Salter-Harrisfractuur

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Een Salter–Harrisfractuur is een botbreuk (fractuur) die de groeischijf (epifysairschijf) betreft en daarom alleen voorkomt bij kinderen.[1]

Salter–Harrisfracturen
Salter-HarrisFracturen
Coderingen
ICD-10 S89.212
ICD-9 812
eMedicine radio/613
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Soorten bewerken

Er zijn negen types Salter-Harrisfracturen beschreven: type I tot en met V werden beschreven door Robert B Salter en W Robert Harris in 1963.[1] De minder vaak voorkomende type VI tot en met IX zijn later toegevoegd.

  • Type I - Komt voor in ±6% van de gevallen en is een fractuur dwars door de groeischijf.[2]
  • Type II - Komt voor in ±75% van de gevallen en is een fractuur door de groeischijf en metafyse. Hierbij wordt de epifyse gespaard.[3]
  • Type III - Komt voor in ±8% van de gevallen voor en is een fractuur door de groeischijf en epifyse. Hierbij wordt de metafyse gespaard.[4]
  • Type IV - Komt voor in ±10% van de gevallen en is een fractuur door zowel de metafyse, groeischijf en epifyse.[5]
  • Type V - Komt voor in ±1% van de gevallen. Hierbij gaat het om een compressiefractuur van de groeischijf.[6]
  • Type VI - Letsel aan de structuren rondom het kraakbeen (perichondraal).
  • Type VII - Geïsoleerd letsel van de groeischijf.
  • Type VIII - Geïsoleerd letsel van de metafyse, met een potentieel letsel van de endochondrale ossificatie.
  • Type IX - Letsel van het periost dat mogelijk de membraneuze groei kan belemmeren.[7]

Ezelsbruggetje bewerken

Er is in het Engels een ezelsbruggetje om de oorspronkelijke vijf types te onthouden:

  • S ("Straight across") – type I
  • A ("Above") – type II
  • L ("Lower" of "beLow") – type III
  • T ("Two" of "Through") – type IV
  • ER ("ERasure of the growth plate") – type V