Artsenstaking

staking in 1964, België

Tijdens de artsenstaking van 1 tot 18 april 1964 staakte een groot deel van de Belgische artsen en tandartsen als reactie op de geplande hervormingen in de sociale zekerheid.

Dit hard conflict was gericht tegen de geplande besparingen in de sociale zekerheid door de toenmalige minister Edmond Leburton, de zogenaamde wet Leburton. Deze wilde de geneeskunde, die tot dan praktisch vrij was, aan banden leggen. De staking werd georganiseerd door het artsensyndicaat van André Wynen onder de vlag van therapeutische vrijheid van de arts en de patiënt en tegen elke verstaatsing. Negentig tot vijfennegentig percent van de Belgische artsen en tandartsen nam deel aan deze grootste artsenstaking uit de Belgische geschiedenis. De staking duurde achttien dagen. Het protest had internationale repercussies, omdat tijdens de staking verschillende sterfgevallen waren toe te schrijven aan het gebrek aan medische hulp.

Als reactie werden artsen door de overheid opgevorderd in hun functie van reserveofficier van het leger. Om hieraan te ontsnappen vertrokken de artsen op "vakantie" naar het buitenland, meestal juist over de Franse of Nederlandse grens. André Wynen was een keiharde en compromisloze onderhandelaar. Uiteindelijk werd het merendeel van zijn eisen ingewilligd. De wet moest herschreven worden waardoor er nu nog steeds problemen zijn in de financiering van de gezondheidszorg. De artsen hadden hun doel bereikt, maar verloren door de actie ook een deel van hun aanzien bij de bevolking.

Later kwam er nog een tweede, minder algemene artsenstaking van december 1979 tot januari 1980.

Externe links bewerken