Ornaatelfje

soort uit het geslacht Malurus
(Doorverwezen vanaf Malurus cyaneus)

Het ornaatelfje (Malurus cyaneus) is een vogel uit de familie van de elfjes (Maluridae). De soort komt voor in Australië. De vogel werd op Tasmanië waargenomen en geldig beschreven door de tekenaar en assistent-scheepsarts William Ellis als Motacilla cyanea in de reisbeschrijvingen van de derde reis van James Cook.

Ornaatelfje
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Ornaatelfje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Maluridae (Elfjes)
Geslacht:Malurus
Soort
Malurus cyaneus
(Ellis, 1782)[2]
Verspreidingsgebied
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ornaatelfje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Kenmerken bewerken

Het ornaatelfje is 14 cm lang, de staart is gemiddeld 5,9 cm en is relatief kort voor een elfje; de vogel weegt 8 tot 13 gram. De soort vertoont duidelijk seksueel dimorfisme: het mannetje is in het broedseizoen opvallend fraai blauw gekleurd op het voorhoofd, de oorstreek, rug en de staart. De keel, oogstreep en de nek zijn zwart of zeer donkerblauw. Mannetjes na de broedtijd, onvolwassen vogels en vrouwtjes zijn overwegend bruin, van boven donkerder dan van onder.

Het ornaatelfje dat op Tasmanië voorkomt is wat donkerder en groter en wordt als een ondersoort beschouwd.

Voortplanting bewerken

Deze in groepen levende vogels bouwen een overdekt nest van gras en spinrag, aan de binnenkant afgewerkt met veertjes en zaadpluis. Het legsel bestaat uit 2 tot 4 witachtige, gespikkelde eieren, die 12 tot 15 dagen worden bebroed. De jongen verlaten na 10 tot 12 dagen het nest.

Opmerkelijk in het gedrag is het feit dat elfjes enerzijds sociaal monogaam zijn, omdat zij een vaste levenspartner kiezen, terwijl beide partners tegelijkertijd tevens seksueel promiscue zijn.

Verspreiding en leefgebied bewerken

Het ornaatelfje komt voor in een groot aantal typen leefgebieden in het oosten en zuidoosten van Australië (zie kaartje). De enige voorwaarde is de aanwezigheid van wat dichte ondergroei. Het ornaatelfje wordt aangetroffen in hoog gras, niet al te dicht bos en struikgewas, heidegebieden, maar ook in stadstuinen. Het ornaatelfje heeft zich aangepast aan het stadsmilieu en komt daardoor voor in de buitenwijken van Sydney, Canberra en Melbourne.

De soort telt 6 ondersoorten:

  • M. c. cyaneus: Tasmanië.
  • M. c. samueli: Flanderseilanden.
  • M. c. elizabethae: Kingeiland.
  • M. c. cyanochlamys: zuidoostelijk Australië.
  • M. c. leggei: het zuidelijke deel van Centraal-Australia.
  • M. c. ashbyi: Kangaroo Island.