Vertigo (slak)

slak

Vertigo[1] of korfslakken is een geslacht van Gastropoda uit de landslakkenfamilie van de Vertiginidae. De typesoort van het geslacht is Vertigo pusilla O.F. Müller, 1774.

Vertigo
Zeggenkorfslak (Vertigo moulinsiana)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Gastropoda (Slakken of buikpotigen)
Onderklasse:Heterobranchia
Infraklasse:Pulmonata
Orde:Stylommatophora
Onderorde:Orthurethra
Superfamilie:Pupilloidea
Familie:Vertiginidae
Onderfamilie:Vertigininae
Geslacht
Vertigo
O.F. Müller, 1773
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Vertigo op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Kenmerken bewerken

Vertigo-soorten zijn kleine dieren met een schelp die hoger is dan breed, en een hoogte tussen ongeveer anderhalf en drie millimeter. De schelp is meestal rechtsgewonden maar er is ook een aantal soorten die linksgewonden zijn. Er is een stompe top en een grote laatste winding.

  Zie Apertura (mollusken) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
 
Nekrichel (A) en nekgroef (B) bij Vertigo moulinsiana

Vlak voor de mondrand is de winding bij veel soorten parallel aan de mondrand ingesnoerd. Voor, en parallel aan deze insnoering is de winding juist opgezwollen. Insnoering en bolling worden nekgroef en nekzwelling genoemd (Zie afbeelding). De meeste soorten vertonen een mondbewapening: in de mondopening is een aantal tanden en lijsten aanwezig. Er is een nauwe of gesloten navel. Het schelpoppervlak is meestal alleen voorzien van een radiale sculptuur die vaak alleen uit striae bestaat maar die zich ook tot ribjes ontwikkeld kan hebben. Windingsrichting, mondbewapening, aan- of afwezigheid van een nekgroef en een nekzwelling en sculptuur zijn belangrijke taxonomische kenmerken die voor determinatie kunnen dienen.

Verspreiding en leefgebied bewerken

Vertigo komt voor in Europa, Noord- en Oost-Azië, Japan, Midden- en Noord-Amerika, West-Indië en de Bermuda-eilanden. Het geslacht is bekend sinds het Paleoceen[2]

In West-Europa komt een zestiental soorten voor, inclusief enkele die alleen lokaal uit pleistocene afzettingen bekend zijn en een uitgestorven soort. Daarnaast zijn er uit dit gebied veel uitgestorven neogene en paleogene soorten bekend. Van de soorten die uit de levende fauna en uit de kwartaire afzettingen van Nederland en België bekend zijn, zijn de kenmerken samengevat in onderstaande tabel.

Soorten bewerken

Determinatietabel Korfslakken bewerken

angustior pusilla alpestris antivertigo genesii geyeri moulinsiana pygmaea substriata
Schelp
Windingsrichting links links rechts rechts rechts rechts rechts rechts rechts
Grootste hoogte 1,9 2,1 2,0 2,2 2,1 1,9 2,7 2,2 2,0
Grootste breedte 1,0 1,2 1,2 1,4 1,2 1,2 1,5 1,2 1,2
Aantal windingen 4,5-5 5-5,5 4,75-5 4,5-5 5 4,75-5 4,25-5 4,25-5 4-4,5
radiale sculptuur ribjes striae fijne striae fijne striae;
bijna glad
glad striae striae striae;
bijna glad
ribjes
schelpkleur levende exx roodbruin tot
bruinachtig
geelbruin tot
hoornbruin
bleek gelig bruin kastanjebruin tot
roodbruin
bleek
roodachtig
bruin
bleek
roodachtig
bruin
lichtbruin tot
donkerbruin
lichtbruin tot
donkerbruin
bleek gelig, geelbruin tot
hoornbruin
schelpkleur dode exx lichtbruin lichtbruin wit tot bruin kastanjebruin licht kastanjebruin lichtbruin bruin lichtbruin wit tot gelig
glans van de schelp mat-
zijdeglanzend
sterk mat-
zijdeglanzend
sterk sterk sterk sterk mat zijdeglanzend
Mondopening
nekgroef&richel ja ja nee ja nee nee ja ja ja
mondrand palataal ingedeukt sterk sterk niet sterk niet niet sterk zwak bijna niet
mondrand verdikt zwak zwak duidelijk zwak nauwelijks nauwelijks zwak zwak zwak
mondrand omgeslagen sterk zwak zwak zwak zeer zwak zeer zwak zwak zwak zeer zwak
callus sterk sterk sterk sterk zwak zwak sterk; wit zwak sterk
mondbewapening
aantal tanden 4-5 6-9 3-4 6-11 1 4 4-5 4-7 6
pariëtale tanden 2 2 1 2-4 1 1 1 1 2
columellaire tanden 1 (lamelvormig) 2-3 1 2 - 1 1 2-4 2
palatale tanden 1-2 2-3 1-2 2-5 - 2 2 1-2 2
basale tanden - 1 - - - - soms 1 - -
Verspreiding en habitat
Levende fauna B&N B&N - B&N - - B&N B&N B&N
fossiel bekend B&N B&N B&N B&N B&N B&N B&N B&N B&N
I/G I I I I G I&G I I&G I
habitat vooral permanent drassig grasland in bossen en
bosachtig terrein
parklandschap vochtig en
moerassig
terrein
moerassen, ook in bronbos moerassen
met constant
waterniveau
moerassig terrein;
bronbos
eurytoop vrij vochtig bos
Afbeeldingen
afbeelding                  

Gebruikte afkortingen: