Noordelijke huiswinterkoning

soort uit het geslacht Troglodytes

De noordelijke huiswinterkoning (Troglodytes aedon) is een vogel uit de familie winterkoningen (Troglodytidae), en een bekende verschijning in veel Amerikaanse tuinen.

Noordelijke huiswinterkoning
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Noordelijke huiswinterkoning
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Troglodytidae (Winterkoningen)
Geslacht:Troglodytes
Soort
Troglodytes aedon
Vieillot, 1809
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Noordelijke huiswinterkoning op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Kenmerken bewerken

Het is een vrij fors lid van de familie van de winterkoningen (ca. 12 centimeter lang en 11 gram zwaar). De vogel is roestbruin tot grijzig, met lichte onderdelen en dwarsstrepen op en onder zijn staart.

Leefwijze bewerken

Als alle leden van de familie zoekt hij met zijn lange dunne snavel naar voedsel in spleten. Hij eet naast insecten en spinnen ook wel fruit.

Geluid bewerken

De zang is vrij gevarieerd met een serie murmelende dalende trillers en ratels. Als alle winterkoningen kan hij vocaal flink van zich afbijten met een stem die een grotere vogel niet zou misstaan.

Voortplanting bewerken

In het voorjaar maakt het mannetje daar gebruik van om een vrouwtje aan te trekken. Hij legt op een aantal plaatsen -meest boomholtes of nestkastjes- het fundament van een nest met wat takjes. Het vrouwtje kiest dan welke plek ze het liefste heeft en stoffeert het met veertjes en ander materiaal. Er zijn meestal twee broedsels per seizoen en de tweede leg kan best van een ander mannetje zijn.

Verspreiding en leefgebied bewerken

De vogel komt voor in een groot deel van Noord-Amerika, noordelijk tot in Alberta. 's Winters trekt deze winterkoning naar de zuidelijke staten van de Verenigde Staten en Mexico. De noordelijke huiswinterkoning komt voor in verschillende type leefgebieden zoals bossen in uiterwaarden, maar ook in buitenwijken van steden. Het is de meest voorkomende soort winterkoning in Noord-Amerika.

De soort telt 33 ondersoorten:

  • T. a. aedon: zuidoostelijk Canada en de oostelijke Verenigde Staten.
  • T. a. albicans: zuidwestelijk Colombia en westelijk Ecuador.
  • T. a. atacamensis: noordelijk en centraal Chili.
  • T. a. atopus: noordelijk Colombia.
  • T. a. audax: westelijk Peru.
  • T. a. beani: Cozumel.
  • T. a. bonariae: uiterst zuidoostelijk Brazilië, Uruguay en noordoostelijk Argentinië.
  • T. a. brunneicollis: centraal en zuidelijk Mexico.
  • T. a. cahooni: van zuidoostelijk Arizona tot centraal Mexico.
  • T. a. carabayae: centraal en zuidelijk Peru.
  • T. a. carychrous: Nationaal Park Coiba.
  • T. a. chilensis: zuidelijk Chili en zuidelijk Argentinië.
  • T. a. clarus: van Venezuela (behalve het westen), oostelijk Colombia en de Guyana's tot noordoostelijk Peru en westelijk Brazilië.
  • T. a. columbae: oostelijk Colombia en westelijk Venezuela.
  • T. a. effutitus: La Guajira en noordwestelijk Venezuela.
  • T. a. grenadensis: Grenada.
  • T. a. guadeloupensis: Guadeloupe. Mogelijk uitgestorven, sinds 1973 niet meer waargenomen.
  • T. a. inquietus: van zuidwestelijk Costa Rica tot oostelijk Panama.
  • T. a. intermedius: van zuidelijk Mexico tot centraal Costa Rica.
  • T. a. martinicensis: Martinique. Sinds 1900 uitgestorven
  • T. a. mesoleucus: Saint Lucia.
  • T. a. musculus: van centraal en oostelijk Brazilië tot noordoostelijk Argentinië en oostelijk Paraguay.
  • T. a. musicus: Saint Vincent.
  • T. a. nitidus: Mount Zempoaltepec in zuidelijk Mexico.
  • T. a. pallidipes: de Pareleilanden.
  • T. a. parkmanii: van zuidwestelijk en het zuidelijke deel van Centraal-Canada en de westelijke en centrale Verenigde Staten tot noordelijk Mexico.
  • T. a. peninsularis: Yucatán.
  • T. a. puna: Peru en noordwestelijk Bolivia.
  • T. a. rex: van centraal Bolivia tot noordelijk Argentinië en westelijk Paraguay.
  • T. a. rufescens: Dominica.
  • T. a. striatulus: westelijk en centraal Colombia en noordwestelijk Venezuela.
  • T. a. tecellatus: zuidwestelijk Peru en noordelijk Chili.
  • T. a. tobagensis: Tobago.

Status bewerken

De noordelijke huiswinterkoning heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) uiterst gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Mogelijk gaat de soort in aantal vooruit. Om deze redenen staat deze soort winterkoning als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]