Slag bij Woeringen

De Slag bij Woeringen vond plaats op 5 juni 1288 en was het einde van de Limburgse Successieoorlog. Woeringen (Duits: Worringen) ligt in het huidige Duitsland en is een stadsdeel van Keulen.

Slag bij Woeringen
Onderdeel van de Limburgse Successieoorlog
Afbeelding van de Slag bij Woeringen uit de Codex Manesse (1305-1340). De voorstelling toont de banier van Hertog Jan van Brabant in de slag bij Woeringen met, vooruitlopend op de afloop, de reeds verenigde Limburgse en Brabantse Leeuwen.
Slag bij Woeringen (Duitsland (hoofdbetekenis))
Slag bij Woeringen
Datum 5 juni 1288
Locatie Woeringen, Heilige Roomse Rijk
Resultaat Brabantse overwinning
Territoriale
veranderingen
Hertogdom Limburg bij Brabant gevoegd
Strijdende partijen
Brabant
Loon
Vrije rijksstad Keulen
Berg
Gelre
Luxemburg
Limburg
Keur-Keulen
Leiders en commandanten
Jan I
Arnold V
Adolf V
Reinoud I
Hendrik VI
Siegfried van Westerburg
Troepensterkte
1500 ridders 2200 ridders
Verliezen
~40 ~1100
De vaandelwagen van de aartsbisschop van Keulen met de sleutel van de stad Keulen (uit: Johann Koelhoff der Jüngere: Die Cronica van der hilliger stat van Coellen, Köln 1499.
Fragment van een monument in Düsseldorf dat de bruutheid van de slag uitbeeldt.
Illustratie uit "Brabantsche Yeetsen" (14e eeuw) van Slag bij Woeringen

In de Belgische geschiedschrijving (1838) werden de Slag bij Woeringen alsook de Guldensporenslag beschouwd als de grondslagen voor de Belgische onafhankelijkheid tegenover Duitsland en Frankrijk.

Voorgeschiedenis bewerken

Toen hertog Jan I van Brabant aan het bewind kwam braken er sinds lange tijd weer vijandelijkheden uit tussen Brabant en Gelre (Gelderland). De Gelderse graaf Otto II riep de hulp in van de vrije bisschopsstad Keulen om op te trekken tegen de Brabanders.

Otto's zoon Reinoud I (1271-1326) trouwde met Irmgard van Limburg, de erfgename van hertog Walram IV van Limburg. Na de dood van Walram erfde Irmgard het hertogdom Limburg maar ze bleef kinderloos. Jan I van Brabant maakte na haar dood (1282) aanspraak op het hertogdom Limburg om Gelres uitbreiding tegen te gaan. In 1283 kwam het tot een gevecht tussen Gelre en Brabant.

Opmerkelijk hierbij is, dat Jan I sinds 1273 gehuwd is met Margaretha van Dampierre (ook wel Margaretha van Vlaanderen genoemd), dochter van Gwijde van Dampierre en Mathilde van Bethune en Dendermonde. Na overlijden van Margaretha's moeder hertrouwt Gwijde met Isabella van Luxemburg, die hem ook een dochter Margaretha van Dampierre baart. Deze Margaretha wordt in 1286 de tweede echtgenote van Reinoud I van Gelre. De vijandelijkheden vonden dus plaats binnen een familiale stamboom en bleven een aantal jaren voortduren tot op 5 juni 1288 de slag bij Woeringen uitbrak.

De slag bewerken

Aan de ene zijde stonden de troepen van Jan I met 1500 ridders, gesteund door Arnold V van Loon met zijn heren (waaronder Arnold van Steyn) en burgers van de vrije rijksstad Keulen. Arnold V van Loon vocht aan de rechtervleugel. Tegenover hen stonden de troepen van het graafschap Luxemburg, van Gelre, de aartsbisschop van Keulen, Siegfried van Westerburg, en het hertogdom Limburg met 2200 ridders. Hendrik VI van Luxemburg sneuvelde in deze strijd.

Gevolgen bewerken

Brabant won de slag waardoor het hertogdom Limburg en «de landen van Overmaas» bij Brabant werden gevoegd wat vijf eeuwen zo zou blijven. De hertog van Brabant werd hierdoor een van de machtigste heren van het Nederrijngebied. Brabant verliest slechts zo'n 40 ridders tegen zo'n 1100 aan Gelrese zijde. Een aantekening in het missaal van de kerk van Woeringen houdt het op 2400 doden.

Nasleep bewerken

De gevangen graaf Reinoud I van Gelre wordt naar Leuven gevoerd waar hij goed wordt behandeld; hij is per slot van rekening veel geld waard. De bondgenoten van Reinoud I worden verschillend behandeld. Dit betekent verder voor de graven van Gelre dat voor elke verdere gebiedsuitbreiding zij hun zinnen dienen te zetten stroomafwaarts de Maas, ten noorden van hun stamland Opper-Gelre.

Graaf Adolf van Nassau wordt door hertog Jan I zonder losgeld vrijgelaten voor zijn tijdens de strijd betoonde moed. Deze geste zal de hertog geen windeieren leggen als Adolf in 1292 tot Rooms-koning wordt gekozen.

Heer Walram van Valkenburg weigert hertog Jan I te erkennen als de hertog van Limburg. Hierdoor wordt in augustus 1288 zijn kasteel te Valkenburg belegerd. Heer Walram 'de Rosse' ontsnapt via geheime gangen, die nog steeds zijn te vinden in de Fluweelengrot te Valkenburg. Het zou later tussen beide heren tot een verzoening komen. De burcht van Woeringen wordt nog een week lang belegerd, waarna ook deze valt en de bevolking uitgemoord wordt.

De aartsbisschop van Keulen komt er minder makkelijk vanaf. Als gevangene van graaf Adolf V van Berg moet de aartsbisschop zijn zware wapenuitrusting en helm, waarin hij bij Woeringen heeft gevochten, voortdurend dragen. Hij is een jaar lang de gevangene van de graaf van Berg. Nadat de aartsbisschop voor een grote som is vrijgekocht laat hij graaf Adolf gevangen nemen. Vervolgens wordt de graaf naakt met honing besmeerd opgehangen in een ijzeren kooi, als attractie voor bijen en vliegen. De rijke graaf biedt het drievoudige van het losgeld dat betaald is voor de aartsbisschop aan, maar de aartsbisschop gaat er niet op in. De wraak van de aartsbisschop is letterlijk en figuurlijk zoet, Adolf sterft in gevangenschap.

Pas in 1289 komt er een einde aan de opvolgingsstrijd rond Limburg. Jan I van Brabant komt dan door bemiddeling van de Franse koning in het bezit van Limburg. De oorlog wordt dus uiteindelijk zonder verder wapengekletter gewonnen.

Jan van Heelu, die vermoedelijk ooggetuige was van de slag, schreef over de slag in zijn Rijmkroniek.


Literatuur bewerken

  • Piet Avonds en J.D. Janssens, Politiek en literatuur. Brabant en de slag bij Woeringen, 1288, Brussel, Centrum Brabantse Geschiedenis (UFSAL), 1989, 144 p.