Linlongopterus

taxon

Linlongopterus is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs, behorend tot de Pterodactyloidea, dat leefde tijdens het Vroeg-Krijt in het gebied van het huidige China.

Linlongopterus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Krijt
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Pterosauria
Onderorde:Pterodactyloidea
Geslacht
Linlongopterus
Rodrigues et al., 2015
Typesoort
Linlongopterus jennyae
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Vondst en naamgeving bewerken

In het begin van de eenentwintigste eeuw werd er bij Linglong in de provincie Liaoning het skelet gevonden van een nog onbekende pterosauriër. Het exemplaar werd in 2011/2012 in de literatuur gemeld.

In 2015 benoemden en beschreven Taissa Rodrigues, Jiang Shunxing, Cheng Xin, Wang Xiaolin en Alexander Wilhelm Armin Kellner de typesoort Linlongopterus jennyae. De geslachtsnaam verbindt een verwijzing naar Linglong met een gelatiniseerd Oudgrieks pteron, 'vleugel'. Lin betekent ook 'woud' en long 'draak' in het Chinees dus de naam kan gelezen worden als 'wouddraakvleugel'. De soortaanduiding eert de in 2014 overleden moeder van Kellner, de lerares Duits 'Jenny' Elfriede Kellner.

Het holotype IVPP V15549 is gevonden in een laag van de Jiufotangformatie die wellicht dateert uit het Aptien, ongeveer 120 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een schedel met onderkaken, platgedrukt bewaard. De schedel wordt van de rechterzijde bezien maar de onderkaken, die om hun lengteas geroteerd zijn ten opzichte van de schedel, van de linkerzijde. Een stuk van de snuit ontbreekt, het schedeldak met hersenpan en ook de uiterste punt van de onderkaken, hoewel nog een gedeelte van hun symfyse aanwezig is. Verschillende schedelelementen zijn verschoven omdat ze niet vergroeid waren wat erop wijst dat het een jongvolwassen exemplaar betreft; de mate van verbening bewijst dat het niet om een zeer jong dier gaat.

Beschrijving bewerken

Grootte en onderscheidende kenmerken bewerken

Linlongopterus is een vrij grote soort. De schedel heeft een bewaarde lengte van 347,83 millimeter en de onderkaken van 313,2 millimeter wat wijst op een vleugelspanwijdte van ruwweg drie meter.

Een opvallend kenmerk is de lage positie van de oogkas waarvan de onderrand op dezelfde hoogte ligt als de onderrand van de voorliggende schedelopening, de fenestra nasoantorbitalis. Dit is een autapomorfie van de soort, een unieke afgeleide eigenschap. Verder is er een unieke combinatie van op zich niet unieke eigenschappen. Het jukbeen heeft een dunne opgaande tak richting traanbeen. Die tak loopt verticaal. Het onderste slaapvenster heeft een in zijaanzicht brede onderrand. De voorste tak van het pterygoïde heeft aan het voorste uiteinde een lichte buiging naar buiten.

Skelet bewerken

De schedel is zeer langwerpig. Het bovenprofiel en de kaakrand zijn vrijwel recht en beide naderen elkaar slechts zeer geleidelijk. Pas bijna vooraan krommen ze naar elkaar toe zodat de snuitpunt matig stomp is. Achter de tandenrij ligt in de snuitwand een langwerpige en driehoekige fenestra nasoantorbitalis. De voorste punt daarvan bevindt zich vrij hoog. De oogkas heeft een spitse onderste punt die iets naar voren gericht is en ter hoogte van de onderrand van de fenestra nasoantorbitalis eindigt. Het bovenprofiel van de oogkas is onbekend. Het jukbeen heeft een dunne opgaande tak richting traanbeen, die haaks staat op de voorste tak naar het bovenkaaksbeen. Het raakvlak met de processus condyloides is ovaal. De taak richting postorbitale loopt schuin naar achter en maakt een vrij grote hoek met de bovenrand van het quadratojugale zodat het onderste slaapvenster daar breed is. Het quadratum is staafvormig en naar binnen gedraaid. Het kaakgewricht is schroefvormig zodat bij het openen de onderkaken zich uiteen sperren. Het binnenste uitsteeksel van het kaakgewricht is tongvormig. Bij het pterygoïde van het verhemelte is er een kleine tak richting ploegschaarbeen en een voorste tak die zich vooraan verwijdt om de achterrand te vormen van de choana, het interne neusgat. Deze tak staat zijwaarts af van de kleine tak en kromt daarbij iets naar voren.

De onderkaak is langgerekt met een rechte kaakrand en een rechte onderrand. Naar voren toe wordt de onderkaak geleidelijk hoger. De symfyse van de onderkaken heeft echter een rechte bovenrand en een licht bolle onderrand, een bolle 'kin' vormend. De onderkaak heeft achteraan een zeer langwerpige groeve voor de sluitspier die ver naar voren doorloopt. Een dunne voorste tak van het surangulare vormt de buitenste zijrand van deze groeve; het spleniale en prearticulare de lagere binnenrand. Het angulare is dun en langwerpig, de achterste onderrand van de onderkaak vormend. Het articulare heeft bovenop twee gepaarde uithollingen, het onderste kaakgewricht. Het retroarticulair uitsteeksel, de hefboom voor de musculus depressor mandibulae die de muil opent, is langwerpig.

Snuit noch onderkaken dragen een kam.

De kaken dragen tanden maar het precieze aantal ervan is onbekend; de rij van tandkassen is beschadigd. In de bovenkaak staan er minstens zeven; er is ruimte voor elf. Het is niet zichtbaar of ze helemaal tot aan de snuitpunt doorlopen. Misschien staat eenzelfde aantal in de symfyse van de onderkaak; er is ruimte in de onderkaak voor twaalf. De tanden zijn kegelvormig en geleidelijk gekromd; hun kroon is wat korter dan de wortel. Er is geen insnoering tussen kroon en wortel. De voorste tanden zijn langer en de meer achterste tanden zijn korter en rechter; helemaal achteraan zijn de tanden klein en rond in doorsnede. De tweede tot en met zesde tand van de bovenkaak zijn ongeveer even groot met een ovale tandkas en een onderlinge tussenruimte die gelijk is de basislengte van de tand. Het tandemail toont vage verticale richels.

Fylogenie bewerken

Linlongopterus is in de Pteranodontoidea geplaatst. Een kladistische analyse toonde Linlongopterus in een enorme 'kam' of polytomie met de uit dezelfde formatie bekende Ikrandraco en verder Cimoliopterus, Pteranodon, Nemicolopterus en verder vele andere groepen meer afgeleide pteranodontoïden. Een verwantschap is vermoed met de Anhangueria. Het patroon van tandgrootte en plaatsing verschilt van dat van de Anhangueridae. De tanden zijn korter dan die van de Boreopteridae.