Maria Theresia van Portugal

Portugees schrijfster (1793-1874)

Maria Theresia van Bragança, infante van Portugal (Ajuda (Lissabon), Portugal, 29 april 1793Triëst, Italië, 17 januari 1874), was een Portugese prinses en erfgename van de Portugese troon van 1793 tot 1795, toen haar jongere broer Anton Pius werd geboren. Haar volledige naam was: Maria Theresa Francisca de Assis Antonia Charlotta Johanna Josepha Xavier de Paula Michaëla Rafaela Isabella Gonzaga van Bragança.

Infante Dona Maria Theresia van Portugal

Leven bewerken

Maria Theresia werd geboren in het Nationaal Paleis van Ajuda. Ze kreeg de titel Prinses van Beira (een titel die meestal werd gegeven aan de erfgenaam of erfgename van de Portugese troon). Maria Theresia was de oudste dochter van koning Johan VI van Portugal, in die tijd kroonprins van Portugal en prins-regent van Portugal. Haar moeder was prinses Charlotte Joachime van Bourbon (oudste dochter van koning Karel IV van Spanje en koningin Maria Louisa van Parma). Theresia’s grootouders aan vaderskant waren koningin Maria I van Portugal en de in 1786 overleden koning-gemaal Peter III van Portugal.

Ze trouwde op 13 mei 1810 in Rio de Janeiro, waar in die tijd de Portugese Koninklijke familie verbleef (in ballingschap vanwege de napoleontische oorlogen), met haar neef infant Peter Karel (1786-1812), prins van Spanje en Portugal. Uit dit huwelijk kwam een kind voort; de infant Sebastiaan van Portugal en Spanje (1811-1875). Maria Theresia werd weduwe op 26 mei 1812.

 
Theresia's tweede echtgenoot infant Don Carlos van Spanje

Vanwege haar conservatieve instelling was zij een bondgenoot van haar jongere broer koning Michaël I van Portugal (Miguel), in diens pogingen om de Portugese troon te behouden tijdens de burgeroorlog (1826-1834). Ook was Theresia een bondgenoot van haar zwager en oom infant Don Carlos, Graaf van Molina, in diens pogingen om de Spaanse te troon te bemachtigen. In de laatste jaren van de regering van haar oom koning Ferdinand VII van Spanje (overleden 1833), woonde Theresia in Madrid en zwoer ze samen met Don Carlos om diens positie in troonopvolging te versterken. Ze nam deel aan de Eerste Carlistenoorlog (1833-1839) en was een vooraanstaande voorvechter van het carlisme, de Rooms-Katholieke Kerk en de reactionaire belangen. De jongere zuster van Theresia, Francisca (overleden in 1834), de titulaire koningin van Spanje, was de vrouw van Carlos.

Ze had rechten op de troon van Spanje omdat zij een afstammeling was van Karel IV van Spanje. Op 15 januari 1837 sloot het Cortes van Spanje haar uit van de Spaanse successie op grond van haar rebellie samen met Don Carlos tegen de Spaanse regering en koningin Isabella II van Spanje. Haar zoon, Sebastiaan, werd ook uitgesloten van de troon, maar werd in 1859, in ere hersteld. Ook werden de zonen van Don Carlos en Theresia’s broer, Miguel I van Portugal, uitgesloten van rechten op de Spaanse troon.

Het jaar daarop, in 1838 trouwde ze opnieuw, ditmaal met haar zwager en oom, en tevens langdurig bondgenoot; infant Carlos van Spanje (1788-1855), van wie zij dacht dat het de rechtmatige koning van Spanje was. Hij was de weduwnaar van Maria Theresia’s jongere zuster infante Maria Francisca. Het tweede huwelijk bleef echter kinderloos, maar ze nam de zorg over haar stiefzonen op zich, die ook haar neven waren.

Ze verlieten Spanje snel, vanwege de slecht aflopende Spaanse Burgeroorlog, en keerden nooit meer terug. Ze overleed in Triëst op 17 januari 1874, en overleefde haar tweede man negentien jaar.

Maria Theresia werd in 1801 in de Spaanse Maria-Louisa-orde opgenomen.