Onofficieel wereldkampioenschap voetbal

Het onofficiële wereldkampioenschap voetbal is een manier om het beste nationale voetbalelftal van de wereld te bepalen met behulp van een knock-outsysteem, vergelijkbaar met dat in boksen en worstelen. Sinds 10 oktober 2021 is Frankrijk de houder door het verslaan van Spanje.

Huidige kampioen
Vlag van Uruguay Uruguay
Titel verkregen
16 november 2023 2–1 Vlag van Argentinië Argentinië
Titelverdedigingen
21 november 2023 3–0 Vlag van Bolivia Bolivia
Volgende titelverdediging
26 maart 2023 Vlag van Ivoorkust Ivoorkust

Het idee werd geboren toen Schotse voetbalfans na de overwinning op 15 april 1967 tegen Engeland, de winnaars van het wereldkampioenschap voetbal 1966, grapten dat zij nu de onofficiële wereldkampioenen waren, aangezien dit het eerste verlies van Engeland was na de winst van de wereldbeker.

Het onofficiële wereldkampioenschap is niet goedgekeurd door de FIFA of enig andere officiële instantie.

Geschiedenis bewerken

De eerste internationale voetbalwedstrijd ooit was een 0-0 gelijk spel tussen Engeland en Schotland, op 30 november 1872. Het onofficiële wereldkampioenschap bleef dus onbeslist tot dezelfde teams elkaar weer ontmoetten op 8 maart 1873. Engeland won met 4-2, en werd zo de eerste onofficiële wereldkampioen. Wales en Ierland deden vanaf respectievelijk 1876 en 1882 aan de competitie mee, maar de titel bleef afwisselend voor Schotland en Engeland tot maart 1903, toen Ierland met 2-0 won van Schotland. Wales won voor het eerst in maart 1907 door Schotland met 1-0 te verslaan.

De titel werd voor het eerst buiten Groot-Brittannië en Ierland verdedigd door Engeland in 1909 in en tegen Hongarije, maar pas in 1931 verliet de titel de Britse eilanden daadwerkelijk en kwam in handen van Oostenrijk. Oostenrijk verdedigde de titel 1.5 jaar lang met succes tegen zijn buurlanden, maar daarna bracht Engeland het onofficieel wereldkampioenschap terug naar de Britse eilanden, waarvandaan het pas in 1939 door de Engelsen weer verloren werd, dit keer aan Joegoslavië. Het volgende decennium reisde de titel door Europa; Italië, Zwitserland, Hongarije, Duitsland, Zweden waren een of meer keren onofficieel wereldkampioen tot Engeland in 1947 de titel terugwon.

De Engelsen hielden de titel tot 1950, toen voor het eerst het onofficiële wereldkampioenschap op het officiële wereldkampioenschap op het spel stond - bij eerdere wereldkampioenschappen was de onofficieel wereldkampioen (Engeland in 1930 en 1938, Wales in 1934) geen deelnemer. Doordat Engeland verloor van de Verenigde Staten werd voor het eerst een niet-Europees land onofficieel wereldkampioen. Chili had de titel aan het eind van het toernooi. De komende jaren bleef de titel meestal in Zuid-Amerika, alleen Italië hield de titel voor één wedstrijd in 1956, en West-Duitsland en Zweden tijdens het Wereldkampioenschap voetbal 1958. In 1961 ging de titel naar Spanje dat het verdedigde tegen onder meer Marokko (de eerste deelname van een Afrikaans land aan het onofficieel wereldkampioenschap) tot het wereldkampioenschap van 1962, waarin het via Tsjechoslowakije naar Mexico ging.

Mexico verloor de titel verrassend in een CONCACAF Gold Cup-wedstrijd op 24 maart 1963 tegen de Nederlandse Antillen, met afstand het kleinste land ooit dat onofficieel wereldkampioen was, hoewel het de titel 4 dagen later alweer verloor aan Costa Rica. Via Colombia, Ecuador en Chili kwam het onofficieel wereldkampioenschap terug in Europa bij de Sovjet-Unie, dat het naar het wereldkampioenschap voetbal 1966 bracht, waar Engeland de titel in de finale van West-Duitsland won. Toevalligerwijs ging de wedstrijd tussen Engeland en Schotland in 1967, waar het idee van het onofficiële wereldkampioenschap oorspronkelijk vandaan kwam, dus ook daadwerkelijk om dat kampioenschap.

De Schotten verloren het kampioenschap weer in hun volgende match tegen de Sovjet-Unie, waarna het onofficieel wereldkampioenschap enkele jaren slechts door Europese landen bevochten werd. Nederland won de titel voor het eerst op 2 mei 1973 in een wedstrijd tegen Spanje, en nam het mee naar het officiële wereldkampioenschap voetbal 1974, waarin het in de finale beide wereldtitels aan West-Duitsland verloor. Opnieuw ging de titel rond tussen diverse Europese landen, waarna Frankrijk het naar het wereldkampioenschap voetbal 1978 bracht. Op 21 juni 1978 veroverde Nederland de titel voor één wedstrijd van Italië, waarna het onofficiële wereldkampioenschap Europa verliet en in Argentijnse handen kwam toen ook de officiële wereldtitel veroverd werd.

De titel bleef in Zuid-Amerika tot het volgende officiële wereldkampioenschap, waar hij dankzij de overwinning van Polen op Peru weer in Europese handen werd gebracht en uiteindelijk belandde bij Italië, de winnaar van de wereldbeker. Op 13 juni 1984 werd België voor het eerst onofficieel wereldkampioen na een wedstrijd tegen Joegoslavië op het Europees kampioenschap; de titel werd al in de volgende ontmoeting met Frankrijk verloren.

Via Bulgarije kwam de titel op 4 september 1985 weer in Nederlandse handen terecht, werd voor één wedstrijd veroverd door België, waarna de Nederlanders hem weer terugkregen, om op 14 mei 1986 veroverd te worden door West-Duitsland die hem meenam in het wereldkampioenschap. Tijdens dit WK kwam de titel via Denemarken, Spanje en België uiteindelijk weer in handen van de officiële wereldkampioen Argentinië.

Italië bracht het onofficiële wereldkampioenschap weer terug op Europese grond. In de daaropvolgende jaren was de titel gedurende totaal tien wedstrijden in Nederlandse handen; ook was België vier wedstrijden lang onofficieel wereldkampioen, (voorlopig) voor het laatst. De titel kwam in 1992 gedurende één wedstrijd voor het eerst in Australische handen; in 1995 werd Zuid-Korea als eerste Aziatische team onofficieel wereldkampioen. Nederland kreeg de titel kort in handen toen het Argentinië versloeg tijdens het wereldkampioenschap in 1998, maar verloor hem al in de volgende wedstrijd tegen de Brazilianen, die tijdens de wedstrijd daarna op hun beurt hun meerdere moesten erkennen in Frankrijk.

Na het wereldkampioenschap hielden de Franse het onofficieel wereldkampioenschap nog een jaar vast, waarna ze het verloren aan Rusland. In de eerste onofficiële wereldkampioenschap van 2000 verloren de Russen de titel weer aan Israël, waarna de titel door verschillende Europese landen voor kortere of langere tijd gehouden werd. Nederland veroverde de titel weer op 27 maart 2002 tegen Spanje. Omdat het het Nederlands elftal niet gelukt was zich te kwalificeren voor het wereldkampioenschap van dat jaar, bleef het onofficiële wereldkampioenschap in Nederlandse handen. Pas op 10 september 2003 verloor Nederland de titel weer, aan Tsjechië.

Op 29 mei 2004 kwam de titel na een overwinning van Nigeria op Ierland voor het eerst in Afrikaanse handen. Ook Angola en Zimbabwe hielden de titel enige tijd voor Roemenië tegen Nigeria hem weer naar Europa bracht. Kort voor het wereldkampioenschap van 2006 werd de titel overgenomen door Uruguay, dat zich voor dat toernooi niet had geklasseerd. Georgië bracht de titel terug naar Europa, waar hij uiteindelijk via diverse landen op 19 november 2008 weer bij Nederland belandde.

Bij aanvang van het wereldkampioenschap van 2010 had Nederland het onofficieel wereldkampioenschap nog steeds in handen, en het team droeg de titel mee tot aan de finale, waarin het aan Spanje verloren werd. Twee maanden later ging de titel voor het eerst sinds 2006 weer naar Zuid-Amerika nadat Argentinië de wereldkampioen versloeg. Een wedstrijd later ging de titel voor het eerst over naar Japan die het in november 2011 verloor aan het Noord-Koreaans voetbalelftal.

Noord-Korea behield de titel meer dan een jaar, maar in januari 2013 ging hij in de Thaise King's Cup over naar Zweden, dat het echter twee weken later alweer verloor aan Argentinië. In oktober 2013 verkreeg Uruguay de titel.

Uruguay verloor zijn titel tijdens de eerste groepswedstrijd van het WK 2014 tegen Costa Rica. Via Nederland en Argentinië ging de titel in de finale naar de officiële wereldkampioen Duitsland.

In de eerste wedstrijd na het wereldkampioenschap verloor Duitsland de titel terug aan Argentinië, waarna de titel op het Amerikaanse continent bleef. Naast Argentinië waren Brazilië, Colombia, Chili (dankzij de beide overwinningen in de Copa América 2015 en 2016), Uruguay, Mexico en Paraguay in deze jaren onofficieel wereldkampioen.

Titelhouders bewerken

Hieronder staan de onofficiële wereldkampioenen, geordend naar het aantal wedstrijden waarin zij de titel verdedigden en in geval van gelijke aantallen, het aantal dagen kampioenschap en verstreken tijd sinds voor het laatst de titel werd gewonnen.

Rang Elftal Wedstrijden als
kampioen
Dagen als
kampioen
Aantal malen
kampioen
Gewonnen
titelstrijden
Laatste kampioenschap
1   Schotland 103 13.003 20 86 2007-03-28 28 maart 2007
2   Engeland 88 7.506 21 74 2000-06-20 20 juni 2000
3   Argentinië 71 2.729 13 58 2014-07-13 13 juli 2014
4   Nederland 66 2.303 10 51 2014-07-09 Huidige kampioen
5   Rusland[1] 50 1.580 6 41 2000-02-23 23 februari 2000
6   Brazilië 37 1.251 7 29 1998-07-12 12 juli 1998
7   Duitsland[2] 36 1.199 † 10 28 2014-07-14 3 september 2014
8   Frankrijk 34 1.333 6 28 2001-03-28 16 november 2018
9   Zweden 30 1.519 7 28 2013-02-06 6 februari 2013
10   Italië 30 1.002 9 27 2007-08-22 22 augustus 2007
11   Hongarije 27 1.138 7 17 2008-09-10 10 september 2008
12   Uruguay 26 1.273 7 20 2014-01-25 14 juni 2014
13   Spanje 24 1.256 5 17 2010-09-077 september 2010
14   Tsjechië[3] 23 648 5 15 2004-03-31 31 maart 2004
15   Oostenrijk 16 816 2 12 1968-06-16 16 juni 1968
16   Japan 16 403 1 11 2011-11-15 15 november 2011
17   Zwitserland 14 1.124 7 9 1994-06-26 26 juni 1994
18   Wales 13 1.821 8 12 1988-09-14 14 september 1988
19   Colombia 13 1.109 3 8 1995-01-31 31 januari 1995
20   Chili 13 1.066 4 11 1982-03-30 30 maart 1982
21   Noord-Korea 13 435 1 10 2013-01-23 23 januari 2013
22   Griekenland 12 528 2 11 2008-05-24 24 mei 2008
23   Paraguay 11 452 2 7 1979-12-05 5 december 1979
24   Peru 11 308 4 7 1982-06-22 22 juni 1982
25   Roemenië 10 269 4 8 2006-05-23 23 mei 2006
26   Costa Rica 10 180 2 8 2014-07-05 5 juli 2014
27   Bulgarije 9 422 3 6 1985-09-04 4 september 1985
28   Noord-Ierland[4] 8 2.709 4 5 1933-10-14 14 oktober 1933
29   Angola 8 280 1 7 2005-03-27 27 maart 2005
30   Zimbabwe 8 195 1 7 2005-10-08 8 oktober 2005
31   België 7 188 4 5 1990-01-17 17 januari 1990
32   Servië[5] 5 144 3 5 1995-05-31 31 mei 1995
33   Ierland 5 122 2 3 2004-05-29 29 mei 2004
34   Bolivia 5 55 3 5 1994-04-20 20 april 1994
35   Polen 5 41 2 4 1989-05-07 7 mei 1989
36   Nigeria 4 61 2 4 2005-11-16 16 november 2005
37   Portugal 3 314 2 2 1992-06-04 4 juni 1992
38   Denemarken 3 75 2 3 1989-08-23 23 augustus 1989
39   Ecuador 3 63 1 2 1965-08-22 22 augustus 1965
40   Verenigde Staten 3 13 2 2 1992-06-14 14 juni 1992
41   Georgië 2 129 1 2 2007-03-24 24 maart 2007
42   Israël 2 63 1 1 2000-04-26 26 april 2000
43   Turkije 2 35 1 1 2007-10-17 17 oktober 2007
44   Mexico 1 290 1 1 1963-03-24 24 maart 1963
45   Venezuela 1 21 1 1 2006-10-18 18 oktober 2006
46   Zuid-Korea 1 4 1 1 1995-02-04 4 februari 1995
47   Australië 1 4 1 1 1992-06-18 18 juni 1992
48   Nederlandse Antillen 1 4 1 1 1963-03-28 28 maart 1963

*: Inclusief wedstrijden gewonnen na verlenging en strafschoppen.

† peildatum 14 juli 2014

Regels bewerken

  • Het eerste team dat een internationale voetbalwedstrijd won werd benoemd tot de eerste onofficiële wereldkampioen voetbal.
  • De volgende wedstrijd waarin dit team speelt wordt als titelstrijd beschouwd, waarin de winnaars de titel verkrijgen.
    • Indien een titelstrijd een gelijkspel is blijft de huidige houder van de titel kampioen. Voor de beslissing tellen eventuele verlenging en strafschoppen mee.
  • Deze regels gelden voor elke FIFA-geaccrediteerde internationale 'A'-wedstrijd waarin een titelhouder speelt.

Voetnoten bewerken

  1. De statistieken van Rusland zijn inclusief resultaten van de Sovjet-Unie voor 1990
  2. De statistieken van Duitsland zijn inclusief resultaten van West-Duitsland 1945-1990
  3. De statistieken van Tsjechië zijn inclusief de resultaten van het Tsjecho-Slowaaks voetbalelftal voor 1990
  4. De statistieken van Noord-Ierland zijn inclusief de resultaten van Ierland voor 1921
  5. Servië is nooit zelf kampioen geweest, maar is volgens de FIFA de opvolger van de elftallen van het Koninkrijk Joegoslavië (kampioen in 1939), de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (kampioen in 1984) en de Federale Republiek Joegoslavië (kampioen in 1995)

Externe link bewerken