Augusta Holmès

Britse componist

Augusta (Mary Anne) Holmès (18 december 1847 - 28 januari 1903) was een Frans componiste van Ierse afkomst (haar vader was afkomstig van Youghal, Co. Cork). Aan het begin van haar carrière werkte ze onder het pseudoniem Hermann Zenta. In 1871 werd Holmès een Frans burger. Vanaf dan voegde ze het accent toe aan haar achternaam.[1] Ze schreef zelf de teksten voor het merendeel van haar liederen en oratoria. Ook schreef ze het libretto voor haar opera La Montagne Noire en de programmatische gedichten voor haar symfonische gedichten, waaronder Irlande en Andromède.

Augusta Mary Anne Holmès

Biografie bewerken

Holmès werd geboren te Parijs.[2] Hoewel ze talent had voor het pianospel, mocht ze niet gaan studeren aan het conservatorium van Parijs. Daarom ging ze privéles volgen. Haar leerkrachten waren de lokale pianiste Mademoiselle Peyronnet, de kathedraalorganist van Versailles Henri Lambert en Hyacinthe Klosé. Ze kende Franz Liszt, aan wie ze een aantal van haar vroege composities toonde. Rond 1876 werd ze een leerling van César Franck, wie ze beschouwde als haar ware leermeester.[2] Zij leidde de groep van Franck's studenten die in 1891 een bronzen medaille voor diens graf bestelden bij Auguste Rodin.)[3]

Camille Saint-Saëns schreef over Holmès in de krant Harmonie et Mélodie: "Net als kinderen hebben vrouwen geen besef van obstakels, en hun wilskracht breekt alle barrières. Mademoiselle Holmès is een vrouw, een extremist." Net zoals andere vrouwelijke componisten, waaronder Fanny Mendelssohn en Clara Schumann, publiceerde Holmès een aantal van haar vroege werken onder een mannelijk pseudoniem ("Hermann Zenta"). Dit was omdat vrouwen in de toenmalige Europese maatschappij niet serieus werden genomen als kunstenaars en er daarom van weerhouden werden om te publiceren.

Ter gelegenheid van de viering van het 100-jarige jubileum van de Franse Revolutie werd Holmès in 1889 gevraagd om een Ode triomphale te componeren voor de Exposition Universelle. Het werk vereist 1200 muzikanten. Holmès bouwde een reputatie op voor haar programmatische muziek, welke doorgaans een politieke betekenis had. Voorbeelden zijn de symfonische gedichten Irlande and Pologne.

Persoonlijk leven bewerken

 
Een portret van Holmès' dochters, Huguette, Claudine, en Helyonne, door Auguste Renoir, 1888, in het Metropolitan Museum of Art

Holmès is nooit getrouwd. Ze woonde samen met de dichter Catulle Mendès. Het koppel kreeg 5 kinderen, waaronder:[4]

  • Huguette Mendès (1871–1964)
  • Claudine Mendès (1876–1937)
  • Helyonne Mendès (1879–1955)

Holmès liet het merendeel van haar muziekmanuscripten na aan het conservatorium van Parijs.

Holmès was bevriend Camille Saint-Saëns, die aan haar zijn muziekstuk Le Rouet d'Omphale (het spinnewiel van Omphale), opdroeg, vanwege de viriliteit van Holmès.[5]

Oeuvre bewerken

 
Maurice Renaud en Lucienne Bréval in Augusta Holmès' opera, La Montagne noire.

Opera's bewerken

  • Héro et Leandre (1875) opera in 1 akte[2]
  • Lancelot du lac, opera in 3 akten (onuitgegeven)
  • La Montagne noir, opera in 4 akten (1885), Parijs, Opéra, 8 Feb 1895

Cantatas bewerken

  • Astarté, poème musical (1871, onuitgegeven)
  • Lutèce, symphonie dramatique (1877)
  • Les Argonautes, symphonie dramatique (1880)
  • Ludus pro patria, ode-symphonie (1888)
  • Au pays bleu, suite symphonique (c.1888)
  • Une Vision de Sainte Thérèse voor sopraan en orkest (c.1888)
  • Ode triomphale en l'honneur du centenaire de 1789 (1889)
  • Hymne à la paix (1890)
  • Hymne à Apollo (c.1890s)
  • La Belle au bois dormant suite lyrique (1902)
  • La Vision de la reine, cantate

Orkestwerken bewerken

  • Ouverture pour une comédie, symfonisch gedicht (before 1870)
  • Roland furieux (1876)
  • Irlande, symfonisch gedicht (1882)
  • Andromède, symfonisch gedicht (1883)
  • Pologne, symfonisch gedicht (1883)

Pianomuziek bewerken

  • Rêverie tzigane (1887)
  • Ce qu'on entendit dans la nuit de Noël (1890)
  • Ciseau d'hiver (1892)

Liederen bewerken

(Selectie)

  • Les Sept ivresses: 1. L'Amour; 2. Le Vin; 3. La Gloire; 4. La Haine; 5. Le Rêve; 6. Le Désir; 7. L'Or (1882)
  • Trois Chansons populaires: 1. Mignonne; 2. Les Trois pages; 3. La Princesse (1883)
  • Noël: Trois anges sont venus ce soir (1884)
  • En Chemin (1886)
  • Hymne à Eros (1886)
  • Fleur de neige (1887)
  • La Chanson de gas d'Irlande (1891)
  • Berceuse (1892)
  • Contes divines (1892-5): 1. L'Aubepine de Saint Patrick (1892); 2. Les Lys bleus (1892); 3. Le Chemin de ciel (1893); 4. La Belle Madeleine (1893); 5. La Légende de Saint Amour (1893); 6. Les Moutons des anges (1895)
  • Noël d'Irlande (1896)

Bibliografie bewerken

  • Rollo Myers: "Augusta Holmès: A Meteoric Career", in: The Musical Quarterly 53 (1967) 3, pp. 365–76
  • Gérard Geffen: Augusta Holmès, l'outrancière (Parijs: P. Belfond, 1987) ISBN 2-7144-2153-9
  • Karen Henson: "In the House of Disillusion: Augusta Holmès and La Montagne noir", in: Cambridge Opera Journal 9 (1997) 3, pp. 232–62
  • Michèle Friang: Augusta Holmès ou la gloire interdite (Parijs: Éditions Autrement, 2003) ISBN 2746702983
  • Nicole K. Strohmann: Gattung, Geschlecht und Gesellschaft im Frankreich des ausgehenden 19. Jahrhunderts: Studien zur Dichterkomponistin Augusta Holmès (Hildesheim: Georg Olms, 2012) ISBN 978-3-487-14701-7
  • Mariateresa Storino: "Chère Illustre": Franz Liszt ad Augusta Holmès, in: "Quaderni dell'Istituto Liszt" 9 (2010), pp. 1–44
  • Mariateresa Storino: Franz Liszt and Augusta Holmès: Portrait of a Musical Friendship, in: Liszt et la France, ed. by Malou Haine - Nicolas Dufetel (Parijs: Vrin, 2012), pp. 263–274 ISBN 978-2-7116-2369-3
  • Mariateresa Storino: Solidarietà dei Popoli e idea di Patria: i poemi sinfonici di Augusta Holmès, in: Music and War in Europe from French Revolution to WWI, ed. by Etienne Jardin (Turnhout: Brepols, 2016), pp. 357–377 ISBN 978-2-503-57032-7

Bronvermelding bewerken

  1. Augusta Holmès: A Meteoric Career Rollo Myers The Musical Quarterly, Vol. 53, No. 3 (Jul., 1967), page 365. "Her surname was Gallicized by the addition of a grave accent on its last syllable."
  2. a b c Arthur Elson (1903) Woman's work in music, The Page Company, Boston.
  3. Daniele Gutmann, "Rodin et la Musique", in: Revue Internationale de Musique Française, februari 1982, p. 105.
  4. Auguste Renoir | The Daughters of Catulle Mendès, Huguette (1871–1964), Claudine (1876–1937), and Helyonne (1879–1955) | The Met. metmuseum.org. het Metropolitan Museum of Art. Geraadpleegd op 13 februari 2017.
  5. (en) Sophie Fuller, Lloyd Whitesell, Associate Professor Music History Lloyd Whitesell (2002), Queer Episodes in Music and Modern Identity. University of Illinois Press. ISBN 978-0-252-02740-6. Gearchiveerd op 9 januari 2022.