Nonnegaatsterpolder

De Nonnegaatsterpolder (ook: Nonnegatpolder) is een voormalig waterschap in de Nederlandse provincie Groningen.[1][2]

Nonnegaatsterpolder
Waterschap in Nederland
Locatie
Provincie Groningen
Coördinaten 53°15'44,6"NB, 6°59'37,7"OL
Oppervlakte 710 ha  
Geschiedenis
Opgericht 22 november 1792
Opgeheven 1967
Opgegaan in Oldambt
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Het waterschap lag ten noordoosten van Nieuwolda. De noordgrens lag ten noorden van de Heemweg, de oostgrens lag bij de gemeentegrens Oldambt-Delfzijl, de zuidgrens lag bij de Hoofdweg-Oost en ten westen van de Kerkelaan 300 m zuidelijk daarvan, de west- en noordwestgrens lag bij het Termunterzijldiep. De polder had twee molens aan het Termunterzijldiep, namelijk de Nonnegaatstermolen ten noorden van Nieuwolda en de Knuifstermolen bij De Heemen. De laatste werd later vervangen door het stoomgemaal De Leegte, daarna door het motorgemaal Nonnegaat, die beide eveneens uitsloegen op het Zijldiep.

Waterstaatkundig gezien ligt het gebied sinds 2000 binnen dat van het waterschap Hunze en Aa's.

Pegel bewerken

De molenaar van de Nonnegaatstermolen was hoofdseinmolenaar. Als het polderwater het gewenste niveau had bereikt, gaf hij dit aan met een sein. Dit was het teken voor de andere molenaars om eveneens te stoppen met malen. Dit sein werd gegeven door een rode vlag (of 's nachts een rode lamp) in de mast die naast het gemaal stond te hijsen. Dit teken, dat werd omschreven als "het is pegel"[3], werd overgenomen door andere seinmolenaars en zo doorgegeven.[4]

Naam en voorgeschiedenis bewerken

De naam Nonnegaatsterpolder is mogelijk afkomstig van een inbraakgeul van de Dollard, het Nonnegat (1600: Nonnengat), die behoorde tot de landerijen van het Grijzevrouwenklooster of het nonnenklooster te Heiligerlee. Op een kaart uit 1731 wordt de noordelijkste tak van het Oosterhamrikkermaar of Oostermonnikermaar nog Nunnegats Maar genoemd.[5] Dit kanaaltje voerde oorspronkelijk het water van het Hondshalstermaar af en mondde vermoedelijk via het Nonnegatsmaar en het Oosterhamrikkermaar door de Nijezijl oftewel Waghenborgerzijl te Oostwolderhamrik in de Dollard uit. Op een kaart van omstreeks 1638 staat het Olde Zijldiep te Oosterwolderhamrik ingetekend.[6] Door de aanleg van het Termterzijldiep in 1601 werd de directe afvoer naar zee geblokkeerd en moesten deze afwateringskanalen hun water op het Zijldiep lozen. Voor de bouw van de Knuifstermolen mondde het Oosterhamrikkermaar op deze plek via het Oostwolderverlaat in het Termunterzijldiep uit.[7] Via dit verlaat konden binnenschepen uit de polder het Termunterzijldiep en het Hondshalstermaar bereiken.