Portaal:Carnaval/Uitgelicht/08

De term alaaf is een carnavals-groet afkomstig uit de Keulse carnavalstraditie. Het bijbehorend handgebaar bestaat er uit de vingertoppen van de rechterhand naar de linker slaap te brengen.

De oudste schriftelijke vermelding van het woord is te vinden in een petitie van vorst Metternich aan de Keulse keurvorst in het jaar 1635. Oorspronkelijk is het een uitroep bij het uitbrengen van een dronk. Sinds het begin van het moderne carnaval in 1823 wordt "Kölle Alaaf" in Keulen gebruikt als begroeting tussen carnavalsvierders. In veel andere Duitse steden luidt de carnavalsgroet: helau.

Over de herkomst van het woord Alaaf bestaan twee lezingen. Sommigen zeggen dat Alaaf een verbastering is van het woord elf. Elf is immers het "gekkengetal", denk aan de "Raad van Elf". Anderen zeggen dat Alaaf afkomstig is uit het oud-Keulse dialect; "all af", hetgeen zou betekenen "alles weg". Dit is gegrond op de oorsprong van de carnaval, namelijk dat voor de vastentijd al het goed spijs en drank op moest; "Kölle Alaaf" ("Keulen Alaaf") zou verder ook kunnen betekenen "(behalve) Keulen, alles weg" of "Keulen voor alles". Verder lezen.