Sjabloon:Tabel Neolithicum in grote lijnen

Neolithicum in grote lijnen (uitklapbaar)
jaartallen gebeurtenissen
11.350 v.Chr.
IJstijd
Het Weichselien (de laatste ijstijd) raakt ten einde. In Noord-Europa is er geen ijs en sneeuw, maar toendra. De mensen in deze streken van de paleolithische Hamburgcultuur en Magdalénien, jagen op kuddes trekkende rendieren. Zelfs op mammoeten, tot zelfs op de drooggevallen Doggersbank van de Noordzee.
11.350–10.700 v.Chr.
Allerød
Dan volgt een wat warmere periode, Allerød-interstadiaal met bijna de huidige temperaturen. De mensen hier van de laatpaleolithische Federmessercultuur, Magdalénien, en Ahrensburgcultuur, jagen op rendieren. In Noord-Amerika smelten gletsjers en ontstaan reusachtige glaciale meren.
10.700 v.Chr.
Noord-Amerika
Jonge Dryas
In Noord-Amerika breekt de dam van een gigantisch stuwmeer (440.000 km²) van glaciaal smeltwater, het Agassizmeer; een enorme hoeveelheid water baant zich een weg door Amerika en stort zich in de Atlantische oceaan. Mogelijk raakt het klimaat hierdoor ontregeld.[1] De jonge Dryas breekt aan, het wordt veel kouder en droger.
9700 v.Chr.
Vruchtbare sikkel
In Zuid-Anatolië en de vruchtbare sikkel (maar ook op andere plaatsen in de wereld) zou dit de impuls kunnen zijn geweest tot het ontstaan van het neolithicum. Het land zou door de droogte en koude minder voedsel hebben opgebracht en de mensen in het Natufien en de PPNA hebben gedwongen zich te sedentariseren en gewassen te zaaien en te wieden.[2]

Volgens nieuwere inzichten was het Neolithicum 10.900 v.Chr. al stevig gevestigd in het Nabije Oosten en Zuid-Anatolië,[3] en zou er mogelijk al ca. 20.000 v.Chr. geëxperimenteerd zijn met graanveredeling.[4] In Noord-Europa waren er een kleine groep mensen die zich hadden aangepast aan de kou en de droogte.

9560 v.Chr.
Noord-Europa
De jonge Dryas houdt plotseling op. Binnen een paar decennia wordt het veel warmer. In Noord-Europa ontstaan de mesolithische Maglemosecultuur (7500 – 6000 v.Chr.) en de Kongemosecultuur (6000 – 5200 v.Chr.).
8500 – 3300 v.Chr.
Vruchtbare sikkel
In de vruchtbare sikkel wordt sinds ca. 8500 v.Chr. ook aan veeteelt gedaan, sinds ca. 6200 v.Chr. aan pottenbakken, ca. 5500 v.Chr. wordt het koper toegepast in werktuigen en wapens, ca. 4000 v.Chr. wordt het wiel uitgevonden en ca. 3300 v.Chr. het schrift.
6500 v.Chr.
Verspreiding
Het neolithicum begint zich vanuit de vruchtbare sikkel en Zuid-Anatolië te verspreiden over Europa. Mogelijk wordt deze verspreiding versneld door het onderstromen van de Zwarte Zee. Deze verspreiding gebeurt tot in de Balkan en het Middellandse Zeegebied voornamelijk door migratie,[3] maar verder richting Noordwest-Europa voornamelijk door imitatie (via sociale- en handelscontacten).[5] De nieuwe neolithici hebben de volgende vaardigheden: landbouw en veeteelt. En een paar eeuwen later ook pottenbakken. Er zijn twee verspreidingsroutes van het Neolithicum naar Europa:
  1. via het Middellandse Zeegebied
  2. via een route noordwest-waarts over de Balkan.
6500 – 5500 v.Chr.
Verspreidingsroute
De waarschijnlijke verspreidingsroute die het neolithicum in Noord-Europa bracht, zou kunnen zijn:
  1. Sesklocultuur, Griekenland, 7400 – 6200 v.Chr. Vanaf hier is de verspreiding van het neolithicum over heel Europa.
  2. Starčevo-Köröscultuur, Oost-Europa en de Balkan, 6200 – 5600 v.Chr. Hieruit is waarschijnlijk de Bandkeramische cultuur voortgekomen.
  3. 5500 v.Chr. De Bandkeramische cultuur ontstaat in o.a. Zuid-Limburg. Landbouw, veeteelt en pottenbakken worden 'afgekeken' van de neolithici van de Starčevo-Köröscultuur.
4000 – 2000 v.Chr.
Noord-Europa
  1. 3700 v.Chr. een tweede golf van uitbreidingen van het Neolithicum naar Denemarken en Engeland.[3]
  2. 3300 v.Chr. Ötzi, de ijsman van de Alpen, blijkt een koperen bijl te hebben.
  3. 3000 v.Chr. Uit die tijd is in Noord-Europa een wiel gevonden. Het is o.a. ook uitgevonden in de landen rond de Alpen.
Gevolgen Overal waar het neolithicum doordringt, veroorzaakt het grote veranderingen in de samenleving. Er komt:
Sjabloondocumentatie​

Gebruik

Deze tabelsjabloon wordt in diverse lemma's gebruikt, zie deze lijst. Wees daarom voorzichtig met aanpassingen, en neem contact op met mensen die aan deze tabel gewerkt hebben. Anno 2008 is Gebruiker:Beetjedwars de meest aangewezen persoon om mee te overleggen.

Referenties in deze tabel

In deze tabel staan twee voetnoten. Men zou daarom ook een regel {{references}} of <references/> verwachten. Zo'n regel mag echter beslist niet toegevoegd worden!

De reden hiervoor is dat die regel de weergave van de referenties in het uiteindelijke artikel verstoort. Om de voetnoten van de tabel weer te geven, kun je in het artikel zelf een kopje {{references}} of <references/> invoegen op een plaats naar keuze, maar in elk geval voorbij deze tabel. De noten uit de tabel worden dan in de lijst met voetnoten uit de hoofdtekst weergegeven, gewoonlijk onderaan. Hieronder ziet u hoe de noten uit de tabel ongeveer weergegeven zullen worden.