Kariridraco is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs, behorende tot de Pterodactyloidea, dat leefde tijdens het Vroeg-Krijt in het gebied van het huidige Brazilië.

Kariridraco
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Krijt
Kariridraco dianae
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Pterosauria
Onderorde:Pterodactyloidea
Familie:Tapejaridae
Onderfamilie:Thalassodrominae
Geslacht
Kariridraco
Cerqueira et al., 2021
Typesoort
Kariridraco dianae
Kariridraco
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Vondst en naamgeving bewerken

Illegale fossielenjagers vonden op een onbekende locatie, vermoedelijk in het noordoosten van Brazilië, een kalkknol met daarin de achterste kop en voorste nek van een pterosauriër. Om de waarde te vergroten plakten ze er de fossiele snuit van een ander exemplaar tegenaan. Nadat men de handelaren overgehaald had het fossiel aan het Museu de Paleontologia Plácido Cidade Nuvens te schenken, kwam de vervalsing uit. Nuvens liet nog voor zijn dood in 2016 het fossiel bestuderen door andere wetenschappers die tot de conclusie kwamen dat het een voor de wetenschap nieuwe soort vertegenwoordigde. Men besloot de achterste kop apart van de snuit te beschrijven daar het onzeker was of ze tot hetzelfde taxon behoorden. De snuit is in ieder geval van een ander individu, zoals blijkt uit het afwijkende moedergesteente.

In 2021 werd de typesoort Kariridraco dianae benoemd en beschreven door Gabriela M. Cerqueira, Mateus A.C. Santos, Maikon F. Marks, Juliana Manso Sayão en Felipe Lima Pinheiro. De geslachtsnaam is een combinatie van een verwijzing naar de stam van de Kariri die het vondstgebied bewoonde en het Latijn draco, 'draak'. De soortaanduiding verwijst naar Diana Prince, de naam waaronder de superheld Wonder Woman aan het dagelijks leven deelneemt. Omdat de naam gepubliceerd werd in een elektronisch tijdschrift waren Life Science Identifiers nodig voor de geldigheid ervan. Deze zijn 77359171-69E4-4C18-A52A-285F1CF4294D voor het geslacht en D311DC9D-B9ED-4D0A-BAC1-6DC36584B9D voor de soort.

Het holotype MPSC R 1056 is waarschijnlijk gevonden in een laag van de Romualdoformatie die dateert uit het vroege Albien, ruwweg 110 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een gedeeltelijk skelet met schedel. Bewaard zijn gebleven de schedel zonder snuitpunt en het grootste deel van het achterhoofd, het achterste deel van de onderkaken en de voorste vier halswervels, dus de atlas en de draaier met de derde en vierde halswervel. De onderkaken en wervels lagen in verband met de schedel. De botten zijn niet samengedrukt. Het betreft vermoedelijk een volwassen individu.

Beschrijving bewerken

 
Schedel en onderkaken

Grootte en onderscheidende kenmerken bewerken

Kariridraco is een middelgrote tapejaride, wat duidt op een vleugelspanwijdte van enkele meters.

De beschrijvers wisten enkele onderscheidende kenmerken vast te stellen. Twee daarvan zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. De snuitkam maakt een hoek van ongeveer 45° met het bovenkaaksbeen. Het traanbeen heeft een diepe uitholling die naar voren gericht is.

Daarnaast is er een unieke combinatie van kenmerken die op zich niet uniek zijn. Het jukbeen heeft aan de binnenzijde een subtiel gevormd beenplateau. De fenestra nasoantorbitalis is relatief kort en hoog. Het wervellichaam van de vierde halswervel heeft een enkelvoudige ovale pneumatische opening in de linkerzijde.

Skelet bewerken

De bewaarde lengte van de onderkaak is 205 millimeter; de schedellengte zal ongeveer anderhalfmaal zoveel bedragen. De kaken zijn tandeloos. De schedel is achteraan hoog. De randen van de bovenkaken buigen breed naar binnen voor een bol gekromd verhemelte. De snuitkam loopt tamelijk scherp naar beneden af, wat wijst op een spitse snuit. De kam is overdwars dun en heeft een bewaarde lengte van 202 millimeter. Het precieze begin en einde van de kam zijn niet vaststelbaar. Onder de kam ligt een zeer groot driehoekig venster, de fenestra nasoantorbitalis. Achter deze opening bevindt zich een lage orbita, oogkas, in een peervormig profiel met de punt schuin naar beneden en voren gericht. De voorrand daarvan wordt gevormd door het traanbeen en daaronder het jukbeen. De voorste tak van het jukbeen raakt midden onder het venster het bovenkaaksbeen. De in zijaanzicht dunne bovenste tak van het jukbeen staat van het hoofdlichaam af door een uitholling aan de binnenzijde die een matig groot beenplateau vormt. Deze tak staat haaks op de voorste tak. De achterste tak vormt de achterrand van de oogkas. Het traanbeen heeft aan de voorzijde een spleetvormige verticale uitholling. Onder de oogkas ligt een spleetvormig onderste slaapvenster waarvan de onderrand gevormd wordt door een staafvormig quadratojugale en een dyn quadratum dat een hoek maakt met het horizontale vlak van 130°.

De onderkaak toont geen spoor van een kiel maar die kan onder het verdwenen voorste gedeelte hebben gezeten. De symfyse van de onderkaken ontbreekt.

De vergroeide atlas en draaier hebben aan de achterzijde van hun gezamenlijke ronde ruggenmergkanaal aan weerszijden een kleine pneumatische opening. Hun beide zijkanten hebben in het midden ook een klein pneumatisch foramen. De draaier heeft een krachtig doornuitsteeksel dat tot 40° naar achteren buigt. De achterste gewrichtsuitsteeksels zijn groot en maken een hoek van 135° met elkaar. De achterste postexapofysen zijn goed ontwikkeld. De condyle daarboven vormt een ovale bolling, veel breder dan hoog. De bolling loopt via een een uitholling over in de onderrand van het ruggenmergkanaal. Onder de postexapofysen is de onderzijde van het wervellichaam bol.

De derde wervel heeft geen pneumatische openingen in de zijkanten van het centrum. De achterste gewrichtsuitsteeksels zijn via richels verbonden met de basis van het doornuitsteeksel. De beenstijlen van de goed ontwikkelde postexapofysen lopen niet door over de platte onderzijde.

Fylogenie bewerken

Kariridraco werd in 2021 binnen de Tapejaridae in de Thalassodrominae geplaatst, als zustersoort van Tupuxuara.

Het volgende kladogram toont de positie van Kariridraco in de evolutionaire stamboom volgens het beschrijvende artikel.

Azhdarchoidea 

Dsungaripteridae





Azhdarchidae



Chaoyangopteridae



Tapejaridae 

Tapejarinae


Thalassodrominae 

Thalassodromeus




Kariridraco




Tupuxuara leonardii



Tupuxuara longicristatus