij trouwde met Anne-Jeanne de Lampreel (Brugge 26 augustus 1793 - 12 juni 1861), dochter van Bernard de Lampreel, advocaat bij de Raad van Vlaanderen en van Jeanne van de Walle. Het echtpaar kreeg drie dochters, waarvan alleen Ida Pecsteen (1829-1897) trouwde. Haar man was baron Camille Rotsart de Hertaing, die de titel erfde van zijn schoonvader. Hun zoon was Paul Rotsart de Hertaing die burgemeester werd van Sint-Andries, en Het Forreyst bewoonde.

In 1822 werd Charles-Honoré ingelijfd in de adel, in 1845 ontving hij de titel van baron en in 1856 kreeg hij vergunning om deze titel aan zijn schoonzoon door te geven. Met hem en zijn dochter stierf deze tak van de Pecsteens uit.

Levensloop bewerken

Pecsteen volbracht zijn middelbare studies bij de jezuïeten in het Collège de Saint-Acheul en behaalde zijn licentiaat in de rechten in 1813 aan de Universiteit van Parijs. Datzelfde jaar werd hij burgemeester van Maldegem en secretaris van de Burgerlijke godshuizen in Brugge.

Onder het Verenigd koninkrijk der Nederlanden werd hij privésecretaris van de gouverneur van West-Vlaanderen en gemeenteraadslid van Brugge. Hij werd ook lid van de provinciale staten, als vertegenwoordiger van de landelijke stand, van 1821 tot in 1836. Van 1823 tot 1836 was hij lid van de gedeputeerde staten.

Bij de eerste verkiezingen van de provincieraad in 1836 volgens het nieuwe Belgische wetboek, werd hij provincieraadslid en bestendig afgevaardigde. Hij bleef député tot in 1852 en raadslid tot in 1857. Van 1845 tot 1857 was hij daarenboven ook voorzitter van de provincieraad.

Door historici wordt hij beschouwd als een van de meest invloedrijke politici in Brugge en West-Vlaanderen tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw. Hij behoorde tot de katholieke partij.

Pecsteen was lid (1819) en proost (1843) van de Edele Confrérie van het Heilig Bloed. Hij woonde in het kasteel Het Forreyst op Sint-Andries, dat na hem bewoond werd door het echtpaar Rotsart-Pecsteen.

In 1829 nam hij deel aan het Constitutioneel Banket dat in Brugge werd gehouden in protest tegen de politiek van koning Willem I.

Literatuur bewerken

  • Frank SIMON, Reacties van de Bruggelingen tijdens het Voorlopig Bewind en de eerste jaren van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, 1814-1820, licentiazatsverhandeling (onuitgegeven), Rijksuniversiteit Gent, 1965.
  • Romain VAN EENOO, Partijvorming en politieke strekkingen bij de cijnskiezers te Brugge (1830-1893), doctoraatsverhandeling (onuitgegeven), Universiteit Gent, 1968.
  • S. DE GERADON, Généalogie Pecsteen, 1972
  • Luc SCHEPENS, De provincieraad van West-Vlaanderen (1836-1921), Tielt, 1976
  • J.-L. DE PAEPE, Le Parlement belge, 1831-1894, 1996
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1996, Brussel, 1996
  • Humbert MARNIX DE SAINTE ALDEGONDE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 2011, Brussel, 2011