Resolutie 1089 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1089 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 13 december 1996, en verlengde de UNMOT-waarnemingsmissie in Tadzjikistan met drie maanden.

Resolutie 1089
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 13 december 1996
Nr. vergadering 3724
Code S/RES/1089
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Tadzjiekse burgeroorlog.
Beslissing Verlengde de UNMOT-waarnemingsmissie met 3 maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1996
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Chili Chili · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen
Het berglandschap van Tadzjikistan.

Achtergrond bewerken

  Zie Tadzjiekse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de val van de Sovjet-Unie, werden in 1991 verkiezingen gehouden in Tadzjikistan. Begin 1992 kwam de oppositie in opstand tegen de uitslag – de oud-communisten hadden gewonnen – ervan. Er brak een burgeroorlog uit tussen de gevestigde macht en hervormingsgezinden en islamisten uit de achtergestelde regio's van het land, die zich hadden verenigd. In 1997 werd onder VN-bemiddeling een vredesakkoord gesloten.

Inhoud bewerken

De situatie in Tadzjikistan bleef verslechteren. De gevechten bleven gewoon doorgaan, het staakt-het-vuren werd keer op keer geschonden, vooral het offensief van de oppositie in de regio Garm, en de gesloten akkoorden bleven dode letter.

De Veiligheidsraad eiste dat de vijandelijkheden werden beëindigd. De partijen werd gevraagd de gesloten overeenkomsten na te komen en het staakt-het-vuren in acht te nemen gedurende de lopende gesprekken. De Veiligheidsraad veroordeelde ook terreuracties en ander geweld waarbij burgers en ook leden van de GOS-vredesmacht en de Russische grenswacht waren omgekomen.

Het mandaat van de UNMOT-waarnemingsmissie werd verlengd tot 15 maart 1997, op voorwaarde dat de partijen zich aan het Akkoord van Teheran hielden en hun wil tot verzoening aantoonden. Op 15 januari 1997 zou de secretaris-generaal, toen al Kofi Annan, hierover en over het resultaat van de gesprekken rapporteren. Ook veroordeelde de Veiligheidsraad de manier waarop UNMOT door beide partijen werd behandeld, waaronder doodsbedreigingen. Ten slotte stemde ook de erger wordende humanitaire situatie tot bezorgdheid, en werden de lidstaten gevraagd meer te doen op dat vlak.

Verwante resoluties bewerken