25 september 1743: anonieme verkoping bij een onbekend veilinghuis, Amsterdam, lotnr. 2, voor ƒ 370 (als ‘Een heerlyk Landſchap met Beeſten aan een Rievier, daar een Pont overvaart, door N. Berghem, van zyn beſte tyd, h. 3 v. 9 d., br. 5 v. 5 duim’) (?)

15 mei 1747: verkoping van de collectie van Adriaan Swalmius bij een onbekend veilinghuis, Rotterdam, lotnr. 11, voor ƒ 405 (als ‘Een Italiaans Landſchap, door Nicolaas Berghem, daar een Pont met Beeſten overvaart, van zyn beſte tyd’) (?)

19 juli 1809: gekocht door Yver op de verkoping van de collectie van [Bicker en Wijkersloot] bij Philippus van der Schley, Jan de Bosch, Jan Yver, Jeronimo de Vries, Theodorus Franciscus Spaan, Amsterdam, lotnr. 3, voor NLG 3.040 , voor Louis Bonaparte (1778-1846), Nederland

Handtekening linksonder:

Anoniem (1809) Catalogus der schilderijen, oudheden, enz. op het Koninklijk Museum te Amsterdam, Amsterdam: Gebroeders van Cleeff, p. 7-8, cat. nr  24, als ‘In een zeer fraai Italiaansch bergachtig Landſchap met eene Rivier doorſneden, ziet men eene Vrouw zittende op een wit Paard, zij ſchijnt in gesprek met eene andere Vrouw, over eenige lieden, welke met hun Vee in eene Pontſchuit gereed zijn over te varen; op den voorgrond een Man bij een’ beladen’ Ezel. Verder eenige Landlieden, ſtaande en liggende Koeijen, Bokken en Schapen’.

AnoniemUnknown author (1830) Aanwijzing der schilderijen, berustende op ’s Rijks Museum, te Amsterdam, [s.l.: s.n.], p. 9, cat. nr  25, als ‘In een zeer fraai italiaansch bergachtig landschap, met eene rivier doorsneden, ziet men eene vrouw zittende op een wit paard, zij schijnt in gesprek met eene andere vrouw, over eenige lieden, welke met hun vee in eene pontschuit gereed zijn over te varen; op den voorgrond een man bij een’ beladen ezel. Verder eenige landlieden, staande en liggende koeijen, bokken en schapen’.

AnoniemUnknown author (1839) Aanwijzing der schilderijen, berustende op ’s Rijks Museum te Amsterdam, [s.l.: s.n.], p. 8, cat. nr  25, als ‘In een zeer fraai Italiaansch bergachtig Landschap, met eene rivier doorsneden, ziet men eene vrouw zittende op een wit paard, zij schijnt in gesprek met eene andere vrouw, over eenige lieden, welke met hun vee in eene pontschuit gereed zijn over te varen, op den voorgrond een man bij een beladen ezel; verder eenige landlieden, staande en liggende koeijen, bokken en schapen’.