Peter Blokhovius

Nederlands rector van de Latijnse school in Batavia, die in de zomer van 1649 aankwam

Peter Blokhovius ook Peter Blokhof (circa 159915 augustus 1649)[1] was een Nederlands rector van de Latijnse school in Batavia, die in de zomer van 1649 aankwam. Twee weken later werd hij door de Raad van Indië op het schip de Robijn naar Dejima gestuurd in het kader van een diplomatieke oplossing van de Nambu-affaire.

Voorgeschiedenis bewerken

In 1643 waren tien leden van de bemanning van het schip de Breskens, waaronder de schipper Hendrick Cornelisz Schaep, door de Japanners van boord gelokt, gevangengenomen en naar Edo vervoerd. Een half jaar later kwamen de mannen weer vrij. Jan van Elseracq, het opperhoofd van Dejima, had beloofd dat een gezant zou komen om de shogun excuses aan te bieden.

De gouverneur-generaals Cornelis van der Lijn en François Caron bedachten een diplomatieke charade: in 1649 stuurden zij 'uit erkentelijkheid' de 50-jarige Blokhovius, die doodziek was, vergezeld van planken voor een lijkkist naar Japan als 'ambassadeur'.[2] Caron gaf duidelijke instructies wat er moest gebeuren als Blokhovius naar verwachting onderweg zou sterven.[3]

Relaas bewerken

De nieuwe rector werd postuum tot doctor in de Rechten bevorderd en naar Edo getransporteerd. Het shogunaat bemerkte tot zijn opluchting dat deze gezant, die op 19 september gezouten en wel in Nagasaki was afgeleverd, geen persoonlijke brief van de Prins van Oranje bij zich had en concludeerde zodoende dat het hier 'de dood van een handelsreiziger' betrof.[4] Zijn kist werd in grotere kist gezet, samen met 250 kg kamfer.

Naar alle waarschijnlijkheid kreeg Blokhovius een zeemansgraf toen het schip uit het zich van de Japanse kust was.[bron?] Dirck Snoucq, het nieuwe opperhoofd, kon de fictie in stand houden dat de gezant speciaal voor het bezoek aan Japan uit de Republiek was gekomen. Shogun Tokugawa Iemitsu vertrouwde het niet helemaal, maar kon niets bewijzen.