Natriumthiocyanaat

chemische verbinding

Natriumthiocyanaat (NaSCN) is het natriumzout van thiocyaanzuur. De stof komt voor als kleurloze tot witte, hygroscopische kristallen, die goed oplosbaar zijn in water, aceton en alcoholen. Dit zout is de hoofdbron van het thiocyanaat-ion.

Natriumthiocyanaat
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van natriumthiocyanaat
Algemeen
Molecuulformule NaSCN
IUPAC-naam natriumthiocyanaat
Andere namen natriumsulfocyanaat, natriumrhodanide
Molmassa 81,07216928 g/mol
SMILES
C(#N)[S-].[Na+]
InChI
1S/CHNS.Na/c2-1-3;/h3H;/q;+1/p-1
CAS-nummer 540-72-7
Wikidata Q425176
Beschrijving Kleurloze tot witte kristallen
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Schadelijk
Waarschuwing
H-zinnen H302 - H312 - H332 - H412
EUH-zinnen geen
P-zinnen P273 - P280
Hygroscopisch? ja
EG-Index-nummer 615-004-00-3
LD50 (ratten) 764 mg/kg
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur kleurloos-wit
Dichtheid 1,735 g/cm³
Smeltpunt 287 °C
Oplosbaarheid in water (bij 21°C) 1390 g/L
Goed oplosbaar in water, aceton, ethanol
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Synthese bewerken

Natriumthiocyanaat wordt bereid door reactie van natriumcyanide met elementair zwavel:

 

Toepassingen bewerken

Natriumthiocyanaat wordt onder meer gebruikt om halogeenalkanen om te zetten in hun corresponderende thiocyanaatalkaan. Het wordt ook gebruikt bij de bereiding van geneesmiddelen en verscheidene specifieke chemische verbindingen.[1]

Toxicologie en veiligheid bewerken

De stof ontleedt bij verhitting en onder invloed van licht, met vorming van giftige dampen van zwaveloxiden, stikstofoxiden en cyaniden. Natriumthiocyanaat reageert hevig met zuren, sterke basen en sterke oxidatiemiddelen.

De stof is irriterend voor de ogen, de huid en de luchtwegen. De stof kan effecten hebben op het centraal zenuwstelsel, met als gevolg stuiptrekkingen en verwardheid.

Herhaald of langdurig huidcontact kan een huidontsteking veroorzaken. De stof kan effecten hebben op het bloed, het centraal zenuwstelsel en de schildklier, met als gevolg bloedarmoede, beschadiging van de bloedcellen en uitmergeling.

Externe links bewerken