Schaatsklassement

Een schaatsklassement is bij het langebaanschaatsen de benaming voor een klassement dat opgemaakt wordt over meerdere afstanden. Dit kunnen de afstanden zijn die verreden worden tijdens een allroundtoernooi of een sprinttoernooi, maar ook bijvoorbeeld de afstanden die meetellen bij het opstellen van de Adelskalender. In dat laatste geval wordt het klassement opgemaakt op basis van de persoonlijke records per afstand.

Uit de tijd die per afstand gereden is wordt een puntenaantal berekend, door de gereden tijd terug te rekenen naar de gemiddelde tijd in seconden over 500 meter, met een nauwkeurigheid van 3 decimalen, het vierde cijfer achter de komma buiten beschouwing latend (niet afronden). Dit komt erop neer dat de tijd voor de 1500 meter wordt gedeeld door 3, de tijd van de 5000 meter wordt gedeeld door 10, enzovoorts.[1]

De leider van het klassement is degene met het kleinste aantal punten.

Twee voorbeelden:

Voorbeeld berekening puntentotaal grote vierkamp
500m: 37,98 = 37,98 s gedeeld door 1 = 37,980 punten
1500m: 1.51,29 = 111,29 s gedeeld door 3 = 37,096 punten
5000m: 6.34,96 = 394,96 s gedeeld door 10 = 39,496 punten
10000m: 13.30,55 = 810,55 s gedeeld door 20 = 40,527 punten
totaal 155,099 punten
De tijden zijn de PR's van Johann Olav Koss
Voorbeeld berekening puntentotaal sprintvierkamp
1e 500m: 38,94 = 38,94 s gedeeld door 1 = 38,940 punten
1e 1000m: 1.17,19 = 77,19 s gedeeld door 2 = 38,595 punten
2e 500m: 38,94 = 38,94 s gedeeld door 1 = 38,940 punten
2e 1000m: 1.17,56 = 77,56 s gedeeld door 2 = 38,780 punten
totaal 155,255 punten
De tijden zijn van Marianne Timmer tijdens het WK Sprint van 2004