Loen(en) of Loenius was een Nederlands Zwingiliaanse regentengeslacht uit Edam dat twee eeuwen lang bestuurlijke ambten bekleedde. Loen was daarnaast een koopmans-en redersfamilie.[1]

De Grote Kerk in Edam, waar telgen van het geslacht Loenius zijn begraven.

Geschiedenis bewerken

De stamreeks van dit Edamse geslacht gaat terug tot ongeveer 1400[2], waarna men een eeuw later de familienaam begon te dragen.[3] De gebroeders Cornelis, Pieter en Jan verwierven in de 16e eeuw een vaste plek in alle bestuurlijke ambten van Edam.[1] Zij werden in 1568, aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, door hertog Alva verbannen en "hun goederen verbeurd verklaard".[4] Pieter Pietersz Loen werd in 1577 als eerste thesaurier van Edam gekozen. Als thesaurier komt de naam Loen tot 1587 met grote regelmaat voor.[1] Johannes Loenius, voorheen secretaris van Edam, vertrok naar Amsterdam en diende tussen 1626 en 1641 als raadsheer het Hof van Holland. Zijn Decisien en observatien werd in 1712 postuum gepubliceerd.[5]

Herinneringen bewerken

Tegenwoordig zijn er nog enkele locaties die aan deze familie herinneren. In de Edamse Singelwijk is een straat naar admiraal Bouwen Loen vernoemd[2] en aan de Keizersgracht 3 staat een historisch pand dat tussen 1520-1540 door de familie Loen is gebouwd.[6] Ook hangt er in de Grote Kerk van Edam een rouwbord met het familiewapen.[3]

Wapen bewerken

Er bestaan twee varianten van dit familiewapen:

  • In zilver drie geplante gebladerde groene rozentakken, naast elkaar, waarvan de middelste rood gebloemd en zilver geknopt, op groene grond.[7]
  • in goud drie geplante gebladerde takken, naast elkaar, waarvan de middelste rood gebloemd, op grond, alles groen.[8]