1109-1100 v.Chr.
De jaren 1109-1100 v.Chr. (van de christelijke jaartelling) zijn een decennium in de 12e eeuw v.Chr..
GebeurtenissenBewerken
BabyloniëBewerken
- 1105 v.Chr. - Koning Marduk-nadin-ahhe (1105 - 1084 v.Chr.) regeert over Babylon.
AssyriëBewerken
- 1105 v.Chr. - Koning Tiglat-Pileser I leidt strafexpedities tegen de Mushki en de Guti in het Zagros-gebergte.
- 1103 v.Chr. - Tiglat-Pileser I laat in Ninive plantsoenen bij het paleis aanleggen en voert landbouwhervormingen door.
- 1100 v.Chr. - Tiglat-Pileser I verovert in Anatolië de onafhankelijke stadstaten van de Hettieten.
EuropaBewerken
- 1104 v.Chr. - Brutus van Troje (1104 - 1081 v.Chr.) wordt de eerste koning van Brittannië. Hij is de stichter van "Nieuw-Troje", het latere Londen.
GriekenlandBewerken
- 1100 v.Chr. - De Doriërs veroveren het Griekse vasteland en de eilanden Kreta, Levkas en Rhodos.
- Androclus de zoon van de Atheense koning Kodros sticht met Ionische kolonisten de havenstad Efeze.
- De stadstaat Sparta (Griekenland) ontstaat.
EgypteBewerken
- 1100 v.Chr. - Koning Ramses XI (1100 - 1070 v.Chr.) de tiende farao van de 20e dynastie van Egypte.
LibanonBewerken
AfrikaBewerken
Vanuit Afrika verspreidde de 'denkende' mens zich over de aarde. Meer dan twee miljoen jaar leefden de jagers en verzamelaars op ongeveer dezelfde manier. Dat veranderde rond 11.000 v.Chr. Het klimaat werd warmer en droger. Daardoor verdwenen bossen, planten en dieren en konden de jagers en verzamelaars niet meer voldoende voedsel vinden. De jagers en verzamelaars trokken naar de oevers van de rivieren in het Midden-Oosten waar planten en grassen volop groeiden en bloeiden dankzij het water en de vruchtbare grond.