Gröbner-basis

(Doorverwezen vanaf Leidende term)

In de computeralgebra, de computationele algebraïsche meetkunde en de computationele commutatieve algebra is een gröbner-basis in de ring van veeltermen in veranderlijken over een lichaam/veld een bijzonder soort voortbrengende deelverzameling van een ideaal .

Men kan het begrip gröbner-basis zien als een niet-lineaire generalisatie in meerdere veranderlijken van:

De theorie van gröbner-bases voor veeltermringen werd in 1965 ontwikkeld door Bruno Buchberger. Buchberger noemde de gröbner-basis naar zijn promotiebegeleider Wolfgang Gröbner. De "Association for Computing Machinery" kende Buchberger in 2007 de "Paris Kanellakis Theory and Practice Award" toe voor dit werk.

Een analoog concept voor lokale ringen werd in 1964 onafhankelijk ontwikkeld door Heisuke Hironaka. Hironaka noemde zijn constructie standaardbasis. De analoge theorie voor vrije Lie-algebra's werd in 1962 ontwikkeld door A.I. Shirshov, maar diens werk bleef buiten de Sovjet-Unie grotendeels onbekend.

Monomiale ordening

bewerken

In bronnen over computeralgebra wordt het woord eenterm meestal gebruikt voor een product van machten van veranderlijken met coëfficiënt 1, dus in de betekenis 'monische eenterm'. De constante 1 is dan de enige eenterm van de graad nul. Deze terminologie komt overeen met de alternatieve definitie van het Wikipedia-artikel eenterm.

De definitie van een gröbner-basis veronderstelt dat op voorhand een monomiale ordening ">" van   wordt gegeven. Dat is een welordening op de verzameling eentermen die verenigbaar is met de vermenigvuldiging van eentermen in de zin dat als   en   eentermen zijn en  , dan ook  .[1]

Als een monomiale ordening gegeven is, heet de leidende term   van een veelterm   (die niet de nulveelterm is) de term van   waarvan de overeenkomstige eenterm (de term zonder zijn coëfficiënt) groter is dan alle andere eentermen van  .[2]

Voorbeeld van een monomiale ordening

bewerken

De lexicografische ordening rangschikt eentermen volgens dalende graad in de eerste veranderlijke. Als twee eentermen dezelfde graad hebben in  , rangschikken we ze volgens dalende graad in de tweede veranderlijke, enzovoort. Als twee eentermen dezelfde graad hebben in alle veranderlijken afzonderlijk, zijn ze aan elkaar gelijk. Voorbeeld

 

Op een omkering van het <-teken na is dit het klassieke begrip lexicografische orde als we de verzameling eentermen in   veranderlijken identificeren met het cartesische product van   kopieën van de natuurlijke getallen, dus als we elke eenterm identificeren met de geordende rij van zijn exponenten.

Voorbeeld van een leidende term

bewerken

In de lexicografische ordening is de leidende term   van de veelterm

 

gelijk aan

 

Definitie

bewerken

Zij > een monomiale ordening van  , en   een ideaal van die ring. Een eindige deelverzameling   van   heet gröbner-basis voor   ten opzichte van de ordening > als het ideaal voortgebracht door de leidende termen van de elementen van   ook al wordt voortgebracht door de leidende termen van de  .[1]

Anders gezegd: een gröbner-basis is een eindige verzameling   veeltermen van   zodat voor elke veelterm   van   (behalve 0),   deelbaar is door minstens een van de  .[3]

Voorbeeld en tegenvoorbeeld

bewerken
 
De nulpunten van f(x,y) vormen de rode parabool; de nulpunten van   vormen de drie blauwe verticale rechten. Hun intersectie bestaat uit drie punten.

Zij   de ring der veeltermen in twee veranderlijken met rationale coëfficiënten, en beschouw het ideaal   voortgebracht door de veeltermen

 
 

Twee andere elementen van   zijn de veeltermen

 
 

Als we de lexicografische ordening met   hanteren, geldt

 
 
 
 

Het ideaal voortgebracht door   bevat alleen veeltermen die deelbaar zijn door   en daar is   niet bij; daaruit volgt dat   geen gröbner-basis is voor  .

Daarentegen kan men als volgt nagaan dat   wel degelijk een gröbner-basis is voor  .

Merk daartoe op dat   en  , en dus ook   en   en alle andere veeltermen in het ideaal  , de volgende drie nulpunten in het  -vlak gemeenschappelijk hebben, zoals aangegeven in de figuur: {(1,1),(-1,1),(0,0)}. Die drie punten liggen niet op één lijn, dus   bevat geen enkele veelterm van de eerste graad.

Ook kan   geen veeltermen bevatten van de bijzondere vorm

 

met   een rationaal getal verschillend van 0 en   een veelterm waarin alleen de veranderlijke   voorkomt; immers, een dergelijke veelterm   kan nooit twee verschillende nulpunten hebben met dezelfde waarde voor   (in dit geval de punten (1,1) en (-1,1)).

Uit dit alles volgt dat   behalve de nulveelterm alleen veeltermen bevat waarvan de leidende term minstens graad 2 heeft, en dus is hun leidende term deelbaar door minstens een van het drietal

 

Dat betekent dat   een gröbner-basis is voor   ten opzichte van de lexicografische ordening met  .

Eigenschappen

bewerken

De basisstelling van Hilbert zegt dat alle idealen in   eindig voortgebracht worden. Men kan aantonen dat voor een willekeurige gegeven monomiale ordening ieder niet-triviaal ideaal een gröbner-basis heeft. De naam gröbner-basis wordt verantwoord door de eigenschap dat iedere gröbner-basis een basis (d.w.z., een voortbrengende verzameling) is.[1]

bewerken