Breel (drijflichaam)

drijflichaam

Een breel was een drijflichaam of drijver in gebruik bij enkele vormen van zeevisserij, dat later in de vleetvisserij vervangen werd door de blaas. Een breel was een cilinderachtige drijver. De breels waren eveneens in gebruik bij de toenmalige beugvisserij. Aldaar hielden de breels de netten, of in het andere geval de beug, op de daarvoor gekozen plek in het zeewater.

Vorm bewerken

Een breel was vervaardigd van hout en ze had oorspronkelijk de vorm van een klein vaatje. Aan de Vlaardingse reder Joost Pot wordt toegeschreven dat hij de vorm van de breel heeft laten wijzigen. De tonvormige breel dreef met de buik op het wateroppervlak. Bij een ruwe zee sloegen krachtige golven met regelmaat de bodem van de breel kapot waardoor deze volliep en haar drijfvermogen kwijt raakte.

Door nu de vorm van die oorspronkelijke breel te veranderen van een cilindervorm in dat van een - eveneens van hout vervaardigde - omgekeerde kegel, nam de kwetsbaarheid van de breel af en werd de stand ervan - ook bij ruwe zee - meer stabiel. De breel, met zijn onderzijde of punt onder het wateroppervlak, werd heel toepasselijk aangeduid als puntbreel.

Literatuur bewerken

  • A. Hoogendijk Jz. - De grootvisserij op de Noordzee, 1895
  • J. Bom e.a. - Visserijmethoden, 1963
  • A.C. Ligthart - De Vlaardingers en hun haringvisserij, 1966
  • Piet Spaans - Bouweteelt, 2007