Pilvaren-associatie
De pilvaren-associatie (Pilularietum globuliferae) is een associatie uit het verbond van waternavel en stijve moerasweegbree (Hydrocotylo-Baldellion). Het is een soortenarme, amfibische plantengemeenschap van vochtige heideterreinen, recente en tijdelijke poelen.
Pilvaren-associatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vegetatieaspect van de pilvaren-associatie | |||||||
Syntaxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Associatie | |||||||
Pilularietum globuliferae Tx. ex Müller et Görs 1960 | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons |
Meestal vindt men er pilvaren en knolrus en een combinatie van grasachtige planten, moerasplanten en oeverplanten.
Naamgeving en codering bewerken
- Natura2000-habitattypecode (EU-code): H3130
- Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r06Ac01
De wetenschappelijke naam Pilularietum globuliferae is afgeleid van de botanische naam van de kensoort pilvaren (Pilularia globulifera).
Fysiognomie bewerken
De pilvaren-associatie is een lage vegetatie zonder boom- en struiklaag, een ijle tot vrij dichte, weinig soortenrijke kruidlaag met vooral pilvaren en grasachtige planten als knolrus, en enkele overblijvende moeras- en oeverplanten.
Een moslaag is meestal afwezig.
Ecologie bewerken
Deze plantengemeenschap vindt men in kleine oppervlaktes aan en in vennen en slenken in vochtige heideterreinen, in pas gegraven of uitgebaggerde poelen en sloten, en in tijdelijke plassen in zand- en leemgroeven en op zandige akkers.
De bodem is meestal licht basisch tot zwak zuur, meso-oligotroof, zandig of lemig, het water afkomstig van neerslag of van kwel. De waterstand is variabel, met tijdelijke droogte in de zomer.
Verspreiding bewerken
De pilvaren-associatie kent een Atlantische en Subatlantische verspreidingsgebied, ze kan gevonden worden van Zuid-Zweden tot Noord-Spanje.
In Nederland komt ze vrij zeldzaam voor in de Pleistocene districten, aan de kust en in het rivierengebied.
In Vlaanderen is ze beperkt tot de Kempen.
Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen bewerken
Deze associatie is bijzonder soortenarm. Ze wordt vooral bepaald door haar enige kensoort, de pilvaren, en door de klassekensoort knolrus.
Als meest voorkomende begeleidende soorten vindt men egelboterbloem, mannagras en gewone waternavel.
- Kruidlaag
Kensoort | Diff.soort | Presentie | Nederlandse naam | Botanische naam |
---|---|---|---|---|
kA | 100% | pilvaren | Pilularia globulifera | |
kV | > 20% | moerashertshooi | Hypericum elodes | |
kV | > 20% | ondergedoken moerasscherm | Helosciadium inundatum | |
kV | > 20% | vlottende bies | Eleogiton fluitans | |
kV | > 10% | witte waterranonkel | Ranunculus ololeucos | |
kK | > 70% | knolrus | Juncus bulbosus | |
kK | > 20% | stijve moerasweegbree | Baldellia ranunculoides | |
kK | > 20% | veelstengelige waterbies | Eleocharis multicaulis | |
kK | > 20% | oeverkruid | Littorella uniflora | |
kK | > 10% | duizendknoopfonteinkruid | Potamogeton polygonifolius | |
kK | < 10% | drijvende waterweegbree | Luronium natans | |
> 50% | egelboterbloem | Ranunculus flammula | ||
> 30% | mannagras | Glyceria fluitans | ||
> 30% | gewone waternavel | Hydrocotyle vulgaris | ||
> 20% | gewone waterbies | Eleocharis palustris | ||
> 20% | moeraswalstro | Galium palustre | ||
> 20% | zomprus | Juncus articulatus | ||
> 20% | grote waterweegbree | Alisma plantago-aquatica | ||
> 10% | waterpostelein | Lythrum portula | ||
> 10% | grote lisdodde | Typha latifolia | ||
> 10% | gewoon riet | Phragmites australis | ||
> 10% | wolfspoot | Lycopus europaeus | ||
> 10% | fioringras | Agrostis stolonifera | ||
> 10% | sterrenkroos | Callitriche sp. |
- Moslaag
- Geen soorten.
Bedreiging en bescherming bewerken
De associatie is vrij goed bestand tegen tijdelijke, zomerse droogteperiode, doch niet tegen langdurige verdroging. Ze kan floreren in natte, door kwel gevoede laagtes en slenken in natuurontwikkelingsgebieden op voormalige landbouwgebieden.
Bronnen, noten en/of referenties
|