De Kadaversynode is een in januari 897 in Rome gehouden kerkelijk schijnproces waarvoor paus Stefanus VI (VII) het lijk van zijn een jaar eerder overleden voorganger Formosus liet opgraven.[1]

Paus Formosus en Stefanus VII
(1870), Jean-Paul Laurens, Musée d'Arts de Nantes

Hij liet het lichaam, voorzien van pauselijke gewaden, op een troon neerzetten om het te veroordelen wegens meineed, bewust zoeken van het pausschap en het in de steek laten van zijn bisdom ten gunste van een ander bisdom.[2] Formosus was namelijk bisschop van het Italiaanse Portus voordat hij paus en dus bisschop van Rome werd. Dit was in strijd met de kerkelijke leerstellingen. Bijzonder detail is, dat Stefanus VI (VII) aan het begin van het proces zelf in overtreding was, daar hij nota bene door Formosus was aangesteld als bisschop van Anagni. Door de ongeldigverklaring van zijn voorgangers daden was dit probleem voor Stefanus opgelost.

Formosus' officiële daden als paus werden tijdens de Kadaversynode ongeldig verklaard.[3] De drie vingers van zijn rechterhand waarmee hij wijdingen had verricht, werden afgehakt.[3] Zijn lichaam werd opnieuw begraven, vervolgens nogmaals opgegraven en in de rivier de Tiber gegooid.[3] Een kluizenaar haalde het daaruit en begroef het weer. Stefanus' opvolger, paus Theodorus II, groef het lichaam later opnieuw op en liet het in de Sint-Pieterskerk bijzetten.

Als aanleiding voor de Kadaversynode wordt vaak een politieke kwestie genoemd: tijdens zijn pausschap had Formosus weerstand geboden tegen Guido van Spoleto, door Arnulf van Karinthië uit te nodigen Italië binnen te vallen (wat echter zou falen).[4] De Kadaversynode zou als blijk van Stefanus' loyaliteit aan Spoleto hebben gediend.

Een half jaar na de Kadaversynode werd paus Stefanus tijdens een volksopstand afgezet, in een kerker opgesloten en uiteindelijk gewurgd.[5]

Noten bewerken

  1. Voor de datering, zie: J. Duhr, Le Concile de Ravenne en 898. La Réhabilitation du pape Formose, in Recherches de science religieuse 22 (1932), p. 541 (noot 1) (non vidi).
  2. Paus Johannes VIII, Iohannis VIII. papae epistolae passim collectae 9 (= E.L.E. Caspar (ed.), Monumenta Germaniae Historica Epistolae Karolini Aevi, V, Berlijn, 1928, p. 327). Vgl. Liutprand van Cremona, Antapodosis I 30 (= Continuatio Mediaevalis 156, p. 23, ll. 639-43). De verdediging van Formosus wordt wel opgenomen door een zekere Auxilius van Napels (vermoedelijk een pseudoniem) in diens In defensionem sacrae ordinationis papae Formosi.
  3. a b c Liutprand van Cremona, Antapodosis I 30 (His expletis, sacratis mox exutum vestimentis digitisque tribus abscisis, in Tiberim iactare praecepit, cunctosque quos ipse rdinaverat, gradu proprio depositos, iterum ordinavit.). Vgl. Liber pontificalis II 115 (p. 229) (Stephanus sextus, natione Romanus, sedit annum I menses III; et cessavit episcopatus diebus tribus. Hic a Formoso papa episcopus Avergnie ordinatus ipsum persequitur; qui omnes ordinationes ipsius irritas decrevit esse. Legitur etiam quod corpus Formosi in concilio positum et veste papali exutum laycali induitur, et duobus digitis dextre manus eius abscisis in Tyberim iactari precepit.).
  4. Liutprand van Cremona, Antapodosis I 28 (Hoc in tempore Formosus papa religiosissimus a Romanis uehementer aflictabatur, cuius et hortatu Romam rex Arnulfus aduenerat.).
  5. G.B. de Rossi (ed.), Inscriptiones Christianae urbis Romae septimo saeculo antiquiores, II, Rome, 1888, nr. 81, p. 215 (vv. 9-10: "carceris interea vinclis constrictus in imo/strangulatus ubi exuerat hominem").

Bronuitgaves en referenties bewerken