Ambachtsheerlijkheid 's-Heer Hendrikskinderen

De heerlijkheid 's-Heer Hendrikskinderen is een ambachtsheerlijkheid gelegen op Zuid-Beveland in de Nederlandse provincie Zeeland.

Algemeen bewerken

In de geschiedenisboeken is deze heerlijkheid bekend vanwege het schieten van de koningsvogel door Jacoba van Beieren, gravin van Holland en Zeeland. Jacoba werd uitgenodigd om naar een bepaald soort vogel te schieten, waar zij op in ging. Toen zij raak had geschoten vroeg zij aan de bevolking van 's-Heer Hendrikskinderen of zij een gunst van haar wilde. Daarop vroeg men om vrijheid van vlastienden, die Jacoba hen gunde voor altijd. In de eerste helft van de negentiende eeuw was de heerlijkheid voor het grootste deel eigendom van het adellijke geslacht De Perponcher Sedlnitsky. In 1868 kocht jhr. Cornelis van Citters[1] de heerlijkheid op een veiling. Zijn zoon, jhr. mr. dr. Adolph Jacobus van Citters verkocht deze aan notaris mr. Elisa Cornelis van Dissel uit Goes. Deze notaris had ook aandelen had in andere heerlijkheden op Zuid-Beveland, zoals de Heerlijkheid Sinoutskerke en Baarsdorp.

In 1978 kocht journalist en persvoorlichter T.C. Swart op een openbare veiling de heerlijkheid. De heerlijke rechten bestonden uit en weiderechten, visrechten, jachtrechten en windrechten. Daarnaast waren er enkele tientallen kilometers berm aan verbonden. Tijdens de ruilverkaveling 'De Poel-Heinkenszand' zijn de bermpercelen omgeruild voor een stuk grond. Doordat de visrechten en de weiderechten bij de ruilverkaveling zijn opgenomen in de akte van toedeling, bestaan deze mogelijk nog.

Swart had het plan om op het nieuw gevormde perceel het kasteel van 's-Heer Hendrikskinderen te herbouwen. De provincie Zeeland weigerde echter een verklaring van geen bezwaar af te geven voor de bouwplannen.

Eigendom bewerken

In Zeeland hadden, in tegenstelling tot in het graafschap Holland, alle zonen recht op een deel van de ambachtsheerlijkheid bij het overlijden van hun vader. Dit leidde er toe dat heerlijkheden in steeds kleinere delen versnipperd raakten. Na de Bataafse Revolutie veranderde dit toen rijke families de versnipperde delen opkochten. Zo ook in 's-Heer Hendrikskinderen, waarvan leden van de geslachten De Perponcher Sedlnitsky en van Citters een groot aantal delen verwierven.[2] Met de aankoop van deze en andere delen in de jaren 1920 door notaris E.C. van Dissel kwam de ambachtsheerlijkheid na honderden jaren versnippering weer in een hand.

Eigenaren sinds 1609 bewerken

  • Cornelis Gillissen Brouwer, later 'Van Watervliet (1609-1622)
    • Cornelis van Watervliet (1592-1636)
      • Emmery van Watervliet (1634-1685)
  • Ferdinand de Perponcher Sedlnitsky (1610-1684)
    • Willem Emmery de Perponcher Sedlnitsky (1664-1713)
      • mr. Arend Jacob des H.R. Rijksgraaf de Perponcher Sedlnitsky (1692-1771)
        • Willem Cornelis de Perponcher Maisonneuve (1707-1744)
          • mr. Cornelis Baron de Perponcher Sednlitsky (1733-1776)
  • Jhr. C. van Citters, 1868 (1826-1882)
    • Jhr. mr. dr. A.J. van Citters, 1882 (1855-1928)
  • Elisa Cornelis van Dissel, 1925 (1866-1952)
    • Michiel Elie Johannes Francois van Dissel, 1952[3] (1908-1981)
  • Pieter Hoogerwerf, 1970
  • Tjebbe Cornelis Swart, 1978 (1916-1995)
    • Jeanne Cornelia Swart, 1995

Wapen bewerken

De heerlijkheid heeft nooit een wapen gevoerd in de tijd van het ancien régime. Later werd het wapen gebruikt dat bij het dorp 's-Heer Hendrikskinderen hoort. Dit wapen bestaat uit een schild van sabel (zwart) met de letters H K K van zilver.