Resolutie 1677 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1677 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 12 mei 2006 en verlengde het VN-kantoor in Oost-Timor met een maand.

Resolutie 1677
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 12 mei 2006
Nr. vergadering 5436
Code S/RES/1677
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Onafhankelijkheid van Oost-Timor
Beslissing Verlengde het UNOTIL-kantoor met 1 maand.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2006
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Congo-Brazzaville Congo-Brazzaville · Vlag van Denemarken Denemarken · Vlag van Ghana Ghana · Vlag van Griekenland Griekenland · Vlag van Japan Japan · Vlag van Peru Peru · Vlag van Qatar Qatar · Vlag van Slowakije Slowakije · Vlag van Tanzania Tanzania
Het oosten van Oost-Timor

Achtergrond bewerken

  Zie Oost-Timor voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat Portugal zijn kolonies losgelaten had, werd Oost-Timor eind 1975 na een korte burgeroorlog onafhankelijk. Korte tijd later viel Indonesië het land binnen en brak een oorlog uit, waarna Oost-Timor werd ingelijfd. In 1999 stemde Indonesië in met een volksraadpleging over meer autonomie of onafhankelijkheid, waarop het merendeel van de bevolking voor de tweede optie koos.

In april 2006 braken rellen uit nadat premier Mari Alkatiri 600 van 's lands 1400 militairen had ontslagen nadat deze betoogd hadden omdat hun soldij niet was betaald en omdat soldaten uit West-Timor gediscrimineerd zouden worden, waarna ook jeugdbendes aan het plunderen en brandstichten sloegen. President Xanana Gusmao kreeg hierop bijkomende bevoegdheden en controle op het leger, terwijl de door Australië geleidde 2500 man sterke internationale troepenmacht de orde probeerde te herstellen.[1]

Inhoud bewerken

De Veiligheidsraad herinnerde aan de eerdere resoluties over Oost-Timor, resolutie 1599 in het bijzonder. De Veiligheidsraad was diep bezorgd over de incidenten op 28 en 29 april en de hieruit voortkomende situatie, en toonde zich erkentelijk voor de acties van de Oost-Timorese regering om de incidenten nader te onderzoeken. De Veiligheidsraad legde zich volledig toe op het bevorderen van stabiliteit op de lange termijn in Oost-Timor.

Besloten werd het mandaat van het VN-kantoor in Oost-Timor, UNOTIL, te verlengen tot 20 juni. Secretaris-generaal Kofi Annan werd gevraagd om tegen 6 juni te rapporteren over de situatie en de rol van de VN. De Oost-Timorese overheid werd aangemoedigd om de oorzaken van het geweld aan te pakken, om herhaling van dergelijke incidenten te voorkomen.

De Veiligheidsraad besloot om actief op de hoogte te blijven.

Verwante resoluties bewerken

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1677 op de Engelstalige Wikisource.