Metternich (geslacht)

geslacht

Metternich is een van oorsprong Duits adellijk geslacht uit het Rijnland.

Klemens von Metternich

Geschiedenis bewerken

Het geslacht was aanvankelijk een tak van het Huis Hemmrich, maar noemde zich in de 14e eeuw naar het dorp Metternich bij Koblenz (tegenwoordig als Koblenz-Metternich een stadsdeel van die stad).

De Metternichs splitsten zich in de loop der tijd in twaalf linies. De enige in 1635 nog bestaande tak, Metternich-Winneburg, werd dat jaar op 28 oktober in de rijksvrijherenstand verheven. In 1652 worden zij door de keurvorst van Trier beleend met de heerlijkheden Winneburg en Beilstein als rijksachterleen.

Op 20 maart 1679 worden zij in de rijksgravenstand verheven en worden de heerlijkheden Winneburg en Beilstein tot rijksgraafschap verheven. Op grond van deze bezittingen krijgen zij een zetel in de Rijksdag en in de Nederrijns-Westfaalse Kreits.

De Metternichse bezittingen op de linker Rijnoever vielen bij de Vrede van Lunéville in 1801 aan Frankrijk toe. Het geslacht werd door de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 schadeloosgesteld voor het verlies van Winneburg en Beilstein met de voormalige abdij Ochsenhausen in Zwaben zonder het ambt Thannheim.

Op 30 juni 1803 worden de Metternichs verheven tot rijksvorst en de heerlijkheid Ochsenhausen tot rijksvorstendom. Frans I van Oostenrijk kende deze titel, aanvankelijk toe aan de eerstgeborene, in 1813 aan alle telgen.

In de Rijnbondakte van 12 juli 1806 wordt het graafschap Ochsenhausen gemediatiseerd en kwam onder de soevereiniteit van het koninkrijk Württemberg. Het werd in 1825 voor 1.300.000 gulden aan de Württembergse koning Willem I verkocht.

Bekende telgen bewerken