Allopleuron

Allopleuron; Status: Uitgestorven
	Allopleuron hofmanni fossiel in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
	Taxonomische indeling
Rijk:	Animalia (Dieren)
Stam:	Chordata (Chordadieren)
Klasse:	Reptilia (Reptielen)
Orde:	Testudines (Schildpadden)
Onderorde:	Cryptodira (Halsbergers)
Familie:	Cheloniidae (Zeeschildpadden)
	Geslacht
	Allopleuron; Baur, 1888
	Typesoort
Alopleuron hofmanni; (Gray, 1831)
	Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Portaal	Biologie ; Herpetologie

Allopleuron is een monotypisch geslacht van uitgestorven zeeschildpadden (familie Cheloniidae). De enige soort en typesoort die in het geslacht is benoemd is Allopleuron hofmanni. Allopleuron werd vrij groot, zo'n 2 tot 2,5 meter, en was een geschikte prooi voor grote mosasauriërs. Fossielen van Allopleuron zijn ook in Nederland gevonden. Op de vindplaats zijn ook resten van verschillende geslachten mosasauriërs gevonden, waaronder Mosasaurus en Carinodens. Het is een basaal lid van de clade Pancheloniidae, nauw verwant aan Protosphargis. Net als Protosphargis wordt hij gekenmerkt door een verkleining van het schild.

Naam bewerken

De enige soort die nu tot het geslacht wordt gerekend, Allopleuron hofmanni, werd in 1831 door John Edward Gray benoemd als Chelonia hofmanni, onder verwijzing naar een beschrijving en afbeeldingen van Georges Cuvier, die er alleen de naam Chelonie de Maestricht aan had gegeven. Hoewel de soort is vernoemd naar Johann Leonard Hoffmann (1710-1782), schreef Gray de naam met één 'f', zowel in de tekst als in de index) en die spelling is de correcte voor de soort.^[1]

Fossiele geschiedenis bewerken

Allopleuron leefde van het Vroeg-Krijt (Cenomanien, 94,3 miljoen jaar) tot het Oligoceen (Rupelien, 28,4 miljoen jaar), en overleefde daarom het uitsterven van het Krijt-Paleogeen. Er zijn fossielen gevonden uit Duitsland, Nederland, Kazachstan en de Verenigde Staten.

Levensgeschiedenis bewerken

Van Allopleuron wordt verondersteld het Laurasisch-Holarctisch zuidelijk continentaal plat als broedgebied te hebben gebruikt. De hedendaagse locatie van de broedplaats is langs de kust van Azië. Men denkt dat Allopleuron zich voedde met kwallen, zeewier of karkassen. Er wordt ook verondersteld dat volwassen mannelijke Allopleuron leefden voor de kust van Zuidoost-Nederland en Noordoost-België vanwege de grote hoeveelheid fossielen in deze gebieden. Er wordt aangenomen dat het gebied een zeegrasweide was die de grote populatie in stand kon houden. Het ontbreken van resten van juveniele Allopleuron geeft aan dat de jongen van de soort elders leefden.