Portaal:Tachtigjarige Oorlog/Uitgelicht artikel/16

Slag bij Duins, schilderij van Reinier Nooms

De Slag bij Duins (the Downs) in het Kanaal vond plaats op 31 oktober 1639 (gregoriaanse kalender). Luitenant-admiraal Maarten Harpertsz. Tromp en viceadmiraal Witte de With versloegen een Spaanse oorlogsvloot van 55 schepen, de Tweede Spaanse Armada, onder leiding van admiraal Antonio de Oquendo, die een poging moest doen om geld en soldaten naar Vlaanderen te brengen dat door een Franse landblokkade niet versterkt kon worden. De oorlogsvloot begeleidde transportschepen; het hele konvooi had 77 vaartuigen.

De Nederlandse oorlogsvloot was ongeveer 95 schepen groot. Bovendien beschikten de Nederlanders over tien branders. Branders waren oude schepen die volgeladen werden met brandbare stoffen, en die vervolgens in brand gestoken werden en afgedreven naar de Spaanse schepen.

Bij een eerste poging hun transportschepen naar Duinkerke te begeleiden, was het de Spanjaarden al niet gelukt om een klein eskader onder Tromp te overwinnen. Tromp had de vloot op 25 september met dertien meest vrij lichte schepen onderschept. Hij zond een schip weg om om hulp te vragen. Op de 26e ontplofte de Groot Christoffel. De volgende dag, versterkt met vijf schepen van De With, paste hij als eerste in de geschiedenis een formele slaglinietactiek toe. Hij kruiste in de lij steeds de baan van de Spaanse vloot, zodat al zijn schepen om beurt vuur konden afgeven op de sterkste Spaanse schepen. Die raakten zo zwaar beschadigd dat het moreel van de armada brak. De With lag deze subtiele strijdmethode niet erg: al snel verliet hij met zijn schepen de formatie om de Spanjaarden direct aan te vallen. Typisch maakte hij achteraf Tromp het verwijt hem daarbij niet geholpen te hebben in plaats van zich te verontschuldigen voor zijn insubordinatie. Even typisch liet Tromp het er maar bij zitten. Op de 28e werd Tromp nog eens versterkt door schout-bij-nacht Joost van Trappen Banckert met twaalf schepen.

Meer...