Wilhelm Stuckart

Duits politicus

Wilhelm Stuckart (Wiesbaden, 16 november 1902 – omgeving van Hannover, 15 november 1953) was een Duitse jurist en deelnemer aan de Wannseeconferentie waar de 'definitieve oplossing voor het Joodse Vraagstuk' werd besproken.

Wilhelm Stuckart
Wilhelm Stuckart tijdens het Neurenbergproces, 1 oktober 1948.
Geboren 16 november 1902
Wiesbaden, Hessen-Nassau, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk
Overleden 15 november 1953
omgeving van Hannover, Bondsrepubliek Duitsland
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Politieke partij NSDAP
Beroep Advocaat
Rijksminister van Binnenlandse Zaken
Aangetreden 5 mei 1945
Einde termijn 23 mei 1945
President Karl Dönitz
Voorganger Paul Giesler
Staatssecretaris in het Rijksministerie van Wetenschap, Onderwijs en Cultuur
Aangetreden 30 juni 1934
Einde termijn 14 november 1934
Leider(s) Adolf Hitler
Voorganger Ambt opgericht
Opvolger Siegmund Kunisch
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Stuckart werd geboren als zoon van een spoorwegbeambte. Hij studeerde rechten en werd jurist. Hij nam als jongeman in 1923 deel aan Hitlers Bierkellerputsch (Bierhal-staatsgreep) in München. Stuckart werd lid van de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij). In 1928 promoveerde hij tot doctor in de rechten. In 1930 werd hij vrederechter, in 1932 advocaat. In 1936 werd hij lid van de SS.

Van 1935 tot 1945 was hij staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Hij nam als 'juridisch expert' van het ministerie van Binnenlandse Zaken deel aan de Wannseeconferentie. Daar bepleitte hij de sterilisatie van 'niet-Ariërs' en de ontbinding van gemengde huwelijken tussen Joden en niet-Joden. Hij ging evenwel later akkoord met de 'evacuatie' (de term voor uitroeiing tijdens de Wannseeconferentie).

In mei 1945 werd hij minister van binnenlandse zaken in de Flensburgregering onder Karl Dönitz. Na de capitulatie werd hij als lid van de regering-Dönitz gearresteerd en berecht voor een van de militaire tribunalen in Neurenberg. Zijn deelname aan de Wannseeconferentie (waarvan de notulen recentelijk aan het licht waren gekomen) was een belangrijk onderdeel van het betoog van de aanklagers in het Wilhelmstraßenproces. Stuckart gaf voor niet geweten te hebben dat de daar besproken Endlösung de volledige uitroeiing van de Joden in Europa behelsde. De rechters gingen daar niet in mee en oordeelden dat Stuckart op de hoogte moest zijn geweest van het uiteindelijke lot van de Joden, en dat hij een actieve rol had gespeeld in het maken van ontwerpen van wetten en regelingen, waaronder de rassenwetten van Neurenberg. In 1949 werd het vonnis uitgesproken. In verband met zijn slechte gezondheid werd Stuckart veroordeeld tot ruim drie jaar cel, de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht. Daarna was hij wethouder in Helmstedt.

In 1950 werd hij door een denazificatierechtbank veroordeeld als Mitläufer tot een boete van DM 500,-.[1] In 1951 werd hij voorzitter van de Bund der Heimatvertriebenen und Entrechteten. Hij kwam om het leven tijdens een auto-ongeluk. Een in september 1951 begonnen proces tegen Stuckart voor de Berlijnse denazificatie-rechtbank kon daardoor niet worden afgerond.

Militaire carrière bewerken

Lidmaatschapsnummers bewerken

Decoraties bewerken

Literatuur bewerken

  • Hans-Christian Jasch, Wilhelm Stuckart (1902-1953), in: Hans-Christian Jasch, Christoph Kreutzmüller (red.), The Participants: Men of the Wannsee Conference, Berghahn, New York, 2017
  • Steven Lehrer, Wannsee House and the Holocaust, Jefferson (North Carolina): McFarland & Company, 2000 (herdruk 2008), p. 171-173
  • Hans-Christian Jasch, Staatssekretär Wilhelm Stuckart und die Judenpolitik: der Mythos von der sauberen Verwaltung, Oldenbourg Wissenschaftsverlag, München, 2012