Paascyclus

periode in kerkelijk jaar

De paascyclus of paaskring is in het kerkelijk jaar de jaarlijks terugkerende cyclus van aan Pasen gerelateerde christelijke feestdagen.

Voor de Paas- en pinksterdatum geldt, de vroegst mogelijke datum voor Pasen is 22 maart, en de uiterste datum is 25 april. De paascyclus start op septuagesima, 63 dagen voor Pasen en eindigt 50 dagen na Pasen, op Pinksteren. De paascyclus omvat onder andere de Veertigdagentijd, Goede Week, Pasen, het Paasoctaaf dit is de eerste week van Pasen, en de Paastijd, de acht zondagen van Pasen.

De belangrijkste dagen van de Paascyclus - en daarna - zijn:

 Carnaval
 Vastentijd of veertigdagentijd, liturgische kleur paars
Week   zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
-9 Begin van Paascyclus Septuagesima
-8 Sexagesima
-7 Quinquagesima Rosenmontag[1] Vastenavond Aswoensdag
-6 Invocabit Quatertemperdag Quatertemperdag Quatertemperdag
-5 Reminiscere
-4 Oculi
-3 Laetare, Halfvasten
-2 Judica
Passiezondag tot 1969
-1 Goede week Palmpasen
Passiezondag vanaf 1969
Schortelwoensdag Witte Donderdag Goede Vrijdag Stille Zaterdag
0 Begin van Paasoctaaf en Paastijd Pasen 2e paasdag
1 Einde van Paasoctaaf Beloken Pasen
Goddelijke Barmhartigheid
2 Barmhartigheidszondag
3 Jubilate
4 Cantate
5 Rogate Kruisdagen Hemelvaartsdag
6 Exaudi of Wezenzondag Luilak
7 Einde van Paascyclus en Paastijd Pinksteren 2e pinksterdag Quatertemperdag Quatertemperdagen tot 1969
+1 Trinitatis Sacramentsdag (B)
Corpus Christi
+2 Sacramentsdag (NL)
+3 Hoogfeest van
het Heilig Hart

Pasen valt elk jaar op een andere datum, zie Paas- en Pinksterdatum.

Wetenswaardigheden bewerken

Het gezegde: 'Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen' betekent zoveel als: nooit! Het gezegde: 'Als Pasen op een maandag valt' heeft diezelfde betekenis.

Zie ook bewerken