De Metasuchia zijn een belangrijke clade binnen de Crocodylomorpha. Ze zijn verdeeld in twee hoofdgroepen, Notosuchia en Neosuchia. Notosuchia is een uitgestorven groep die voornamelijk kleine taxa uit het Krijt met een heterodont gebit bevat. Neosuchia omvat de bestaande Crocodylia en basale taxa, zoals peirosauriden en pholidosauriden.

Metasuchia
Fossiel voorkomen: Vroeg-Jura tot recent
Schedel van Sebecus icaeorhinus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse:Diapsida
Infraklasse:Archosauromorpha
Superorde:Crocodylomorpha
Clade
Metasuchia
Benton & Clark, 1988
Schedel van Araripesuchus
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De groep werd benoemd in 1988 door Michael Benton en James Clark.[1]

Ze werden fylogenetisch gedefinieerd door Sereno et alii (2001) als een clade bestaande uit de laatste gemeenschappelijke voorouder van Notosuchus terrestris en Crocodylus niloticus; en al zijn afstammelingen.[2]

Fylogenie bewerken

Metasuchia

Notosuchia




Anatosuchus





Barcinosuchus



Itasuchus




Miadanasuchus



Trematochampsa



Caririsuchus





Mahajangasuchidae



Peirosauridae





Neosuchia





De fylogenie van basale metasuchiërs heeft de afgelopen jaren veel herzieningen ondergaan. De fylogenie van notosuchiërs is in het bijzonder herzien, met de constructie van Sebecia door Larsson en Sues (2007) om peirosauriden in de clade op te nemen. Voorheen werden peirosauriden buiten Notosuchia geplaatst. Larsson en Sues (2007) suggereerden ook dat Sebecosuchia (met de families Baurusuchidae en Sebecidae) polyfyletisch was, aangezien Baurusuchus buiten Sebecia werd geplaatst, dat zelf buiten Notosuchia werd geplaatst. Echter, meer recente fylogenetische studies hebben Baurusuchus opnieuw in Notosuchia geplaatst, hoewel het nog steeds niet als een Sebecosuchia wordt beschouwd.

In 2012 werd een fylogenetische studie gedaan om supertrees van Crocodyliformes te produceren, waaronder 184 soorten. De meest spaarzame bomen waren zeer goed opgelost, wat betekent dat de fylogenetische verwantschappen die in de analyse werden gevonden, zeer waarschijnlijk waren. Als zodanig is hieronder de consensusboom uit het onderzoek, met de nadruk op de metasuchische tak van de boom.

Metasuchia
Notosuchia


Araripesuchus wegeneri




Araripesuchus tsangatsangana



Araripesuchus buitreraensis




Araripesuchus patagonicus



Araripesuchus gomesii








Uruguaysuchus terrai



Uruguaysuchus aznarezi





Libycosuchus brevirostris




Simosuchus clarki





Malawisuchus mwakasyungutiensis



Candidodon itapecuruense






Notosuchus terrestris




Comahuesuchus brachybuccalis




Mariliasuchus amarali




Yacarerani boliviensis



Pakasuchus kapilimai



Adamantinasuchus navae








Stratiotosuchus maxhechti



Pehuenchesuchus enderi



Pabwehshi pakistanensis



Iberosuchus macrodon



Eremosuchus elkoholicus



Doratodon



Bergisuchus dietrichbergi



Baurusuchus salgadoensis



Baurusuchus pachechoi




Chimaerasuchus paradoxus




Sphagesaurus huenei



Sphagesaurus montealtensis







Sebecus huilensis



Sebecus icaeorhinus





Itaborai Croc



Bretesuchus bonapartei













Anatosuchus minor





Barcinosuchus gradilis



Itasuchus jesuinoi




Miadanasuchus oblita



Trematochampsa taqueti



Caririsuchus camposi




Mahajangasuchidae

Kaprosuchus saharicus



Mahajangasuchus insignis



Peirosauridae

Hamadasuchus rebouli




Montealtosuchus arrudacamposi



Uberabasuchus terrificus




Peirosaurus torminni



Lomasuchus palpebrosus








Neosuchia