Manganiet
Manganiet is een veelvoorkomend mangaanhoudend mineraal, behorende tot de oxidegroep, met de chemische formule MnO(OH). Manganietkristallen zijn zilvergrijs en monoklien (alhoewel het ook orthorombisch kan lijken). Het is vergelijkbaar met pyrolusiet. Manganiet werd ontdekt en voor het eerst beschreven in 1827.
Manganiet | ||||
---|---|---|---|---|
Mineraal | ||||
Chemische formule | MnO(OH) | |||
Kleur | zilvergrijs - zwart | |||
Streepkleur | roodbruin tot zwart-grijs | |||
Hardheid | 4 | |||
Gemiddelde dichtheid | 4,3 - 4,4 kg/dm3 | |||
Glans | submetallisch | |||
Opaciteit | opaak | |||
Breuk | oneffen, bros | |||
Splijting | perfect | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | Monoklien | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Naamgeving bewerken
Manganiet is vernoemd naar haar hoofdbestanddeel: het metaal mangaan (ca. 62,5%). De chemische naam voor het mineraal is mangaanoxide.
Mangaanerts bewerken
Na pyrolusiet (mangaandioxide) en rhodochrosiet (mangaancarbonaat) is manganiet de derde belangrijkste economische bron van mangaan. Het metaal wordt uit het erts gehaald door middel van het Goldschmidtproces.
Ontstaan en herkomst bewerken
Manganiet is een erg wijdverbreid mangaanerts, dat gevormd wordt door de werking van water op mangaan(II)oxide (MnO). Deze chemische reactie treedt bij relatief lage temperaturen op in zogenaamd hydrothermale aderen (langgerekte holtes in gesteente die gevuld zijn met een warme, waterige massa die veel metalen bevat), maar ook in zeeën en zoet water. Het wordt vaak aangetroffen in aanwezigheid van pyrolusiet en bariet.
De meeste manganietkristallen zijn afkomstig uit de Bottalackmijn bij St. Just in Cornwall, nabij Egremont in Cumbria en in Exeter (Devon). Belangrijke manganietafzettingen worden aangetroffen in Nova Scotia (Canada), in het Harzgebergte (Duitsland) en in het ijzerdistrict rond het Bovenmeer in de Verenigde Staten.
Kenmerken bewerken
Manganietkristallen zijn monoklien, prismatisch opgebouwd met strepen over de buitenkant. Ze komen meestal voor in bundels of in aggregaten die uitwaaieren vanuit een centraal punt. Het mineraal is zilvergrijs tot zwart van kleur. Het is een opaak (ondoorschijnend) mineraal dat iets minder glanst dan een metaal, waardoor deze met submetallische glans wordt aangeduid.